Garnaal. Mariene soort, soms in brak water. Lengte: tot 3 cm.
Zeer variabel qua kleurpatroon. Op spons vaak
geelachtig, op wier bruin of groen. Daarnaast nog diverse patronen,
waaronder doorzichtige dieren met een bruine marmering, blauwe stipjes
of
een witte
rugstreep. 's
Nachts vaak blauwachtig. Het zijn kleine slanke garnaaltjes met een
gebocheld achterlijf en een
lang,
recht, puntig rostrum met 2 tanden. De schaarpoten zijn zeer kort.
Vooral bekend uit Zeeland, ook in het
Waddengebied.
[Lees verder...]