Bloedrood plooimosdiertje
Watersipora subatra
|
Bloedrood plooimosdiertje
Watersipora subatra
Mariene soort (exoot). Korstvormende kolonies, grotere kolonies soms rechtopstaand. De kleur is variabel gedurende de levensloop, van oranje tot bruin-paars of grijs-zwart. De individuen (zoïden) zijn rechthoekig tot zeshoekig en ongeveer twee keer zo lang als breed. De zoïden worden gescheiden door zijlings licht omhoogkomende wandjes.
Item 1 of 0
| Bloedrood plooimosdiertje | Watersipora subatra | | Mariene soort (exoot). Korstvormende kolonies, grotere kolonies soms rechtopstaand. De kleur is variabel gedurende de levensloop, van oranje tot bruin-paars of grijs-zwart. De individuen (zoïden) zijn rechthoekig tot zeshoekig en ongeveer twee keer zo lang als breed. De zoïden worden gescheiden door zijlings licht omhoogkomende wandjes.
| Afmeting: kolonies kunnen relatief hoog worden (meerdere decimeters wanneer ze rechtopstaande geplooide structuren vormen). Ook korstvormige plakkaten kunnen vrij grote oppervlakken bedekken.
Kleur: De kleur is variabel gedurende de levensloop, meestal opvallend exotisch gekleurd, van oranje tot bruin-paars of grijs-zwart. Vaak prachtig bloedrood, ten minste aan de randen. Soms meer grijzig met lichtere randen op plaatsen waar de jongere zoïden zich vormen.
Vorm: Afhankelijk van de ondergrond worden grillige plakkaten gevormd, meestal op stenen, soms ook op schelpen of ander substraat. Kleine kolonies zijn bijna rond en plat, bij latere groei overdekken de kolonies zichzelf en kunnen ze geplooide, rechtopgaande structuren vormen.
Zoïden: De individuen (zoïden) zijn rechthoekig tot zeshoekig van vorm, vaak met een D-vormige opening en ongeveer twee keer zo lang als breed. Ze worden gescheiden door zijdelings geplaatste, licht omhoogkomende wandjes.
Afmetingen zoïden: 0,4 - 0,9 mm x 0,3 - 0,5 mm.
Overig: Geen stekels
| | Exoot. Oorspronkelijke herkomst feitelijk onbekend. De Golf van Mexico wordt soms als optie genoemd. Watersipora subatra is inmiddels bekend van onder andere Japan, Australië en Nieuw-Zeeland, Californië en uit delen van Europa, waaronder de Engelse Zuidkust. De soort was al aangespoeld gevonden op diverse Nederlandse stranden en op Helgoland. Er is toen geopperd dat deze soort zich mogelijk in Nederland zou kunnen vestigen. Inmiddels zijn in het Grevelingenmeer fraaie levende structuren aangetroffen. Op dit moment nog slechts op één plaats.
| Leeft in relatief ondiep water, maar kan tot ten minste 10 meter diep worden aangetroffen. Afhankelijk van de ondergrond worden grillige plakkaten gevormd, meestal op stenen, soms ook op schelpen of ander substraat. Kleine kolonies zijn bijna rond en plat, bij latere groei overdekken de kolonies zichzelf en kunnen ze geplooide, rechtopgaande structuren vormen. De soort komt ook voor op drijvende structuren en kan o.a. op plastic op het strand aanspoelen.
| | 816025
| Nederland | Zoutwater | LIMP |
Breedbladig mosdiertje
Flustra foliacea
|
Breedbladig mosdiertje
Flustra foliacea
Kolonievormende mariene soort. Vormt flexibele bruine tot lichtgrijze bosachtige structuren die tussen de 6 en 10 cm hoog worden. Af en toe wordt een hoogte van 20 cm bereikt. Is verdeeld in breed gelobde stukken en gemaakt van individuen (zoïden) aan beide kanten. Zoïden zijn tongvormig, 0.4 mm lang en 0.2-0.28 mm breed. Als een kolonie vers is bezit deze een citroen geur.
