Search
Search

Flora en Fauna soorteninformatie

 
Zoeken
 
 
Zoeken


Gebied
Biotoop
Project

 
   
 
Groepen
 
 
Terug
 
   
 
Soorten
 
 
Data pager
Data pager
1
Page size:
PageSizeComboBox
select
 15 items in 1 pages
ZoekbeeldKenmerken
 
               
Data pager
Data pager
1
Page size:
PageSizeComboBox
select
 15 items in 1 pages
Bloedrood plooimosdiertje
Watersipora subatra


Lees verder...
Bloedrood plooimosdiertje
Watersipora subatra
Mariene soort (exoot). Korstvormende kolonies, grotere kolonies soms rechtopstaand. De kleur is variabel gedurende de levensloop, van oranje tot bruin-paars of grijs-zwart. De individuen (zoïden) zijn rechthoekig tot zeshoekig en ongeveer twee keer zo lang als breed. De zoïden worden gescheiden door zijlings licht omhoogkomende wandjes.

Lees verder...
Watersipora subatraMariene soort (exoot). Korstvormende kolonies, grotere kolonies soms rechtopstaand. De kleur is variabel gedurende de levensloop, van oranje tot bruin-paars of grijs-zwart. De individuen (zoïden) zijn rechthoekig tot zeshoekig en ongeveer twee keer zo lang als breed. De zoïden worden gescheiden door zijlings licht omhoogkomende wandjes.

Afmeting: kolonies kunnen relatief hoog worden (meerdere decimeters wanneer ze rechtopstaande geplooide structuren vormen). Ook korstvormige plakkaten kunnen vrij grote oppervlakken bedekken.
Kleur: De kleur is variabel gedurende de levensloop, meestal opvallend exotisch gekleurd, van oranje tot bruin-paars of grijs-zwart. Vaak prachtig bloedrood, ten minste aan de randen. Soms meer grijzig met lichtere randen op plaatsen waar de jongere zoïden zich vormen.
Vorm: Afhankelijk van de ondergrond worden grillige plakkaten gevormd, meestal op stenen, soms ook op schelpen of ander substraat. Kleine kolonies zijn bijna rond en plat, bij latere groei overdekken de kolonies zichzelf en kunnen ze geplooide, rechtopgaande structuren vormen.
Zoïden: De individuen (zoïden) zijn rechthoekig tot zeshoekig van vorm, vaak met een D-vormige opening, en ongeveer twee keer zo lang als breed. Ze worden gescheiden door zijlings licht omhoogkomende wandjes.
Afmetingen zoïden: 0,4 - 0,9 mm x 0,3 - 0,5 mm.
Overig: Geen stekels

 Exoot. Oorspronkelijke herkomst feitelijk onbekend. De Golf van Mexico wordt soms al optie genoemd. Watersipora subatra is inmiddels bekend van onder andere Japan, Australië en Nieuw-Zeeland, Californië en uit delen van Europa, waaronder de Engelse Zuidkust. De soort was al aangespoeld gevonden op diverse Nederlandse stranden en op Helgoland. Er is toen geopperd dat de soort zich mogelijk in Nederland zou kunnen vestigen. Inmiddels zijn in Het Grevelingenmeer fraaie levende structuren aangetroffen. Op dit moment nog slechts op één plaats.Leeft in relatief ondiep water, maar kan tot ten minste 10 meter diep worden aangetroffen. Afhankelijk van de ondergrond worden grillige plakkaten gevormd, meestal op stenen, soms ook op schelpen of ander substraat. Kleine kolonies zijn bijna rond en plat, bij latere groei overdekken de kolonies zichzelf en kunnen ze geplooide, rechtopgaande structuren vormen. De soort komt ook voor op drijvende structuren en kan o.a. op plastic op het strand aanspoelen. 816025SoortenalbumNederlandZoutwaterLIMP
Breedbladig mosdiertje
Flustra foliacea


Lees verder...
Breedbladig mosdiertje
Flustra foliacea
Kolonievormende mariene soort. Vormt flexibele bruine tot lichtgrijze bosachtige structuren die tussen de 6 en 10 cm hoog worden. Af en toe wordt een hoogte van 20 cm bereikt. Is verdeeld in breed gelobde stukken en gemaakt van individuen (zoïden) aan beide kanten. Zoïden zijn tongvormig, 0.4 mm lang en 0.2-0.28 mm breed. Als een kolonie vers is bezit deze een citroen geur. 

