Search
Search
 
Soorten
 
 
Data pager
Data pager
1
Page size:
PageSizeComboBox
select
 6 items in 1 pages
ZoekbeeldKenmerken
               
Data pager
Data pager
1
Page size:
PageSizeComboBox
select
 6 items in 1 pages
Alikruik
Littorina littorea

Alikruik
Littorina littorea

Mariene huisjesslak. Tot 4 cm, meestal ca. 2,5 cm. Stevige, samengedrukt kegelvormige horen met 6-7 bolle windingen en een spitse top. Bruingrijs met horizontale kleurbanden, mondopening wit. Vage, meestal ondiepe platte ribben en groeven. Geen navel. Operculum spits ovaal, hoornachtig bruin. Algemeen langs hele kust op hard substraat in het litoraal, het meest in slikgebieden.
Main Image
 
Littorina littorea Mariene huisjesslak. Tot 4 cm, meestal ca. 2,5 cm. Stevige, samengedrukt kegelvormige horen met 6-7 bolle windingen en een spitse top. Bruingrijs met horizontale kleurbanden, mondopening wit. Vage, meestal ondiepe platte ribben en groeven. Geen navel. Operculum spits ovaal, hoornachtig bruin. Algemeen langs hele kust op hard substraat in het litoraal, het meest in slikgebieden.

Afmetingen: H. 4 cm, B. 3,5 cm. Meestal kleiner, ca. 2.5 cm.
Schelpkleur: Bruingrijs tot geelgrijs met donkere  en lichtere horizontale kleurbanden. Soms bruinrood of geel. Mondopening wit.
Schelpvorm: Stevige, dikschalige horen met 6-7 bolle windingen en een scherpe top. Mondopening eivormig. Hoornachtig operculum (sluitplaat). Geen navel.
Sculptuur: Vlakke spiraalribben en groeven.
Overig: Het dier is lichtgrijs en heeft gestreepte koptentakels. Dezesoort wordt ook door de mens gegeten.

 Arctisch Gebied, Witte Zee, Gosenland, Groot-Brittannië en Noordzee, Atlantische Oceaan tot Spanje. Ook aan de Amerikaanse oostkust van Labrador tot New Jersey. In Nederland algemeen in het Waddengebied en de Zeeuwse wateren. Schaarser, plaatselijk zelfs zelfs ontbrekend langs de Noordzeekust van Noord- en Zuid-Holland. Leeft vooral in het litoraal tussen de hoog- en laagwaterlijn op hard substraat in de getijdenzone, tot een diepte van enkele meters beneden de laagwaterlijn. Vooral op golfbrekers en dergelijke. Ook op zandige of slikbodems. De dieren zijn omnivoor en het voedsel bestaat uit wieren als Zeesla en darmwieren. Maar ook detritus, diatomeeën en larven van zeepokken worden gegeten. Soms massaal aanwezig in slikgebieden, waar ze bij afgaand water fourageren en later tijdens het droogvallen beschutting zoeken. Vastgehecht aan hard substraat kunnen ze, afgesloten met het operculum, droogvallen goed doorstaan.
De dieren zijn van gescheiden geslacht. Bevruchting inwendig door copulatie van mannelijke en vrouwelijke individuen, meestal ’s nachts bij hoogwater. Ei-afzetting kan het hele jaar door plaatsehebben, maar stopt gewoonlijk bij lage temperaturen in de winter. De eieren worden afgezet in stevige lensvormige capsules, met in een geleiachtige massa meestal 3-4 (maximaal 9) kleurloze eieren. De dieren zijn geslachtsrijp na 1-2 jaar. Leeftijd 5-10 jaar (in aquaria tot 20 jaar).
 140262NederlandZoutwaterMOO|SMP|ANM
Gestreepte alikruik
Littorina compressa

Gestreepte alikruik
Littorina compressa

Mariene huisjesslak. Aangemerkt als exoot (onwaarschijnlijk). Tot 17 mm. Vaak geel met zwarte horizontale lijnen. Ook egaal in diverse kleuren. Dikschalig, top spits. Sculptuur van brede dikke spiraalribben met daartussen dunnere, vaak diepe groeven. Rotskusten, niet inheems in Nederland.
Main Image
 
Littorina compressa Mariene huisjesslak. Aangemerkt als exoot (onwaarschijnlijk). Tot 17 mm. Vaak geel met zwarte horizontale lijnen. Ook egaal in diverse kleuren. Dikschalig, top spits. Sculptuur van brede dikke spiraalribben met daartussen dunnere, vaak diepe groeven. Rotskusten, niet inheems in Nederland.

