Bolronde vlokreeft
Iphimedia minuta

|
Bolronde vlokreeft
Iphimedia minuta
Mariene vlokreeft. Het is een tamelijk bolvormige vlokreeft, met tanden op de achterrand van de staartsegmenten.
Item 1 of 0
| Bolronde vlokreeft | Iphimedia minuta | | Mariene vlokreeft. Het is een tamelijk bolvormige vlokreeft, met tanden op de achterrand van de staartsegmenten. | | | | | | 102345 | Nederland | Zoutwater | MOO|Exoten |
Bruingevlekte spookkreeft
Caprella equilibra

|
Bruingevlekte spookkreeft
Caprella equilibra
Mannetjes tot 22 mm, vrouwtjes tot 12 mm. Geelwit doorschijnend, vaak met oranje vlekken. Oog zwart, rondom soms roodoranje. Staafvormig, slank, gesegmenteerd lichaam. Twee paar kopantennes, die overgaan in een gesegmenteerde spriet (flagellum). Eerste antennepaar ongeveer even lang als de halve lichaamslengte, spriet met tot 15 segmenten. Tweede antennes een vijfde tot hoogstens een derde van lichaamslengte, met twee segmenten. Onderzijde tweede antennepaar met lange haren. Lichaam (rugzijde) glad, op soms wat gepaarde knobbels op segment 5 na. Kop glad en plat. Scharen van het subchelate type (klapscharen). Eerste paar schaarpoten (Gnathopoda), met kleine scharen, elk met op de propodus twee korte grijpstekels en een hoekige gifstekel. Randen van propodus fijn gekarteld. Scharen van tweede paar schaarpoten groter, met lange gebogen puntige dactylus en grote gifstekel binnenin op de propodus. De palm is behaard. Basis van schaar zeer kort en stevig. Geen poten aan middelste segmenten, wel ovale, flapvormige kieuwblaasjes. Bij vrouwtjes zit onder de buiksegmenten de broedbuidel, omgeven door twee buikplaten. Aan het achterlijf meerdere korte poten en twee zeer lange (pereiopoda 6 en 7), met 2 korte grijpstekls en eindigend in een kromme dactylus.
Item 1 of 0
| Bruingevlekte spookkreeft | Caprella equilibra | | Mannetjes tot 22 mm, vrouwtjes tot 12 mm. Geelwit doorschijnend, vaak met oranje vlekken. Oog zwart, rondom soms roodoranje. Staafvormig, slank, gesegmenteerd lichaam. Twee paar kopantennes, die overgaan in een gesegmenteerde spriet (flagellum). Eerste antennepaar ongeveer even lang als de halve lichaamslengte, spriet met tot 15 segmenten. Tweede antennes een vijfde tot hoogstens een derde van lichaamslengte, met twee segmenten. Onderzijde tweede antennepaar met lange haren. Lichaam (rugzijde) glad, op soms wat gepaarde knobbels op segment 5 na. Kop glad en plat. Scharen van het subchelate type (klapscharen). Eerste paar schaarpoten (Gnathopoda), met kleine scharen, elk met op de propodus twee korte grijpstekels en een hoekige gifstekel. Randen van propodus fijn gekarteld. Scharen van tweede paar schaarpoten groter, met lange gebogen puntige dactylus en grote gifstekel binnenin op de propodus. De palm is behaard. Basis van schaar zeer kort en stevig. Geen poten aan middelste segmenten, wel ovale, flapvormige kieuwblaasjes. Bij vrouwtjes zit onder de buiksegmenten de broedbuidel, omgeven door twee buikplaten. Aan het achterlijf meerdere korte poten en twee zeer lange (pereiopoda 6 en 7), met 2 korte grijpstekls en eindigend in een kromme dactylus. | | | In Nederland in de Westerschelde.
Zie waarneming.nl van 1900 - 2017: Bruingevlekte spookkreeft.
Zie verspreidingsatlas.nl: Bruingevlekte spookkreeft. | | | 101830 | Nederland | Zoutwater | LIMP |
Echte poliepvlo
Stenothoe marina