Lees verder...
Flustra foliaceaKolonievormende mariene soort. Vormt flexibele bruine tot lichtgrijze bosachtige structuren die tussen de 6 en 10 cm hoog worden. Af en toe wordt een hoogte van 20 cm bereikt. Is verdeeld in breed gelobde stukken en gemaakt van individuen (zoïden) aan beide kanten. Zoïden zijn tongvormig, 0.4 mm lang en 0.2-0.28 mm breed. Als een kolonie vers is bezit deze een citroen geur. 

Afmetingen: Kolonie wordt tussen de 6 en 20 cm. Zoiden zijn 0.4 bij 0.2-0.28 mm groot.
Vorm: Zoïden zijn min of meer vierkant van vorm. 
Kleur: Bruin tot lichtgrijs.
Overig: De polypide bezit 13-14 tentakels.

 Was een algemeen voorkomende soort op de Vlaamse banken, die vaak aanspoelde na een storm. Er spoelen echter steeds minder vaak kolonies aan op het strand. Gevonden op stevige ondergrond en stabiele, harde substraten zoals stenen, schelpen of stenen in sterke stromen. Leeft beneden het getijden gebied, maar spoelt vaak aan op het strand.  111367SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO|LIMP|SMP
Bruine zeevinger
Alcyonidium diaphanum


Lees verder...
Bruine zeevinger
Alcyonidium diaphanum
Kolonievormende mariene soort. Vormt een rechtopstaande kolonie die tot 50 cm lang kan worden. De opgerichte delen zijn versmald aan hun basis. De gemiddelde lengte van een kolonie is 15 centimeter. De zeevinger ontstaat uit een korstvormend gedeelte dat zich op hard substraat vasthecht. 

Lees verder...
Alcyonidium diaphanumKolonievormende mariene soort. Vormt een rechtopstaande kolonie die tot 50 cm lang kan worden. De opgerichte delen zijn versmald aan hun basis. De gemiddelde lengte van een kolonie is 15 centimeter. De zeevinger ontstaat uit een korstvormend gedeelte dat zich op hard substraat vasthecht. 

Grootte: Gemiddeld 15 cm.
Vorm: Oppervlakte is glad met knobbels.
Kleur: Bruin.
Overig: Stevig en geleiachtig. 

  Groeit op stenen en schelpen. 111597SoortenalbumNederland SMP
Citroengeel mosdiertje
Amathia citrina


Lees verder...
Citroengeel mosdiertje
Amathia citrina
Kolonievormende mariene soort. Karakteristiek zijn de citroengeel kleurige individuen (zoïden).

Lees verder...
Amathia citrinaKolonievormende mariene soort. Karakteristiek zijn de citroengeel kleurige individuen (zoïden).     851584SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Empingmosdiertje
Schizomavella linearis


Lees verder...
Empingmosdiertje
Schizomavella linearis
Mosdiertje. Mariene soort. Vormt grote korsten, soms met gedeeltelijk opgerichte lobben, lichtroze tot rood. In het begin bestaat een korst uit een enkele laag van individuen (zoïden), later ontwikkelen zich meer lagen. Zoïden zijn vierkant en geheel verkalkt. Individuen (zoïden) zijn 0.4-0.7 bij 0.3-0.4 mm groot.

Lees verder...
Schizomavella linearisMosdiertje. Mariene soort. Vormt grote korsten, soms met gedeeltelijk opgerichte lobben, lichtroze tot rood. In het begin bestaat een korst uit een enkele laag van individuen (zoïden), later ontwikkelen zich meer lagen. Zoïden zijn vierkant en geheel verkalkt. Individuen (zoïden) zijn 0.4-0.7 bij 0.3-0.4 mm groot.