Afmetingen: H. 17 x B 15 mm. Meestal kleiner.
Schelpkleur:
Vaak geel met in groeven gelegen zwarte dwarslijnen. Komt echter ook egaal voor (Rood, bruin, andere kleuren). Eelt naast de mond vaak lichter.
Schelpvorm:
Dikschalig horentje. Top spits. 5-6 windingen. Mondopening langwerpig-ovaal. Operculum peervormig, dun, bruin. De sculptuur bestaat uit brede dikke spiraalribben met daartussen dunnere, vaak diepe groeven.

 Franse en Engelse kusten. Niet inheems in Nederland.Leeft op hard substraat (rotsen) in het litoraal en iets daar beneden. Vaak - maar niet altijd - op minder sterk geëxponeerde plaatsen. 140260NederlandZoutwaterMOO|SMP|Exoten
Kleine alikruik
Melarhaphe neritoides

Kleine alikruik
Melarhaphe neritoides

Mariene huisjesslak. Tot 1 cm, meestal kleiner. Paarsbruin of zwart. Onderaan de laatste winding vaak een gele kleurband. Mondopening paarslila, opperhuid paarszwart. Dunschalig horentje met 5-6 vlakke windingen. Top zeer spits, maar vaak afgesleten. Mondopening eivormig, operculum bruin. Geen navel. Glad, met alleen onregelmatige groeilijnen, geen dwarsgroeven of ribben. Zeldzame autochtone soort in Nederland.
Main Image
 
Melarhaphe neritoides Mariene huisjesslak. Tot 1 cm, meestal kleiner. Paarsbruin of zwart. Onderaan de laatste winding vaak een gele kleurband. Mondopening paarslila, opperhuid paarszwart. Dunschalig horentje met 5-6 vlakke windingen. Top zeer spits, maar vaak afgesleten. Mondopening eivormig, operculum bruin. Geen navel. Glad, met alleen onregelmatige groeilijnen, geen dwarsgroeven of ribben. Zeldzame autochtone soort in Nederland.

Afmetingen: Tot 1 cm, meestal kleiner.
Schelpkleur: Bruingroen tot donker paarsbruin of zwart. Zelden met smalle kleurlijntjes. Onderaan de laatste winding meestal een brede gele kleurband. Mondopening vaak paarslila. Opperhuid paarszwart, Oppervlak vaak met een matgrijze kalkwaas bedekt.
Vorm: Dunschalig horentje, 5-6 vlakke windingen. Spitse top. Mondopening eivormig. Operculum hoornachtig, donkerbruin, eivormig, bovenin spits.
Schelpvorm: Vrij dunschalig horentje met 5-6 vlakke windingen. Top zeer spits, maar vaak afgesleten. Mondopening eivormig. Operculum hoornachtig. Geen navel.
Sculptuur: Glad, met onregelmatige groeilijntjes.

 

Zuidelijke soort. De Noordzee en Nederland liggen  op de noordgrens van het verspreidingsgebied (met enkele incidentele vondsten van Helgoland, West-Noorwegen en Denemarken). Vanaf Nederland en de Britse eilanden tot Portugal, West-Afrika en in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee.
Uit Nederland bekend van meerdere plaatsen langs de Hollandse kust (Texel, Den Helder, Callantsoog, Wijk aan Zee, IJmuiden, Scheveningen) en uit Zeeland (Westkapelle). Op de pieren van IJmuiden al jarenlang een autochtoon, zij het zeldzaam fauna-element. De dieren worden steeds met meerdere exemplaren bijeen gevonden, maar nooit in grote aantallen. Steeds gevonden tussen exemplaren van de Ruwe alikruik Littorina saxatilis. Recent aangetroffen op de zeedijk van Texel, bij ’t Horntje (2011). Zo nu en dan ook te vinden op drijvende voorwerpen.

Hoog in het supralitoraal van rotskusten, op plaatsen waar ze alleen door opspattend water worden bereikt (spatzone). De dieren leven verscholen in holten en spleten in steen of hout, vaak tussen zeepokken. Alleen bij hoge luchtvochtigheid actief. Het voedsel bestaat uit zwarte korstmossen (lichenen), minieme algen en planten en detritus van algen. Voortplanting in het voorjaar, dichter bij het water. De dieren zijn van gescheiden geslacht. Vrouwtjes leggen de eieren steeds onder water, ongeveer om de 15 dagen bij hoog tij. Eicapsules miniem, schijfvormig. Ze bevatten slechts één ei en komen na 7-8 dagen uit. De larven verblijven ca 3 weken in de waterkolom, waarna ze zich met slijm vastzettenin rotsspleten en lege zeepokschalen.
Dieren met een schelp van meer dan 5 mm zijn gewoonlijk vrouwtjes. Ze worden tot 7 jaar oud.