|
Echte poliepvlo
Stenothoe marina
Mariene poliepvlo. Leeft op Tubularia sp..
Item 1 of 0
| Echte poliepvlo | Stenothoe marina | | Mariene poliepvlo. Leeft op Tubularia sp.. | | | | | | 103166 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Gehoornde spookkreeft
Caprella scaura

|
Gehoornde spookkreeft
Caprella scaura
Mannetje tot 34 mm, vrouwtje tot 14 mm. Alleen scherpe naar voren staande stekel op de kop. Kleur bruinrood. Voorkomen: vooralsnog zeldzaam, Borssele >10 ex.
Item 1 of 0
| Gehoornde spookkreeft | Caprella scaura | | Mannetje tot 34 mm, vrouwtje tot 14 mm. Alleen scherpe naar voren staande stekel op de kop. Kleur bruinrood. Voorkomen: vooralsnog zeldzaam, Borssele >10 ex. | | | Zie waarneming.nl 1900 - 2017: Gehoornde spookkreeft. | | | 236551 | Nederland | Zoutwater | LIMP |
Gemarmerde marmerkreeft
Jassa marmorata

|
Gemarmerde marmerkreeft
Jassa marmorata
Mariene marmerkreeftjes. Tot 10 mm. Voorrand van de basis van de 2e poot (mannetje, vrouwtje) met lange haren. Haren op voorrand van de basis van de 2e poot (mannetje, vrouwtje) ongeveerd. Hand van 2e poot met duimvormig uitsteeksel bij het mannetje, concaaf, zonder uitsteeksel bij het vrouwtje. Kleur een gemarmerd kleurpatroon van bruine vlekken op een crèmekleurige ondergrond.
Item 1 of 0
| Gemarmerde marmerkreeft | Jassa marmorata | | Mariene marmerkreeftjes. Tot 10 mm. Voorrand van de basis van de 2e poot (mannetje, vrouwtje) met lange haren. Haren op voorrand van de basis van de 2e poot (mannetje, vrouwtje) ongeveerd. Hand van 2e poot met duimvormig uitsteeksel bij het mannetje, concaaf, zonder uitsteeksel bij het vrouwtje. Kleur een gemarmerd kleurpatroon van bruine vlekken op een crèmekleurige ondergrond. | Kleur: het dier bezit een gemarmerd kleurpatroon van bruine vlekken op een crèmekleurige ondergrond. | | | Jassa marmorata is in alle mariene getijdenwateren van het Deltagebied te verwachten. Vooral op plaatsen met veel golfslag en/of stroming. Deze soort leeft in kokers op stenen, wieren en vastzittende ongewervelden. | | 102433 | Nederland | Zoutwater | |
Gestekelde spookkreeft
Pseudoprotella phasma

|
Gestekelde spookkreeft
Pseudoprotella phasma
Mariene spookkreeft. Mannetje tot 25 mm, vrouwtje tot 20 mm. Scherpe naar voren staande stekels op segment 1 en 2. Doorschijnend bleekgroen, op de 2e poot wat rode vlekjes.
Item 1 of 0
| Gestekelde spookkreeft | Pseudoprotella phasma | | Mariene spookkreeft. Mannetje tot 25 mm, vrouwtje tot 20 mm. Scherpe naar voren staande stekels op segment 1 en 2. Doorschijnend bleekgroen, op de 2e poot wat rode vlekjes. | | | Alleen buiten de kust | | | 101871 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Gestreepte vlokreeft
Iphimedia obesa

|
Gestreepte vlokreeft
Iphimedia obesa
Mariene vlokreeft. Het is een grote vlokreeft tot 12 mm. De kleuring is karakteristiek: bleek geel met 2 a 3 rood-bruine dwars strepen per segment en extra goudkleurige strepen er tussendoor. De ogen zijn rood-bruin tot violet.
Item 1 of 0
| Gestreepte vlokreeft | Iphimedia obesa | | Mariene vlokreeft. Het is een grote vlokreeft tot 12 mm. De kleuring is karakteristiek: bleek geel met 2 a 3 rood-bruine dwars strepen per segment en extra goudkleurige strepen er tussendoor. De ogen zijn rood-bruin tot violet. | Afmeting: tot 12 mm.
Kleur: bleek geel met 2 a 3 rood-bruine dwars strepen per segment en extra goudkleurige strepen er tussendoor. De ogen zijn rood-bruin tot violet. | | | | | 102347 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Harige spookkreeft
Caprella mutica

