Search
Search

Flora en Fauna soorteninformatie

 
Zoeken
 
 
Zoeken


Gebied
Biotoop
Project

 
   
 
Groepen
 
 
Bloemdieren
Hydropoliepen
Schijfkwallen
Steelkwallen
Terug
 
   
 
Soorten
 
 
Data pager
Data pager
123
Page size:
PageSizeComboBox
select
 45 items in 3 pages
ZoekbeeldKenmerken
 
               
Data pager
Data pager
123
Page size:
PageSizeComboBox
select
 45 items in 3 pages
Berevachtpoliep
Garveia franciscana


Lees verder...
Berevachtpoliep
Garveia franciscana
Hydropoliep. De poliep vormt sterk vertakte kolonies tot 20 cm hoog met assen tot 0.3 mm in doorsnede. Deze kolonies ontspringen uit een dun web van stolonen. De perisarc (buitenste omhulsel van chitine) is geelbruin en kan rimpelig of onduidelijk geringd zijn. De poliepen staan aan het eind van de assen en zijn knotsvormig. Elke poliep heeft 10-12 tentakels die in een krans rond de kegelvormige mondopening staan geplaatst. De mannelijke en vrouwelijke gonoforen (voortplantingsstructuren) staan op aparte kolonies. Mannelijke gonoforen zijn eivormig (0.4 mm lang) en hebben een kort steeltje. Vrouwelijke gonoforen zijn bolrond (0.15 mm in diameter). Mannelijke kolonies zijn meestal ook regelmatiger vertakt dan vrouwelijke kolonies.

Lees verder...
Garveia franciscanaHydropoliep. De poliep vormt sterk vertakte kolonies tot 20 cm hoog met assen tot 0.3 mm in doorsnede. Deze kolonies ontspringen uit een dun web van stolonen. De perisarc (buitenste omhulsel van chitine) is geelbruin en kan rimpelig of onduidelijk geringd zijn. De poliepen staan aan het eind van de assen en zijn knotsvormig. Elke poliep heeft 10-12 tentakels die in een krans rond de kegelvormige mondopening staan geplaatst. De mannelijke en vrouwelijke gonoforen (voortplantingsstructuren) staan op aparte kolonies. Mannelijke gonoforen zijn eivormig (0.4 mm lang) en hebben een kort steeltje. Vrouwelijke gonoforen zijn bolrond (0.15 mm in diameter). Mannelijke kolonies zijn meestal ook regelmatiger vertakt dan vrouwelijke kolonies.  Atlantische Oceaan, Middellandse zee, Grote Oceaan, India, westkust Afrika, Australië.
In Nederland werd G. franciscana vooral veel gevonden in de voormalige Zuiderzee, en nu minder talrijk in o.a. de Westerschelde en het Noordzeekanaal.

verspreiding Nederland: Berevachtpoliep
deze soort groeit op vast substraat en kan ook voorkomen in gebieden met laag zoutgehalte.  117340SoortenalbumNederlandBrakwaterMOO
Blauwe haarkwal
Cyanea lamarckii


Lees verder...
Blauwe haarkwal
Cyanea lamarckii
<p>Schijfkwal. Mariene soort. Tot 30 cm in doorsnede. Kenmerkend zijn de wratjes/bultjes op de hoed en het ontbrekenvan gaatjes in de spieren bij dieren &gt;8cm doorsnede. Van kleurloos tot zilverachtig lilablauw, soms meer geel. De soort heeft een platte, schotelvormige scherm (hoed) met 20 of meer (tot 32) lobben, waaraan circa 60-65 dunne, haarachtige tentakels zitten. Kan pijnlijk steken (netelen).<br /> <br /> </p>

Lees verder...
Cyanea lamarckii

Schijfkwal. Mariene soort. Tot 30 cm in doorsnede. Kenmerkend zijn de wratjes/bultjes op de hoed en het ontbrekenvan gaatjes in de spieren bij dieren >8cm doorsnede. Van kleurloos tot zilverachtig lilablauw, soms meer geel. De soort heeft een platte, schotelvormige scherm (hoed) met 20 of meer (tot 32) lobben, waaraan circa 60-65 dunne, haarachtige tentakels zitten. Kan pijnlijk steken (netelen).