Grootte: Individuen (zoïden) zijn 0.4 tot 0.7 mm groot.
Vorm: De zoïden zijn vierkant. En liggen in radiale lineaire lijnen.
Kleur: Lichtroze tot rood. Aangespoelde kolonies zijn wit.
Overig: Wanneer de zoïden jong zijn hebben deze 2-4 stekels, maar deze verliezen ze op latere leeftijd.

 NoordzeeDeze soort kan zich vastzetten op steen, schelpen en wieren. Wordt vooral gevonden aan de onderkant van grote stenen en bij beschutte rotskusten.  111099SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Fijne vliescelpoliep
Membranipora membranacea


Lees verder...
Fijne vliescelpoliep
Membranipora membranacea
Mosdiertje. Korstvormende kolonie. Mariene soort. Kolonies vormen kantachtige witte of lichtgrijze korsten op bruinwieren en zijn flexibel. Individuen zijn rechthoekig van vorm en 0.42 bij 0.13 mm groot. Ieder individu (zoïde) heeft verkalkte wanden, de ventrale zijde is onverkalkt en zorgt voor flexibiliteit. Er bevind zich een stompe stekel op iedere hoek, die niet verkalkt is. Er kunnen zogenaamde torenzoïden aanwezig zijn, daarbij is het aan de bovenzijde liggende membraan omhoog gericht als een buis.

Lees verder...
Membranipora membranaceaMosdiertje. Korstvormende kolonie. Mariene soort. Kolonies vormen kantachtige witte of lichtgrijze korsten op bruinwieren en zijn flexibel. Individuen zijn rechthoekig van vorm en 0.42 bij 0.13 mm groot. Ieder individu (zoïde) heeft verkalkte wanden, de ventrale zijde is onverkalkt en zorgt voor flexibiliteit. Er bevind zich een stompe stekel op iedere hoek, die niet verkalkt is. Er kunnen zogenaamde torenzoïden aanwezig zijn, daarbij is het aan de bovenzijde liggende membraan omhoog gericht als een buis.

Afmeting: Individuën zijn 0.42 bij 0.13 mm groot.
Vorm: Rechthoekig met op iedere hoek een stompe stekel waarvan de top niet verkalkt is.
Kleur: Licht grijs tot wit.
Overig: Een membraan bedekt de hele oppervlakte. Polypide bezit ongeveer 17 tentakels.

 Spoelt in heel Nederland en België aan langs de kust. Bevind zich in ondiepe wateren op wieren, wordt vaak gevonden op Laminaria digitata en Laminaria hyperborea, af en toe ook op Fucus serratus en in getijden poelen. De soort groeit goed in gebieden met een snelle waterstroom of in gebieden met een grote getijdenwerking. 111411SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO|LIMP|SMP|SETL
Gladde zeevinger
Alcyonidium gelatinosum


Lees verder...
Gladde zeevinger
Alcyonidium gelatinosum
De kolonie vormt een enkellagige korst en is doorschijnend wit, gelig of bruin. De zoïden zijn doorschijnend indien jong en met een witte rand als het om oudere zoïden gaat. 

Lees verder...
Alcyonidium gelatinosumDe kolonie vormt een enkellagige korst en is doorschijnend wit, gelig of bruin. De zoïden zijn doorschijnend indien jong en met een witte rand als het om oudere zoïden gaat.    Komt voor in het getijdengebied op beschutte stranden op stenen, schelpen en Fucus serratus. 111600SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO|LIMP
Grijze zeevinger
Alcyonidium condylocinereum


Lees verder...
Grijze zeevinger
Alcyonidium condylocinereum
Kolonievormend mosdiertje. Mariene soort. Vormt een grijze rechtopstaande kolonie met een geleiachtige structuur en knobbelige vormen. De kolonie bezit een centrale kolom waaruit vertakkingen groeien in vaste intervallen. Halverwege vertakt de kolonie in twee aparte takken, vanuit beide takken komen verdere vertakkingen.