|
Harige spookkreeft
Caprella mutica
Spookkreeft. Mariene soort. In Nederland tot 2 (mannetje)
en 1,5 cm (vrouwtje). Oranje-rood of nagenoeg doorzichtig. Scharen
mannetje vaak wit met oranje vlekken. Kieuwbladen donker gevlekt. Broedbuidel vrouwtje
donkerrood gestipt. Twee paar kopantennes, een paar zeer lang.
Lichaam en scharen mannetje dicht behaard, vrouwtjes zonder
beharing. Derde en vierde
lichaamssegment met twee paar kieuwblaadjes, het vrouwtje heeft daar ook de
broedbuidel. Slechts drie paar pootjes.
Item 1 of 0
| Harige spookkreeft | Caprella mutica | | Spookkreeft. Mariene soort. In Nederland tot 2 (mannetje)
en 1,5 cm (vrouwtje). Oranje-rood of nagenoeg doorzichtig. Scharen
mannetje vaak wit met oranje vlekken. Kieuwbladen donker gevlekt. Broedbuidel vrouwtje
donkerrood gestipt. Twee paar kopantennes, een paar zeer lang.
Lichaam en scharen mannetje dicht behaard, vrouwtjes zonder
beharing. Derde en vierde
lichaamssegment met twee paar kieuwblaadjes, het vrouwtje heeft daar ook de
broedbuidel. Slechts drie paar pootjes. | Afmetingen: mannetjes zijn groter dan vrouwtjes. In Nederland waargenomen dieren zijn gemiddeld 2 cm (mannetje) en 1,5 cm (vrouwtje). Pas uitgekomen juvenielen zijn 1,3 mm.
Kleur: De dieren hebben een oranje-rode kleur of zijn nagenoeg doorzichtig. De relatief grote scharen van het mannetje zijn
meestal wit met oranje vlekken. De kieuwbladen zijn wit met donkere stippen. Op de broedbuidel van het vrouwtje staan
donkerrode stippen.
Vorm: Op de kop staan twee paar antennes. Het eerste paar bestaat uit 20 segmenten en is iets groter dan de lichaamslengte. Het tweede paar is aanzienlijk kleiner. De eerste twee lange lichaamssegmenten en de grote scharen van het mannetje zijn bezet met dichte beharing. Bij het vrouwtje ontbreekt deze beharing. Aan het derde en het vierde lichaamssegment zitten twee paar kieuwblaadjes. Bij het vrouwtje bevindt zich hier de broedbuidel. Op het derde tot en met het zevende segment staan uitsteeksels aan de rug en de zijkant.
Poten: Deze kleine kreeftachtige heeft slechts drie paar pootjes om zich mee vast te houden.
| | Oorspronkelijk komen de dieren voor in de kustwateren van Noordoost Azië. De dieren hebben zich sinds de jaren 90 snel verspreid naar Noord Amerika en Canada (de Stille Oceaan en de Atlantische Oceaan), Nieuw Zeeland, Europa n.l. de Britse eilanden, Ierland, Noorwegen, Duitsland, België en Nederland. Verspreiding in Nederland: Zeeland, vooral in de Oosterschelde. Waarschijnlijk is Caprella mutica door de mens verspreid buiten het oorspronkelijk leefgebied via schepen (begroeiing van de romp en ballastwater) en aquacultuur.
Verspreidingsatlas: Harige spookkreeft.
Waarneming.nl: Harige spookkreeft. | In hun oorspronkelijke habitat leven de dieren vooral op Sargassowier en op kunstmatige substraten zoals ankertouwen. In de gebieden waar deze spookkreeftjes zijn geïntroduceerd komen ze voor op organismen aanwezig op begroeide kunstmatige substraten als ankertouwen, boeien, pontons, boten en netten van de aquacultuur. De soort is waargenomen op onder andere hydropoliepen, zakpijpen, kokerwormen en wieren.
Het Harige spookkreeftje beweegt zich voort als een spanrups: eerst buigt het dier zich voorover en grijpt zich vast met de
monddelen, waarna hij het achterlijf bijtrekt. Tijdens het voedsel vergaren houdt het dier zich met de drie
paar pootjes aan het substraat vast en wacht met een uitgestrekt lichaam en
gespreide scharen op prooidieren. Regelmatig worden de kleine
met haren bezette antennen uitgekamd, waarschijnlijk wordt op deze
manier plankton verzameld. Daarnaast vangen de dieren grotere prooien zoals wadkreeftjes.
Opvallend is dat het mannetje zijn grote scharen niet gebruikt bij het
voedsel zoeken. Wel knipt het dier hiermee stukjes hydropoliep af.
Bij de voortplanting benaderen en betasten de mannetjes een vrouwtje
voorzichtig met de grote antennes. Als een vrouwtje het mannetje niet
accepteert, haalt ze fel naar hem uit met haar antennes. Na meerdere onsuccesvolle pogingen druipen de mannetjes af. Als het
vrouwtje het mannetje wel accepteert tast zij naar diens monddelen. Bij eenmaal gepaarde dieren houdt het mannetje voortdurend lichamelijk contact met het
vrouwtje em halen beide partners uit naar andere mannetjes. Komt een
ongepaard mannetje binnen een bereik van 2 cm dan breekt een hevig gevecht uit. Beide mannetjes
grijpen met de grote scharen in elkaar en strekken zich uit. Nadat het
verliezende mannetje, meestal het ongepaarde, vertrokken is, biedt de
overwinnaar het vrouwtje vaak een stukje hydroïdpoliep aan. Buiten
het territorium van 2 cm reageren ongepaarde mannetjes niet agressief
op elkaar.
De voortplantingscyclus van Caprella mutica is zeer snel. Vrouwtjes produceren hun eerste broedsel
al na ongeveer 24 tot 26 dagen. Gemiddeld produceert een vrouwtje tussen
de 11 en 25,5 nakomelingen. Bevruchte vrouwtjes dragen een klompje eieren tussen de
kieuwblaasjes in een broedbuidel. Iedere 5 tot 11 dagen komen de eieren
uit. De pas uitgekomen larven zijn slechts 1,33 mm groot. Mannetjes
groeien sneller dan vrouwtjes. | | 146768 | Nederland | Zoutwater | MOO|SETL |
Kwalvlo
Hyperia galba