Afmetingen: Tot 30 cm in doorsnede.
Kleur: Blauw, soms met zilverwit. Gele exemplaren komen echter ook voor.
Vorm: Platte, gelei-achtige kwal met een schotelvormig scherm. Vanuit het midden lopen radiaire lijnen naar de rand van het scherm. De schijf heeft 32 lobben waaraan circa 60-65 dunne, haarachtige tentakels zitten. Deze tentakels bevatten netelcellen en kunnen zeer lang worden. Onder de schotel bevinden zich vier geplooide mondarmen, die korter zijn dan de tentakels. De rand van de schotel heeft 32 lobben.
Overig: De draadvormige tentakels van haarkwallen kunnen ook voor de mens pijnlijk steken. Desondanks hebben deze en andere kwallen bij nadere beschouwing prachtige vormen. Ze kunnen zich uiterst gracieus door het water bewegen. De in Nederland aanspoelende kwallensoorten zijn, zoals terecht aangehaald door Ates (2004), zeker niet “dom, blind en dodelijk”.

 

Vanaf het Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (IJsland, Noorwegen, Oostzee) via het Kattegat, de Noordzee, Britse Eilanden en Ierse Zee tot in de Golf van Biskaje. In Nederland regelmatig in de kustwateren van de Waddenzee en Oosterschelde en langs de Noordzeekust. Van de beide uit ons land bekende soorten haarkwallen komt de Blauwe haarkwal het meest langs de Nederlandse kust voor. Het poliepstadium van deze soort is in het wild nog niet waargenomen.

De schijfkwal, het kwalstadium van deze soort, beweegt zich vrij in de waterkolom. De kwalpoliepjes groeien op hard substraat. Haarkwallen hebben gescheiden geslachten. Na bevruchting verlaten de planula-larven de kwal en zoeken een plek om zich te vestigen. Het grootste deel van hun leven brengen kwallen door als poliepje op harde substraten op de zeebodem, welke zich ongeslachtelijk kunnen voortplanten. Het kwalstadium, waarin de soort zich geslachtelijk voortplant, duurt ongeveer een half jaar.
De poliepen eten dierlijk plankton, zoals roeipootkreeftjes, vislarven en andere kwallen. Volwassen dieren in het kwalstadium vangen ook grotere prooien, waaronder visjes, die met de netelcellen verdoofd worden en daarna door de tentakels naar de mondopening gebracht worden.

De blauwe haarkwal is een van de vroegst aan de kust optredende kwallensoorten; de piek in aantallen is meestal tussen april en juni.

135302
SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO|SMP
Bochtige klokpoliep
Laomedea flexuosa


Lees verder...
Bochtige klokpoliep
Laomedea flexuosa
Mariene Hydropoliep.

Lees verder...
Laomedea flexuosaMariene Hydropoliep.     117382SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Brakwaterpoliep
Cordylophora caspia


Lees verder...
Brakwaterpoliep
Cordylophora caspia
Hydropoliep. Brak tot bijna zoet water. Lage, struikvormige kolonies, meestal tot 3 cm hoog, vaak ter plaatse zee talrijk.

Lees verder...
Cordylophora caspiaHydropoliep. Brak tot bijna zoet water. Lage, struikvormige kolonies, meestal tot 3 cm hoog, vaak ter plaatse zee talrijk.     117428SoortenalbumNederlandBrakwaterMOO
Bruine zoetwaterpoliep
Hydra oligactis


Lees verder...
Bruine zoetwaterpoliep
Hydra oligactis
Hydropoliep. Zoetwater soort. 0,6 - 1,5 cm. De poliep heeft lange tentakels. De soort hecht zich vast op waterplanten.&nbsp;

Lees verder...
Hydra oligactisHydropoliep. Zoetwater soort. 0,6 - 1,5 cm. De poliep heeft lange tentakels. De soort hecht zich vast op waterplanten.      290145SoortenalbumNederlandZoetwaterMOO
Dodemansduim
Alcyonium digitatum


Lees verder...
Dodemansduim
Alcyonium digitatum
Zacht koraal. Mariene soort. Korstvormende kolonies ca 5-10 mm, grotere kolonies in de kustzone tot ca 10 cm, in de Noordzee tot 20 cm. Poliepjes 6-8 mm en wit. Kolonie vaak met witte stam, maar ook geel of oranje. Als kolonies ouder worden ontstaan bulten die uitgroeien tot duimdikke, vingerachtige uitstulpingen. Vorm en kleur doen denken aan een hand met vingers. Alleen plaatselijk voorkomend in de Oosterschelde, Grevelingen en Noordzee.