Lees verder...
Alcyonidium condylocinereumKolonievormend mosdiertje. Mariene soort. Vormt een grijze rechtopstaande kolonie met een geleiachtige structuur en knobbelige vormen. De kolonie bezit een centrale kolom waaruit vertakkingen groeien in vaste intervallen. Halverwege vertakt de kolonie in twee aparte takken, vanuit beide takken komen verdere vertakkingen.

Afmetingen: De knobbels zijn ongeveer 0.5 mm groot en steken ongeveer 2.3 mm boven het oppervlak uit.
Kleur: Grijs.
Vorm: Rechtopstaande vertakte geleiachtige kolonie.
Overig: Zoïden hebben 18-19 tentakels

 Zuidelijke deel van de Noordzee. Engels kanaal en kanaal van Bristol.Ondiep in het sublittoraal. 153730SoortenalbumNederlandZoutwaterSMP
Harig mosdiertje
Electra pilosa


Lees verder...
Harig mosdiertje
Electra pilosa
De kolonie vormt een korst. Bij gebrek aan substraat vormt de kolonie opgerichte bladen van rug-aan-rug groeiende zöiden. De dunne doorschijnende frontale verkalking neemt tot de helft van het frontale oppervlak in.

Lees verder...
Electra pilosaDe kolonie vormt een korst. Bij gebrek aan substraat vormt de kolonie opgerichte bladen van rug-aan-rug groeiende zöiden. De dunne doorschijnende frontale verkalking neemt tot de helft van het frontale oppervlak in.

Vorm: Grote ronde poriën.
Overig: Ovale opesia met 4 tot 12 (vaak 9) stekels rondom

  Groeit op veel soorten substraat: stenen, schelpen, hydroïden, plastic, wieren en andere mosdiertjes. 111355SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO|LIMP|SMP|SETL
Slangmosdiertje
Anguinella palmata


Lees verder...
Slangmosdiertje
Anguinella palmata
De kolonie vormt slappe vertakte structuren die op struikjes lijken. De stammetjes zijn ongeveer 4 tot 5 cm en zijn bruin van kleur. Alleen aan de uiteindes van de stammetjes bevinden zich zoïden. Deze zijn cilindervormig, zijn ongeveer 0.79 tot 0.13 mm groot en hebben 10-11 tentakels. Vaak is een kolonie bedekt in zilt, waardoor ze grijsbruin wordt en een modderig uiterlijk krijgt.

Lees verder...
Anguinella palmataDe kolonie vormt slappe vertakte structuren die op struikjes lijken. De stammetjes zijn ongeveer 4 tot 5 cm en zijn bruin van kleur. Alleen aan de uiteindes van de stammetjes bevinden zich zoïden. Deze zijn cilindervormig, zijn ongeveer 0.79 tot 0.13 mm groot en hebben 10-11 tentakels. Vaak is een kolonie bedekt in zilt, waardoor ze grijsbruin wordt en een modderig uiterlijk krijgt.

Afmeting: De stammetjes zijn 4 à 5 cm lang. De zoïden zijn tot 1,5 cm groot.
Vorm: Vertakt en struikvormig.
Kleur: Bruin, door slibdeeltjes vaak grijsbruin.
Overig: Polypide bezit 10 of 11 tentakels

 Noordzee en Waddenzee. Komt voor op diverse soorten substraat als steen, schelpen en palen van steigers en pieren. Wordt gevonden in het lage deel van het intergetijdengebieden, het sublittoraal, maar ook in rieviermonden, havens en plekken met veel slib. De soort kan wisselende zoutgehaltes verdragen. 111631SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Spiraalmosdiertje
Crisularia plumosa


Lees verder...
Spiraalmosdiertje
Crisularia plumosa
Kolonievormende mariene soort. De kolonies vormen opstaande Takken met zoïden in 2 rijen. Langwerpige, vederige bosjes zijn spiraalvormig opgebouwd. Broos en fijn, desondanks niet stug maar soepel.