Item 1 of 0
| Breedbladig mosdiertje | Flustra foliacea | | Kolonievormende mariene soort. Vormt flexibele bruine tot lichtgrijze bosachtige structuren die tussen de 6 en 10 cm hoog worden. Af en toe wordt een hoogte van 20 cm bereikt. Is verdeeld in breed gelobde stukken en gemaakt van individuen (zoïden) aan beide kanten. Zoïden zijn tongvormig, 0.4 mm lang en 0.2-0.28 mm breed. Als een kolonie vers is bezit deze een citroen geur. | Afmetingen: Kolonie wordt tussen de 6 en 20 cm. Zoiden zijn 0.4 bij 0.2-0.28 mm groot.
Vorm: Zoïden zijn min of meer vierkant van vorm.
Kleur: Bruin tot lichtgrijs.
Overig: De polypide bezit 13-14 tentakels. | | Was een algemeen voorkomende soort op de Vlaamse banken, die vaak aanspoelde na een storm. Er spoelen echter steeds minder vaak kolonies aan op het strand. | Gevonden op stevige ondergrond en stabiele, harde substraten zoals stenen, schelpen of stenen in sterke stromen. Leeft beneden het getijden gebied, maar spoelt vaak aan op het strand. | | 111367 | Nederland | Zoutwater | MOO|LIMP|SMP |
Bruine zeevinger
Alcyonidium diaphanum
|
Bruine zeevinger
Alcyonidium diaphanum
Kolonievormende mariene soort. Vormt een rechtopstaande kolonie die tot 50 cm lang kan worden. De opgerichte delen zijn versmald aan hun basis. De gemiddelde lengte van een kolonie is 15 centimeter. De zeevinger ontstaat uit een korstvormend gedeelte dat zich op hard substraat vasthecht.
Item 1 of 0
| Bruine zeevinger | Alcyonidium diaphanum | | Kolonievormende mariene soort. Vormt een rechtopstaande kolonie die tot 50 cm lang kan worden. De opgerichte delen zijn versmald aan hun basis. De gemiddelde lengte van een kolonie is 15 centimeter. De zeevinger ontstaat uit een korstvormend gedeelte dat zich op hard substraat vasthecht. | Grootte: Gemiddeld 15 cm.
Vorm: Oppervlakte is glad met knobbels.
Kleur: Bruin.
Overig: Stevig en geleiachtig. | | | Groeit op stenen en schelpen. | | 111597 | Nederland | | SMP |
Citroengeel mosdiertje
Amathia citrina
|
Citroengeel mosdiertje
Amathia citrina
Kolonievormende mariene soort. Karakteristiek zijn de citroengeel kleurige individuen (zoïden).
Item 1 of 0
| Citroengeel mosdiertje | Amathia citrina | | Kolonievormende mariene soort. Karakteristiek zijn de citroengeel kleurige individuen (zoïden). | | | | | | 851584 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Empingmosdiertje
Schizomavella linearis
|
Empingmosdiertje
Schizomavella linearis
Mosdiertje. Mariene soort. Vormt grote korsten, soms met gedeeltelijk opgerichte lobben, lichtroze tot rood. In het begin bestaat een korst uit een enkele laag van individuen (zoïden), later ontwikkelen zich meer lagen. Zoïden zijn vierkant en geheel verkalkt. Individuen (zoïden) zijn 0.4-0.7 bij 0.3-0.4 mm groot.
Item 1 of 0
| Empingmosdiertje | Schizomavella linearis | | Mosdiertje. Mariene soort. Vormt grote korsten, soms met gedeeltelijk opgerichte lobben, lichtroze tot rood. In het begin bestaat een korst uit een enkele laag van individuen (zoïden), later ontwikkelen zich meer lagen. Zoïden zijn vierkant en geheel verkalkt. Individuen (zoïden) zijn 0.4-0.7 bij 0.3-0.4 mm groot. | Grootte: Individuen (zoïden) zijn 0.4 tot 0.7 mm groot.