Lees verder...
Alcyonium digitatumZacht koraal. Mariene soort. Korstvormende kolonies ca 5-10 mm, grotere kolonies in de kustzone tot ca 10 cm, in de Noordzee tot 20 cm. Poliepjes 6-8 mm en wit. Kolonie vaak met witte stam, maar ook geel of oranje. Als kolonies ouder worden ontstaan bulten die uitgroeien tot duimdikke, vingerachtige uitstulpingen. Vorm en kleur doen denken aan een hand met vingers. Alleen plaatselijk voorkomend in de Oosterschelde, Grevelingen en Noordzee.Afmetingen: Jonge korstvormende kolonies hebben een diameter van 5-10 mm. In de Oosterschelde groeien kolonies meestal niet verder uit dan tot circa 10 cm hoog. De dikte van de 'vingers' ligt tussen de 1 en 3 cm. In de Noordzee worden kolonies groter, tot ruim 20 cm. De poliepjes zijn niet groter dan 6-8 mm.

Kleur: Het meest voorkomend is een witte stam, maar in de Oosterschelde komen ook gele en oranje stammen voor. De poliepen zijn altijd doorschijnend wit.
Vorm: De Dodemansduim vormt kolonies van heel kleine, met elkaar vergroeide poliepen. Bij vergroting is te zien dat ieder poliepje acht geveerde tentakels heeft. Jonge kolonies zijn min of meer korstvormig, maar naarmate ze ouder worden ontstaan er één of meer bulten. Zo'n bult kan uitgroeien tot duimdikke, vingerachtige uitstulpingen (lobben). Nog grotere kolonies kunnen zelfs vertakken. Bij de geringste verstoring worden de individuele poliepjes naar binnen getrokken en heeft de Dodemansduim een sponsachtig uiterlijk. Waar de poliepjes zaten, zijn dan putjes te zien. Het duurt lang voordat ze weer worden uitgezet. Door de vorm en de vale kleur, doen kolonies met ingetrokken poliepjes denken aan een hand met vingers (van een dode zeeman).
Overig: Dodemansduim (ook wel Doômansduim) behoort tot de zachte koralen of Lederkoralen.

 

Oostelijke Atlantische Oceaan, van IJsland en Noorwegen tot Portugal. De soort komt plaatselijk voor in de Noordzee, onder meer op wrakken en op enige afstand van onze kust (Klaverbank). Uit de kustwatern het meest bekend uit het westelijk deel van de Oosterschelde (Schouwen, Noord Beveland), uit het mondingsgebied van de Oosterschelde en recentelijk ook weer uit het Grevelingenmeer, vanwaar de soort aanvankelijk vrijwel verdwenen was.

- Verspreiding dodemansduim uit waarneming.nl: 1990 t/m 2017.

Dodemansduim groeit altijd beneden de laagwaterlijn, tot een diepte van ca 100 m. Ze zitten met name op stenen of ander hard substraat, vooral op plaatsen met veel stroming. Soms echter ook op kleibodems of zelfs op bewegende substraten, zoals horens van de Noordhoren en Wulk of door Heremietkreeften bewoonde slakkenhuizen. De poliepjes filteren met de tentakels plankton uit het water. De soort kan zich zowel geslachtelijk als ongeslachtelijke voortplanten. Kolonies ontstaan door ongeslachtelijke voortplanting. Onderling kunnen kolonies elkaar bevruchten.

Zachte koralen lijken vrij zacht en poreus, maar hebben een skelet dat uit kalknaalden bestaat. Dodemansduim produceert stoffen die vanwege de afschrikwekkende smaak predatoren afweren en/of giftig zijn.
Brokkelsterren worden beschouwd als voedselconcurenten voor Dodemansduim. Wanneer na een strenge winter de meeste slangsterren zijn afgestorven, zien we vaak een toename van Dodemansduimen.
 125333SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Gekromde zeeborstel
Hydrallmania falcata


Lees verder...
Gekromde zeeborstel
Hydrallmania falcata
Hydropoliep. Mariene soort. De hoofdstam vormt een lange, in open spiraal groeiend, van minimaal 50 cm lengte. De stam zigzagt omhoog.