Lees verder...
Crisularia plumosaKolonievormende mariene soort. De kolonies vormen opstaande Takken met zoïden in 2 rijen. Langwerpige, vederige bosjes zijn spiraalvormig opgebouwd. Broos en fijn, desondanks niet stug maar soepel.Afmetingen: 8-10 cm.
Kleur: Grijsbruin; halfdoorzichtig.
Vorm: Boompjesachtige structuren, spiraalvormig opgebouwd. Broos en fijn gebouwd, desondanks niet stug maar soepel. Bij vergroting onder de microscoop zijn details zichtbaar waaronder de zoïden, die verschillende vormen hebben. De avicularia-zoïden lijken op kleine vogelkopjes. Ze houden de kolonie schoon en zorgen voor de voedselvoorziening, waarbij ze ook minieme prooien grijpen. Andere zoïden met tentakels werken het voedsel daadwerkelijk naar binnen of habben andere taken.
Overig: Vroeger soms ook wel Gepluimde hoorncelpoliep genoemd.
 Noordoost-Atlantisch gebied. In Nederland in de Noordzee, Waddenzee en vooral in Zeeland.Vaak met meerdere bijeen tussen andere organismen, zoals zakpijpen en poliepen op hard substraat als stenen, hout en ander substraat, vanaf de laagwaterlijn tot diepten van enkele tientallen meters. Vooral in gebieden met slib en rustig water. 834039SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Steenmosdiertje
Scrupocellaria scruposa


Lees verder...
Steenmosdiertje
Scrupocellaria scruposa
Kolonievormend mariene soort. De kolonies vormen opstaande struikjes. Takken met zoïden in 2 rijen. De zoïde draagt 2-3 stekels op de buitenhoek, 1-2 op de distale binnenhoek. Vibracula komen voor op het basale oppevlak en 2 in elke splitsing. Er is geen scutum. 

Lees verder...
Scrupocellaria scruposaKolonievormend mariene soort. De kolonies vormen opstaande struikjes. Takken met zoïden in 2 rijen. De zoïde draagt 2-3 stekels op de buitenhoek, 1-2 op de distale binnenhoek. Vibracula komen voor op het basale oppevlak en 2 in elke splitsing. Er is geen scutum. 

Vorm: Op de zoïde bevinden zich 2-3 stekels op de distale buitenhoek en 1-2 stekels op de distale binnenhoek. Deze stekels zijn vaak afgebroken.
Overig: Scutum ontbreekt. Een scutum is een verbrede stekel, die over de opening (opesia) is gebogen. Bij andere Scrupocellaria soorten, zoals Scrupocellaria scabra, Scrupocellaria reptans en Scrupocellaria scrupea is deze wel aanwezig.

 West-Europa. Noordzee. Waddenzee.Op wieren, stenen, schelpen en diverse andere structuren onder water zoals havenpieren, wrakken, maar ook op andere mosdiertjes, zoals Flustra foliacea en hydroïden. Leeft in het lagere deel van het intergetijdengebied en in ondiep water. Deze kolonies spoelem af en toe ook aan op plastic. 111250SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO|LIMP|SMP|SETL
Vogelkopmosdiertje
Bugulina stolonifera


Lees verder...
Vogelkopmosdiertje
Bugulina stolonifera
Kolonievormende mariene soort. De kolonies vormen opstaande struikjes. Takken met zoïden in 2 rijen.  De zoïde draagt op de buitenste distale hoek 2 stekels en binnenhoek één stekel. Avicularia aanwezig en stekels aanwezig.  De lengte van een avicularium is langer dan de breedte van de zoïde. 

Lees verder...
Bugulina stoloniferaKolonievormende mariene soort. De kolonies vormen opstaande struikjes. Takken met zoïden in 2 rijen.  De zoïde draagt op de buitenste distale hoek 2 stekels en binnenhoek één stekel. Avicularia aanwezig en stekels aanwezig.  De lengte van een avicularium is langer dan de breedte van de zoïde. Kort en groeit bosvormig.    834018SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO|SETL
Waterzakmosdiertje
Pectinatella magnifica