|
Kwalvlo
Hyperia galba
Kwalvlooien zijn kleine garnaalachtige zeediertjes van maximaal circa twaalf millimeter lengte. Ze leven als parasiet op of onder de hoed van diverse kwallen, zoals Zeepaddenstoel, Kompaskwal en Oorkwal.
Item 1 of 0
| Kwalvlo | Hyperia galba | | Kwalvlooien zijn kleine garnaalachtige zeediertjes van maximaal circa twaalf millimeter lengte. Ze leven als parasiet op of onder de hoed van diverse kwallen, zoals Zeepaddenstoel, Kompaskwal en Oorkwal. | | | Verspreidingsatlas: Kwalvlo. | | | 103251 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Langspriet-slijkkreeftje
Corophium volutator

|
Langspriet-slijkkreeftje
Corophium volutator
Mariene slijkkreeftjes. Maximaal 1,5 cm (meestal kleiner, circa 8 mm). Vuilwit of lichtbruin, met een fijn donkerbruin kleurpatroon van strepen en vlekken. Slank, in of meer afgeplat lijf, met zeer grote en brede onderste antennes, die aan het uiteinde een haakje hebben. Het rostrum voor op de kop is vrij kort en afgerond. Ogen klein en zwart. Het laatste paar looppoten is veel langer dan de overige poten
Item 1 of 0
| Langspriet-slijkkreeftje | Corophium volutator | | Mariene slijkkreeftjes. Maximaal 1,5 cm (meestal kleiner, circa 8 mm). Vuilwit of lichtbruin, met een fijn donkerbruin kleurpatroon van strepen en vlekken. Slank, in of meer afgeplat lijf, met zeer grote en brede onderste antennes, die aan het uiteinde een haakje hebben. Het rostrum voor op de kop is vrij kort en afgerond. Ogen klein en zwart. Het laatste paar looppoten is veel langer dan de overige poten | | | Verspreiding: Langsprietslijkgarnaal. | | | 102101 | Nederland | Zoutwater | MOO |