Lees verder...
Hydrallmania falcataHydropoliep. Mariene soort. De hoofdstam vormt een lange, in open spiraal groeiend, van minimaal 50 cm lengte. De stam zigzagt omhoog.     117890SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Gele haarkwal
Cyanea capillata


Lees verder...
Gele haarkwal
Cyanea capillata
<p>Schijfkwal. Mariene soort. Tot ca 50 cm in doorsnede Vaak geelachtig, maar lang niet altijd: kleurloos tot bruinrood komt ook voor. Plat, schotelvormig scherm (hoed), door insnijdingen in meestal 16 (tot 20) geplooide lobben verdeeld. Moeilijk te onderscheiden van de Blauwe haarkwal. Verschillen o.a. in septen van de kringspier en radiale rijen gaatjes in de spieren. Zeer veel dunne, haarachtige tentakels (meer en langer dan Blauwe haarkwal) Steekt zeer pijnlijk. Relatief zeldzame soort op onze kust.</p>

Lees verder...
Cyanea capillata

Schijfkwal. Mariene soort. Tot ca 50 cm in doorsnede Vaak geelachtig, maar lang niet altijd: kleurloos tot bruinrood komt ook voor. Plat, schotelvormig scherm (hoed), door insnijdingen in meestal 16 (tot 20) geplooide lobben verdeeld. Moeilijk te onderscheiden van de Blauwe haarkwal. Verschillen o.a. in septen van de kringspier en radiale rijen gaatjes in de spieren. Zeer veel dunne, haarachtige tentakels (meer en langer dan Blauwe haarkwal) Steekt zeer pijnlijk. Relatief zeldzame soort op onze kust.

Afmetingen: Tot ca. 50 cm in doorsnede (er zijn uit het buitenland aanzienlijk grotere exemplaren gemeld).
Kleur: Vaak geelachtig, maar lang niet altijd: kleurloos tot bruinrood komt ook voor.
Vorm: Vrij platte, gelei-achtige kwal met een schotelvormig scherm (hoed). De bij de Blauwe haarkwal aanwezige wratjes of bultjes boven op het scherm ontbreken. Het scherm is door insnijdingen in meestal 16 (tot 20) geplooide lobben verdeeld. Aan de binnenzijde van de hoed zitten kringspieren, die de pulserende beweging bij het zwemmen maken. De structuur van de kringspieren bij de Gele haarkwal verschilt van die van de Blauwe. Bij de Gele is de kringspier onderbroken door radiaire septen en (bij grote exemplaren) komen radiale rijen gaatjes in de spieren voor. Onder het scherm zit een zeer groot aantal lange, dunne, haarachtige tentakels, aanzienlijk meer dan bij de Blauwe haarkwal. Deze tentakels bevatten netelcellen.
Overig: De draadvormige tentakels van de Gele haarkwallen kunnen de mens uiterst pijnlijk steken.

 

Koudwatersoort met een zeer wijde verspreiding op het Noordelijk halfrond. Globaal gezien van de Poolzee, via de Westelijke Oostzee en de Noordzee tot de Franse kust. Ook aan beide Noord-Amerikaanse kusten tot Mexico en Californië. De Noordzee lijkt ongeveer in de zuidgrens van het verspreidingsgebied te liggen. De soort is in Nederland schaars tot zeldzaam (diverse meldingen hebben betrekking op gele vormen van de Blauwe haarkwal). Langs de Belgische en Noord-Franse kust nog zeldzamer. Over het poliepstadium is niets bekend.

Op het strand: vooral in de herfst te verwachten.