Lees verder...
Waterzakmosdiertje
Pectinatella magnifica
Mosdiertjes, Kolonievormend. Zoetwatersoort. <em>P. magnifica</em> behoort tot de klasse Phylactolaemata. In plaats van verkalkte kolonies te vormen, zoals veel mariene soorten, bestaan de kolonies uit een zachte, gelatineuze en doorschijnende massa met vele stervormige rozetten van zo&iuml;den. Aangezien deze vaak samengroeien, kunnen extreem grote opgezwollen ballon-, rugbybal- of zakvormige structuren ontstaan van meer dan 30 centimeter (2 meter is gemeld!) in doorsnede.&nbsp;Geelachtig of meer wit door de tentakelkransen, boven water bruin. Aan te treffen in meren, rivieren, vijvers en allerlei andere wateren, aanvankelijk vastgehecht aan allerlei substraten. Grote klompvormige massa's gaan drijven.

Lees verder...
Pectinatella magnificaMosdiertjes, Kolonievormend. Zoetwatersoort. P. magnifica behoort tot de klasse Phylactolaemata. In plaats van verkalkte kolonies te vormen, zoals veel mariene soorten, bestaan de kolonies uit een zachte, gelatineuze en doorschijnende massa met vele stervormige rozetten van zoïden. Aangezien deze vaak samengroeien, kunnen extreem grote opgezwollen ballon-, rugbybal- of zakvormige structuren ontstaan van meer dan 30 centimeter (2 meter is gemeld!) in doorsnede. Geelachtig of meer wit door de tentakelkransen, boven water bruin. Aan te treffen in meren, rivieren, vijvers en allerlei andere wateren, aanvankelijk vastgehecht aan allerlei substraten. Grote klompvormige massa's gaan drijven.

Afmetingen: Kolonies tot ca 30 cm, aaneengegroeide drijvende, zakvormige massa's tot wel 2 m (!)
Kleur: Geelachtig of meer wit door de tentakelkransen, boven water bruinig.
Vorm: de kolonies bestaan uit een zachte, gelatineuze en doorschijnende massa met vele stervormige rozetten van zoïden. Aangezien kolonies vaak samengroeien, kunnen extreem grote opgezwollen ballon-, rugbybal- of zakvormige structuren ontstaan.
N.B.: De kolonies verspreiden een lichte visgeur.

 Exoot. De soort is inheems in Noord-Amerika en geïntroduceerd in de westelijke delen van de VS. In Europa is de soort ten minste geïntroduceerd rond 1883 en onder ander bekend uit Frankrijk, Duitsland, Nederland, Luxemburg, Oostenrijk en de Tjechische republiek. De soort is inmiddels ook bekend uit Azië: Japan and Korea (Seo 1998).
In 2004 zijn voor het eerst statoblasen van P. magnifica gevonden in de Hunze River in de rivier de Hunze (of Oostermoersevaart) die loopt door de provincies Drente en Groningen en uitloopt in het Zuidlaardermeer (Van der Waaij, 2005). Hierna volgden meldingen uit andere provincies. Gelderland (uit Arnhem); Overijssel (Zwartsluis); Noord Brabant (Tilburg); Limburg (Roermond). Hoewel de soort nog maar op enkele lokaties aangetroffen is, loopt de verspreiding al over 6 verschillende provincees, hetgeen een wijde distributie doet veronderstellen. De soort wordt verspreid met schepen, ballastwater, vis, binnewatervisserij en -materiaal, hengelsportmateriaal en vermoedelijk ook via waterplanten en aquariumplanten en -materiaal (Nehring, 2002, 2006).

De kolonies worden aangetroffen in meren, rivieren, vijvers en allerlei andere wateren, aanvankelijk meestal vastgehecht aan allerlei substraten, zoals rotsen, hout, zoetwaterplanten, sponzen, grote zoetwatermossels (Najaden/Unionidae) en andere byozoa. Grote klompvormige massa's gaan drijven. Meerdere samengeklonterde zakken kunnen zeer groot worden en onaards aandoen. (In Amerika worden zulke waterzakken ook wel 'The Blob' of 'the Magnificent Blob' genoemd, naar een Horrofilm uit 1958, waarin via een meteoriet een buitenaards monster op aarde terechtkwam die qua vorm niet meer was dan een gelei-achtige, allesverslindende massa die alsmaar groter werd).