 140266NederlandZoutwaterSMP|ANM
Ruwe alikruik
Littorina saxatilis

Ruwe alikruik
Littorina saxatilis

Mariene huisjesslak. Ook in brak water (Brakwateralikruik). Tot 20 mm. Variabel: wit, geel, oranje, rood, bruin, met kleurbanden of blokkenpatroon. Dun- tot dikschalig. 5/6 matig tot bolle windingen. Top spits, mond ovaal, onderaan vaak wat 'uitgetrokken'. Geen navel. Sculptuur van vage tot zeer duidelijke horizontale ribben/groeven. Vormen in brak water hebben een dunschalige, vaak geblokte schelp Littorina saxatilis forma tenebrosa.
Main Image
 
Littorina saxatilis Mariene huisjesslak. Ook in brak water (Brakwateralikruik). Tot 20 mm. Variabel: wit, geel, oranje, rood, bruin, met kleurbanden of blokkenpatroon. Dun- tot dikschalig. 5/6 matig tot bolle windingen. Top spits, mond ovaal, onderaan vaak wat 'uitgetrokken'. Geen navel. Sculptuur van vage tot zeer duidelijke horizontale ribben/groeven. Vormen in brak water hebben een dunschalige, vaak geblokte schelp Littorina saxatilis forma tenebrosa.

Afmetingen: H. 20 mm. B. 15 mm.
Kleur: Erg variabel: wit, geel, oranje, rood, bruin, of met een patroon van kleurbanden of vlekken (blokkenpatroon). Tientallen patroon-, kleur- en vormvariëteiten.
Vorm: Dun- tot dikschalig. 5/6 matig tot bolle windingen. Top spits, mond ovaal, onderaan vaak wat 'uitgetrokken'. Geen navel. Er zijn zowel kegelvormige exemplaren, als meer afgeronde exemplaren met een relatief grote mondopening. Ook zijn er vormen die in brak water leven, met een dunschalige vaak geblokte schelp: de Brakwateralikruik Littorina saxatilis forma tenebrosa.
Sculptuur:
Vage tot zeer duidelijke horizontale ribben/groeven.

 

Wereldwijde verspreiding in noordelijke wateren. Algemeen langs de zuidoostelijke Noordzeekust en in Zeeland. Vooral de dikschalige ruwe vorm is erg algemeen op hard substraat langs de gehele zuidoostelijke Noordzeekust. Soms aangespoeld op het strand. Dit zijn vaak oude exemplaren, deels fossiel. Er wordt veel onderzoek gedaan naar deze soort. De meningen over het aantal soorten, ondersoorten of variëteiten binnen deze complexe soort, lopen sterk uiteen.

De dieren leven hoog in het litoraal op stenen van pieren en dijken. Zowel in zout als in brak water. De dieren voeden zich met algen, eencelligen en detritus vormen het hoofdvoedsel.

 140264NederlandZoutwaterSMP|ANM
Stompe alikruik
Littorina obtusata

Stompe alikruik
Littorina obtusata

Mariene huisjesslak. Tot 17 mm. Meestal olijfgroen of donkerbruin. Soms geel of met kleurbanden of geblokt. De mondrand heeft vaak een paarslila zweem. Dikschalig, 5-6 iets gezwollen, vrijwel gladde windingen, top en eerste windingen steken weinig boven de lichaamswinding uit. Geen navel. Operculum dun, hoornachtig. Leeft tussen bruinwieren in het litoraal en bovenste sublitoraal. Algemeen in Zeeland, iets minder in het Waddengebied.
Main Image
 
Littorina obtusata Mariene huisjesslak. Tot 17 mm. Meestal olijfgroen of donkerbruin. Soms geel of met kleurbanden of geblokt. De mondrand heeft vaak een paarslila zweem. Dikschalig, 5-6 iets gezwollen, vrijwel gladde windingen, top en eerste windingen steken weinig boven de lichaamswinding uit. Geen navel. Operculum dun, hoornachtig. Leeft tussen bruinwieren in het litoraal en bovenste sublitoraal. Algemeen in Zeeland, iets minder in het Waddengebied.Afmetingen: 15 X 17 mm.
Schelpkleur: Variabel: meestal olijfgroen, oranjebruin of donkerbruin. Echter ook lichtoranje en (weinig) gele exemplaren komen voor, evenals vormen met brede kleurbanden of met een blokken- of vlekkenpatroon. De mondrand kan soms een paarslila zweem hebben. Het operculum is roodbruin.
Schelpvorm: Dikschalige horen met 5-6 platte of iets gezwollen windingen, waarvan de laatste de voorgaande grotendeels insluit. Geen navel. De top en eerste windingen steken nog iets boven de lichaamswinding uit. Operculum dun, hoornachtig en eivormig, aan de bovenzijde toegespitst.
Sculptuur: Het schelpoppervlak is glad met soms groeilijnen. 
 