Vorm: De zoïden zijn vierkant. En liggen in radiale lineaire lijnen.
Kleur: Lichtroze tot rood. Aangespoelde kolonies zijn wit.
Overig: Wanneer de zoïden jong zijn hebben deze 2-4 stekels, maar deze verliezen ze op latere leeftijd. | | Noordzee | Deze soort kan zich vastzetten op steen, schelpen en wieren. Wordt vooral gevonden aan de onderkant van grote stenen en bij beschutte rotskusten. | | 111099 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Fijne vliescelpoliep
Membranipora membranacea
|
Fijne vliescelpoliep
Membranipora membranacea
Mosdiertje. Korstvormende kolonie. Mariene soort. Kolonies vormen kantachtige witte of lichtgrijze korsten op bruinwieren en zijn flexibel. Individuen zijn rechthoekig van vorm en 0.42 bij 0.13 mm groot. Ieder individu (zoïde) heeft verkalkte wanden, de ventrale zijde is onverkalkt en zorgt voor flexibiliteit. Er bevind zich een stompe stekel op iedere hoek, die niet verkalkt is. Er kunnen zogenaamde torenzoïden aanwezig zijn, daarbij is het aan de bovenzijde liggende membraan omhoog gericht als een buis.
Item 1 of 0
| Fijne vliescelpoliep | Membranipora membranacea | | Mosdiertje. Korstvormende kolonie. Mariene soort. Kolonies vormen kantachtige witte of lichtgrijze korsten op bruinwieren en zijn flexibel. Individuen zijn rechthoekig van vorm en 0.42 bij 0.13 mm groot. Ieder individu (zoïde) heeft verkalkte wanden, de ventrale zijde is onverkalkt en zorgt voor flexibiliteit. Er bevind zich een stompe stekel op iedere hoek, die niet verkalkt is. Er kunnen zogenaamde torenzoïden aanwezig zijn, daarbij is het aan de bovenzijde liggende membraan omhoog gericht als een buis. | Afmeting: Individuën zijn 0.42 bij 0.13 mm groot.
Vorm: Rechthoekig met op iedere hoek een stompe stekel waarvan de top niet verkalkt is.
Kleur: Licht grijs tot wit.
Overig: Een membraan bedekt de hele oppervlakte. Polypide bezit ongeveer 17 tentakels. | | Spoelt in heel Nederland en België aan langs de kust. | Bevind zich in ondiepe wateren op wieren, wordt vaak gevonden op Laminaria digitata en Laminaria hyperborea, af en toe ook op Fucus serratus en in getijden poelen. De soort groeit goed in gebieden met een snelle waterstroom of in gebieden met een grote getijdenwerking. | | 111411 | Nederland | Zoutwater | MOO|LIMP|SMP|SETL |
Gladde zeevinger
Alcyonidium gelatinosum
|
Gladde zeevinger
Alcyonidium gelatinosum
De kolonie vormt een enkellagige korst en is doorschijnend wit, gelig of bruin. De zoïden zijn doorschijnend indien jong en met een witte rand als het om oudere zoïden gaat.
Item 1 of 0
| Gladde zeevinger | Alcyonidium gelatinosum | | De kolonie vormt een enkellagige korst en is doorschijnend wit, gelig of bruin. De zoïden zijn doorschijnend indien jong en met een witte rand als het om oudere zoïden gaat. | | | | Komt voor in het getijdengebied op beschutte stranden op stenen, schelpen en Fucus serratus. | | 111600 | Nederland | Zoutwater | MOO|LIMP |
Grijze zeevinger
Alcyonidium condylocinereum
|
Grijze zeevinger
Alcyonidium condylocinereum
Kolonievormend mosdiertje. Mariene soort. Vormt een grijze rechtopstaande kolonie met een geleiachtige structuur en knobbelige vormen. De kolonie bezit een centrale kolom waaruit vertakkingen groeien in vaste intervallen. Halverwege vertakt de kolonie in twee aparte takken, vanuit beide takken komen verdere vertakkingen.