In de winter sterven de kolonies af, maar de statoblasten blijven in rust en zijn resistent tegen uitdroging en vorst. Dit vergroot het verspreidingspotentieel (Fofonoff et al,. 2003).xSoortenalbumNederlandZoetwater 
Zeevitrage
Conopeum reticulum


Lees verder...
Zeevitrage
Conopeum reticulum
Kolonievormend mosdiertje. Mariene soort. Vormt een gaasachtig aandoende korst op diverse soorten substraat.&nbsp;<span style="font-size: 12px; font-style: normal; font-variant-ligatures: normal; font-variant-caps: normal; font-weight: normal; line-height: 18px; font-family: Arial, Tahoma, Helvetica, Verdana, sans-serif;">De individuen (zo&iuml;den) binnen de kolonie worden circa 0.4-0.6 bij 0.2-0.3 mm groot en zijn min of meer ovaal, vaak afgerond rechthoekig of meerhoekig. De randen zijn sterk verkalkt, iets verdikt en iets korrelig van structuur.&nbsp;</span>Een membraan bedekt de oppervlakte van de korst. De kolonie in zijn geheel kan een groot oppervlak vormen. Tussen de individuen zijn vaak kenozo&iuml;den zichtbaar, dit zijn kleine driehoekige stukjes, met ronde of driehoekige openingen. Af en toe zijn de openingen van twee kenozo&iuml;den vergroeid tot een balkje.

Lees verder...
Conopeum reticulumKolonievormend mosdiertje. Mariene soort. Vormt een gaasachtig aandoende korst op diverse soorten substraat. De individuen (zoïden) binnen de kolonie worden circa 0.4-0.6 bij 0.2-0.3 mm groot en zijn min of meer ovaal, vaak afgerond rechthoekig of meerhoekig. De randen zijn sterk verkalkt, iets verdikt en iets korrelig van structuur. Een membraan bedekt de oppervlakte van de korst. De kolonie in zijn geheel kan een groot oppervlak vormen. Tussen de individuen zijn vaak kenozoïden zichtbaar, dit zijn kleine driehoekige stukjes, met ronde of driehoekige openingen. Af en toe zijn de openingen van twee kenozoïden vergroeid tot een balkje.

Afmetingen: Individuen (zoïden) zij circa 0.4-0.6 bij 0.2-0.3 mm groot.
Vorm: Individuen zijn ovaal, kolonie vormt gaasachtig aandoende korsten. Tussen de normale zoïden zijn driehoekige kenozoïden zichtbaar.
Overig: Polypide bezit 10-11 tentakels. Avicularia ontbreken.

 Algemeen voorkomende soort in België en Nederland. Noordelijke Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee.Te vinden op hard substraat zoals schelpen, stenen, palen en ondergedompelde structuren. Langs de kust wordt de soort vooral gevonden op mosselen en ook op krabbenschilden, uit de kust vaak aan de binnenkant van kokkels en op stenen. Komt voor van de laagwaterlijn tot enkele tientallen meters van het sublitoraal. In ondiepe wateren van open kusten en heeft een voorkeur voor beschutte kustgebieden zoals riviermondingen en baaien. Komt ook voor in brak water tot een zoutgehalte van 2 promille. Ook is het de moeite waard om aangespoeld plastic eens goed te bekijken, daar zijn ze ook vaak op gevestigd. 111351SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO|LIMP|SMP|SETL
 
   
 
Instellingen
 
 


Kolommen
select
       
Indeling
select
        
Uiterlijk
select

Groepsnaam
select

Sortering groepsnaam
select



 
   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

  • Inventarisaties
  • Beheeradviezen 
  • Monitoring
  • Exoten

Mariene soorten en ecologie

  • Educatie
  • Artikelen
  • Exoten

 

 

Steun ANEMOON

  • Met een donatie
  • Met waarnemingen
  • Met foto's 
  • Met locatie-omschrijvingen
  • Met maken van artikelen
  • Met organiseren activiteiten

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

 

 

Back To Top