Vrij levend in de waterkolom. De kwalpoliepjes groeien op hard substraat. Gescheiden geslachten. De poliepen eten dierlijk plankton. Volwassen dieren (kwalstadium) vangen grotere prooien als vissen en andere kwallen. Zie verder bij de Blauwe haarkwal. 135301SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Golfbrekeranemoon
Diadumene cincta


Lees verder...
Golfbrekeranemoon
Diadumene cincta
Zeeanemoon. Marien. Kleine, veelal oranje soort, met tamelijk korte, dunne tentakels. Tot 6 cm hoog, maar meestal veel kleiner. De dieren hebben een gladde slanke zuil die als de dieren volledig uitstaan veel hoger is dan breed. Leeft op hard substraat, maar ook op grootbladige wieren. Van de laagwaterlijn tot diepten van ca. 40 meter. Zeeland, Wadden, plaatselijk langs de Hollandse kust.

Lees verder...
Diadumene cinctaZeeanemoon. Marien. Kleine, veelal oranje soort, met tamelijk korte, dunne tentakels. Tot 6 cm hoog, maar meestal veel kleiner. De dieren hebben een gladde slanke zuil die als de dieren volledig uitstaan veel hoger is dan breed. Leeft op hard substraat, maar ook op grootbladige wieren. Van de laagwaterlijn tot diepten van ca. 40 meter. Zeeland, Wadden, plaatselijk langs de Hollandse kust.

Afmetingen: Maximaal 5-6 cm hoog, maar doorgaans veel kleiner. De zuil is in uitgestrekte toestand minder dan 1 cm. in doorsnede. De tentakels zijn 1-2 cm lang.
Kleur:
Meestal oranje, soms oranjebruin, soms groenig. Vaak feller gekleurd dan Zeeanjelieren. Vooral in de winter worden soms ook 'verbleekte' en soms zelfs min of meer doorschijnende exemplaren waargenomen, wat de kans op verwarring met Zeeanjelieren vergroot. De koosnaam 'Baksteenanemoon' verwijst naar de mooie oranje- tot roodbruine (baksteen-) kleur.
Vorm: De zuil van de Golfbrekeranemoon is slank, vaak wormvormig. De tentakels zijn vrij dik en in een cirkelvormige krans geplaatst. De mondschijf van de Golfbrekeranemoon is nooit geplooid. De voet is rond. Soms worden exemplaren waargenomen met één of meer vechttentakels.

 

 Algemeen in de province Zeeland, in de Waddenzee meer plaatselijk. Leeft ook hier en daar langs de Noordzeekust van Noord- en Zuid-Holland.De Golfbrekeranemoon leeft voornamelijk op hard substraat als stenen, palen, schelpen, hout van wrakken etc., maar ook op grootbladige wieren zoals Zeesla. De dieren komen voor van de laagwaterlijn tot diepten van ca. 40 meter. 100872SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO|LIMP
Gorgelpijppoliep
Ectopleura larynx


Lees verder...
Gorgelpijppoliep
Ectopleura larynx
Hydropoliep. Mariene soort. Kolonies meestal 3-4 cm, soms tot 10 cm. Uit een grondplaat komende geelbruine, maximaal 1.5 mm dikke buizen met een aantal duidelijke ringvormige insnoeringen. Aan de bovenkant meer roze. Aan het uiteinde steeds een poliep met rond de mondopening twee tentakelkransen.

Lees verder...
Ectopleura larynxHydropoliep. Mariene soort. Kolonies meestal 3-4 cm, soms tot 10 cm. Uit een grondplaat komende geelbruine, maximaal 1.5 mm dikke buizen met een aantal duidelijke ringvormige insnoeringen. Aan de bovenkant meer roze. Aan het uiteinde steeds een poliep met rond de mondopening twee tentakelkransen.

Afmetingen: Kolonies zijn meestal zo'n 3 tot 4 cm hoog, soms tot 10 cm. Tentakels van de onderste tentakelkrans tot ca. 8 mm. De buisjes zijn maximaal 1.5 mm dik.
Kleur: Geelbruine buizen, aan de bovenkant meer roze. De bovenkant van de poliep, waar de mondopening staat, is helder- of donkerrood.
Vorm: De kolonies van Gorgelpijp bestaan uit een op het substraat vastgehechte grondplaat waaruit meerdere vertakte stelen komen, elk met een aantal duidelijke ringvormige insnoeringen. Aan het uiteinde zit steeds een poliep met twee tentakelkransen rond de mondopening. De ongeveer 20 tentakels rond de mondopening zijn kort en de 20 tentakels van de lager gelegen tweede krans staan breed uit en zijn langer.
Overig: Tussen de twee tentakelkransen zijn in het voorjaar de voortplantingsorganen aanwezig: een massa rode bolletjes.De mate van vertakking zou afhankelijk zijn van de stroming. Hoe meer stroming, hoe meer vertakkingen. De kolonies mijden direkt daglicht.