Item 1 of 0
| Grijze zeevinger | Alcyonidium condylocinereum | | Kolonievormend mosdiertje. Mariene soort. Vormt een grijze rechtopstaande kolonie met een geleiachtige structuur en knobbelige vormen. De kolonie bezit een centrale kolom waaruit vertakkingen groeien in vaste intervallen. Halverwege vertakt de kolonie in twee aparte takken, vanuit beide takken komen verdere vertakkingen. | Afmetingen: De knobbels zijn ongeveer 0.5 mm groot en steken ongeveer 2.3 mm boven het oppervlak uit.
Kleur: Grijs.
Vorm: Rechtopstaande vertakte geleiachtige kolonie.
Overig: Zoïden hebben 18-19 tentakels | | Zuidelijke deel van de Noordzee. Engels kanaal en kanaal van Bristol. | Ondiep in het sublittoraal. | | 153730 | Nederland | Zoutwater | SMP |
Harig mosdiertje
Electra pilosa
|
Harig mosdiertje
Electra pilosa
De kolonie vormt een korst. Bij gebrek aan substraat vormt de kolonie opgerichte bladen van rug-aan-rug groeiende zöiden. De dunne doorschijnende frontale verkalking neemt tot de helft van het frontale oppervlak in.
Item 1 of 0
| Harig mosdiertje | Electra pilosa | | De kolonie vormt een korst. Bij gebrek aan substraat vormt de kolonie opgerichte bladen van rug-aan-rug groeiende zöiden. De dunne doorschijnende frontale verkalking neemt tot de helft van het frontale oppervlak in. | Vorm: Grote ronde poriën.
Overig: Ovale opesia met 4 tot 12 (vaak 9) stekels rondom | | | Groeit op veel soorten substraat: stenen, schelpen, hydroïden, plastic, wieren en andere mosdiertjes. | | 111355 | Nederland | Zoutwater | MOO|LIMP|SMP|SETL |
Slangmosdiertje
Anguinella palmata
|
Slangmosdiertje
Anguinella palmata
De kolonie vormt slappe vertakte structuren die op struikjes lijken. De stammetjes zijn ongeveer 4 tot 5 cm en zijn bruin van kleur. Alleen aan de uiteindes van de stammetjes bevinden zich zoïden. Deze zijn cilindervormig, zijn ongeveer 0.79 tot 0.13 mm groot en hebben 10-11 tentakels. Vaak is een kolonie bedekt in zilt, waardoor ze grijsbruin wordt en een modderig uiterlijk krijgt.
Item 1 of 0
| Slangmosdiertje | Anguinella palmata | | De kolonie vormt slappe vertakte structuren die op struikjes lijken. De stammetjes zijn ongeveer 4 tot 5 cm en zijn bruin van kleur. Alleen aan de uiteindes van de stammetjes bevinden zich zoïden. Deze zijn cilindervormig, zijn ongeveer 0.79 tot 0.13 mm groot en hebben 10-11 tentakels. Vaak is een kolonie bedekt in zilt, waardoor ze grijsbruin wordt en een modderig uiterlijk krijgt. | Afmeting: De stammetjes zijn 4 à 5 cm lang. De zoïden zijn tot 1,5 cm groot.
Vorm: Vertakt en struikvormig.
Kleur: Bruin, door slibdeeltjes vaak grijsbruin.
Overig: Polypide bezit 10 of 11 tentakels | | Noordzee en Waddenzee. | Komt voor op diverse soorten substraat als steen, schelpen en palen van steigers en pieren. Wordt gevonden in het lage deel van het intergetijdengebieden, het sublittoraal, maar ook in rieviermonden, havens en plekken met veel slib. De soort kan wisselende zoutgehaltes verdragen. | | 111631 | Nederland | Zoutwater | MOO |