In Europa van Noord-Noorwegen tot de Azoren en het zeegebied tussen Spanje en Marokko. Elders ook in de westelijke Atlantische Oceaan (Canada tot New Jersey). In Nederland autochtoon vooral algemeen in Zeeland. In het Waddengebied is de Stompe alikruik minder algemeen en leeft ze meer plaatselijk.

Op het strand: Spoelt vooral aan op stranden in de buurt van dijken en pieren waar de soort leeft. Waarnemingen van de Noord- en Zuid-Hollandse kust betreffen vermoedelijk dieren op aangespoelde bruinwieren. 

In de getijdenzone, voornamelijk min of meer verborgen tussen bruinwieren die vastzitten op hard substraat, met name stenen aan de voet van dijken, strekdammen en op los in het slik liggende stenen, van halverwege het intergetijdengebied tot enkele meters beneden de laagwaterlijn. 140263NederlandZoutwaterMOO|LIMP|SMP|ANM
Vlakke alikruik
Littorina fabalis

Vlakke alikruik
Littorina fabalis

Mariene huisjesslak. Tot 12 mm. Schelpkleur: verreweg de meeste exemplaren zijn helder citroengeel. Daarnaast soms oranje, bruine en (zelden) olijfgroene exemplaren, evenals geblokte en gestreepte. Dikschalig met 5-6 afgevlakte windingen, waarvan de laatste de voorgaande vrijwel volledig insluit. De top is nog vlakker dan bij de Stompe alikruik, maar steekt zelden of nooit boven de zeer vlakke bovenzijde van de beginwindingen uit. Schelpoppervlak glad of licht gegroefd. Geen navel. Operculum eivormig, hoornachtig. Lichaamskleur dier meestal egaal en net als de schelpkleur. Sublitoraal en bovenste litoraal, op gezaagde zee-eik Fucus serratus.
Main Image
 
Littorina fabalis Mariene huisjesslak. Tot 12 mm. Schelpkleur: verreweg de meeste exemplaren zijn helder citroengeel. Daarnaast soms oranje, bruine en (zelden) olijfgroene exemplaren, evenals geblokte en gestreepte. Dikschalig met 5-6 afgevlakte windingen, waarvan de laatste de voorgaande vrijwel volledig insluit. De top is nog vlakker dan bij de Stompe alikruik, maar steekt zelden of nooit boven de zeer vlakke bovenzijde van de beginwindingen uit. Schelpoppervlak glad of licht gegroefd. Geen navel. Operculum eivormig, hoornachtig. Lichaamskleur dier meestal egaal en net als de schelpkleur. Sublitoraal en bovenste litoraal, op gezaagde zee-eik Fucus serratus.Afmetingen: H. tot 12 mm, B. tot 11 mm.
Schelpkleur: Variabel: oranje, bruine en (zelden) olijfgroene exemplaren komen voor, evenals geblokte en gestreepte exemplaren. Verreweg de meeste exemplaren zijn echter helder citroengeel. De geblokte en gestreepte vormen lijken meer beperkt tot onbeschutte locaties.

Schelpvorm: Dikschalig met 5-6 afgevlakte windingen, waarvan de laatste de voorgaande vrijwel volledig insluit. Lijkt sterk op de Stompe alikruik, maar de top is nog vlakker en steekt zelden of nooit boven de zeer vlakke bovenzijde vande beginwindingen uit en de mondopening is naar verhouding kleiner en aan de onderzijde aanzienlijk sterker verdikt. Het schelpoppervlak kan glad zijn of licht gegroefd, met soms duidelijkere groeilijnen. Geen navel. Operculum eivormig, bovenin spits, hoornachtig bruin.

Dier: Twee spits toelopende, platte koptentakels. Ogen op een smalle verdikking aan de tentakelbasis. Lichaamskleur meestal egaal en net als de schelpkleur, maar soms is de snuit donkerder of versierd met een fijn patroon van grillige lijnen.De koptentakels kunnen egaal zijn of in de lengte gestreept. De voetzool is vaak iets lichter. 

  Leeft rond de laagwaterlijn op bruinwieren die op hard substraat vastzitten. Vrijwel uitsluitend te vinden op Gezaagde zee-eik Fucus serratus. De gele vorm zit hoofdzakelijk op de bladschijf van het wier. De geblokteen gestreepte exemplaren zitten voornamelijk op het opgerichte deel van de stengel. Het voedsel bestaat niet uit het bruinwier zelf, maar uit op de Fucus-bladeren groeiende epifytische wiertjes. De dieren zijn van gescheiden geslacht. Voortplantingspiek in de zomermaanden. De eiermassa’s lijken sterk op die van de Stompe alikruik, maar zijn meer ovaal of langwerpig, ze worden voornamelijk vastgemaakt op Fucus serratus. De dieren hebben gewoonlijk een éénjarige levenscyclus. 140261NederlandZoutwaterLIMP|SMP|ANM
 
   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top