Mariene
tweekleppige.Tot 75 mm (meestal kleiner). Licht- tot bruingeel, bij de top vaak oranjerode vlekken. Opperhuid geelgroen. Stevige, wat driehoekige schelp. Het oppervlak voelt glad aan, maar heeft 20-30 radiaire ribben. Voor- en achterzijde glad. Slotband uitwendig, stevig. Noordzee, verder van de kust: Doggersbank, Klaverbank, Friese Front, zuidelijke Noordzee. Schaars in de
Oosterschelde. Doubletten slechts zeer zelden op het strand. Soms kleinere levende exemplaren (Waddeneilanden).
[Lees verder...]