Search
Search

Soorten

Grote poelslak
Zoetwaterslak. Tot 70 mm (meestal ca. 45 mm). Geelachtig bruin, hoornkleurig of soms iets groenachtig. Eerdere windingen vaak donkerder. Vaak bedekt met een donkere aanslag. Dunschalig, vrij spits met 7-8 matig bolle windingen, de laatste bijna 3/4 van de totale hoogte. Sculptuur van onregelmatige, vage en dikkere groeilijnen, soms ook grove, onregelmatige, ver uiteen liggende spiraalribbels. Mondopening breed ovaal, mondrand onverdikt. Geen navel. Algemeen in heel Nederland in begroeide, stilstaande zoete wateren.

[Lees verder...]


Zonnebaars
zie aangepaste velden


Geplaats in: Soorten, Vissen
Zeelt
zie aangepaste velden


Geplaats in: Soorten, Vissen
Kwabaal
Zoetwatervis. Tot 150 cm meestal kleiner. De vis is marmer van kleur. Meest karakteristieke kenmerk is één kindraad aan de onderzijde van de bek. Er zijn 2 gescheiden rugvinnen, waarvan de achterste doorloopt tot aan de staartvin als een vinzoom. De buikvinnen bevinden zicht voor de borstvinnen. De kwabaal is de enige uit de familie van de kwabaalachtigen die in zoetwater leeft.  Zeldzaam.

[Lees verder...]


Geplaats in: Soorten, Vissen
Kleine modderkruiper
zie aangepaste velden


Geplaats in: Soorten, Vissen
Brasem
zie aangepaste velden


Geplaats in: Soorten, Vissen
Veelvertakt pluimwier
Zeewier. Roodwier. Vormt warrige bossen tot 30 cm lang met een rozige tot dieprode kleur. Een of meerdere hoofdassen die onregelmatig vertakt zijn en ongeveer 1 mm in diameter. De hoofdas en hoofdvertakkingen zijn met 4 pericentrale cellen bedekt (deze zijn niet met het blote oog te zien). Aan het eind van de hoofdvertakkingen zitten kleine, sterk gevorkte vertakkingen.

[Lees verder...]


Geplaats in: Soorten, Roodwieren
Gevlekte Amerikaanse rivierkreeft
zie aangepaste velden


Knotszakpijp
Mariene solitaire zakpijp. Karakteristiek is het bruine leerachtige uiterlijk. Het dier zit met een smalle stam vastgehecht aan de bodem en heeft bruine wratten op zijn lichaam waardoor het op een knots lijkt. De Knotszakpijp is aan de bovenkant bij de in- en uitstroomopening breed en loopt naar beneden toe uit in een steeltje. Daarmee zijn de dieren vastgehecht aan een harde ondergrond. De dieren zijn door begroeiing vaak aan het oog onttrokken. Let daarom op de, niet overgroeide, in- en uitstroomopeningen die van brede lengtestrepen zijn voorzien.

[Lees verder...]


Geplaats in: Soorten, Zakpijpen
Banded coral shrimp
zie aangepaste velden


Geplaats in: Soorten, Garnalen
Bluestriped grunt
zie aangepaste velden


Geplaats in: Soorten, Vissen
Bruinvis
Zeezoogdier. Lengte tot 1,80. De kleinste walvisachtige in de Europese wateren. De dieren zijn vrij plomp en hebben een stompe, afgeronde kop, zonder uitstekende snuit. De donkergrijze tot zwarte rug gaat via en vlekkerige of egaal grijze flank over in een witte buik. Het staartstuk is geheel zwart. De vrij kleine, driehoekige, brede rugvin is niet naar achteren gebogen en staat midden op de rug. De flippers zijn donker, kort en afgerond. Van de flippers naar de mondhoek loopt een smalle streep.

[Lees verder...]


Segrijnslak
Terrestrische (land-) huisjesslak. Terrestrische (land-) huisjesslak. Tot 40 mm. Geelbruin met bredere donkere en smallere lichtere kleurbanden en verticale lichtere en donkere vlekken. Bolle huisjes huisjes met 4-5 windingen. Vaak iets breder dan hoog, met een wijde, iets omgeslagen mondopening. Geen duidelijke navel. Onregelmatige groeilijnen en een fijne sculptuur van kleine ribbels, putjes en knobbeltjes. Heel Nederland, vooral in parken, tuinen en andere plaatsen in urbaan gebied.

[Lees verder...]


Langwerpige barnsteenslak
Terrestrische (land-) huisjesslak. Tekst nog in bewerking.

[Lees verder...]


Spotted eagle ray
see custom fields


Geplaats in: Soorten, Vissen
Zandslak
Huisje tot 25 mm. Wit, geelwit tot lichtbruin, vaak met vrij smalle, chocoladebruine onregelmatige horizontale banden, vlekken en streepjes. Sommige banden zijn onderbroken, andere versmelten deels met elkaar. Top vaak donkerder, of paarsroze. Mondopening kan lilaroze zijn. Breder dan hoog huisje met 5-6 windingen. Jonge exemplaren zijn hoekig en gekield. Mondopening iets omgeslagen. Navel zeer klein. Oppervlak met fijne dwars- en spiraallijntjes en groeilijnen.

[Lees verder...]


Vijver-pluimdrager
Huisje tot 5 x 5 mm. Geelbruin tot lichtgroen en glanzend. Plat-kegelvormig, met 3-4 vrij bolle windingen. De topwindingen steken duidelijk ver boven de lichaamswindingen uit, de top is vrij stomp. De mondopening is geheel continu, ovaalrond tot bijna rond en hoogstens aan de columellaire kant miniem omgeslagen. De navel is duidelijk, smal en diep. De sculptuur bestaat uit regelmatige fijne groeilijnen, met hier en daar grovere. In de mondopening zit een ovaalrond of eivormig, hoornachtig afsluitplaatje (operculum) met duidelijke sculptuur.

[Lees verder...]


Rock-boring urchin
zie aangepaste velden


Flamingo Tongue
Saltwater. Gastropods. Cream-white mantle covered with orangish, often somewhat rectangular spots with black outlines. Shell is lustrous reddish cream to white.

[Lees verder...]


Scrawled filefish
zie aangepaste velden


Geplaats in: Soorten, Vissen
Pagina 22 van 46Eerste   Vorige   17  18  19  20  21  [22]  23  24  25  26  Volgende   Laatste   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top