 

Beide zijden Noord-Atlantische Oceaan, Noordzee. Ook in de Middellandse Zee. In Nederland in de Noordzee en de Zeeuwse wateren. Zeeland

De kolonies groeien op elke harde ondergrond. Van iets beneden de laagwaterlijn tot ca. 300 m diepte. De soort heeft een voorkeur voor de onderkant van stenen en andere substraten. Ook onder boten. 157933SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Groene golfbrekeranemoon
Diadumene lineata


Lees verder...
Groene golfbrekeranemoon
Diadumene lineata
<p>Zeeanemoon. Marien. Exoot / ingevoerde soort. Tot 1,5 cm hoog. Meestal vuilgroen, soms met specifieke verticale oranje streepjes op de zuil. De&nbsp;zuil is glad en slechts weinig hoger dan breed, zodat een wat gedrongen beeld ontstaat. Bij beroering of stroming is de zuil nog korter. Leeft op hard substraat, meer verborgen dan de (gewone) Golfbrekeranemoon. Locaal in de Oosterschelde.</p>

Lees verder...
Diadumene lineata

Zeeanemoon. Marien. Exoot / ingevoerde soort. Tot 1,5 cm hoog. Meestal vuilgroen, soms met specifieke verticale oranje streepjes op de zuil. De zuil is glad en slechts weinig hoger dan breed, zodat een wat gedrongen beeld ontstaat. Bij beroering of stroming is de zuil nog korter. Leeft op hard substraat, meer verborgen dan de (gewone) Golfbrekeranemoon. Locaal in de Oosterschelde.

Afmetingen: Gewoonlijk niet hoger dan 1.5 cm. De mondschijf bereikt een diameter tot circa 1 cm. De diameter van tentakelkrans kan tot 2 cm worden, dus breder dan het dier hoog is.
Kleur:
Vaak éénkleurig groen of licht groenbruin. Er komen ook lichte, bijna witte exemplaren voor. Soms zijn op de mondschijf rode stippen te zien. Bij sommige populaties is de zuil voorzien 8-20 oranje verticale strepen. Deze zijn vooral te zien bij ingetrokken tentakels (even aanraken). Bij de Gewone golfbrekeranemoon ontbreken zulke stippen en strepen.
Vorm: De Groene golfbrekeranemoon heeft een gladde zuil, die als de anemoon volledig uitstaat, slechts weinig hoger is dan breed. De tentakels zijn vrij lang t.o.v. de lengte van de zuil.
Zoektip: Kijk vooral onder en tussen natuurstenen.

 Locaal in de Oosterschelde.De soort leeft vooral hoog boven de laagwaterlijn in getijdepoelen, bij voorkeur in spleten, waardoor vaak alleen de tentakels zichtbaar zijn. Daardoor wordt de soort door duikers weinig waargenomen. De dieren staan meestal in grote aantallen bij elkaar. Als substraat wordt meestal natuursteen 'gekozen', geen beton of asfalt. De dieren hebben een voorkeur voor spleten en richels, in tegenstelling tot de (gewone) Golfbrekeranemoon die meestal óp het substraat staat.   395099SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO|LIMP
Haringgraat
Halecium halecinum


Lees verder...
Haringgraat
Halecium halecinum
<p>Hydropoliep. Mariene soort. Vormt tot 25 cm of hogere kolonies, betaande uit tot 25 cm lange, stijve, veervormig vertakte, geelwitte tot oranjebruine stelen. Daarop staan afwisselend geplaatst, rechte zijtakken die in &eacute;&eacute;n vlak staan. Dit patroon zet zich ook op de zijtakken voort. Ook de trompetvormige kraagjes van de poliepen aan de uiteinden zijn om en om geplaatst.</p>

Lees verder...
Halecium halecinum

Hydropoliep. Mariene soort. Vormt tot 25 cm of hogere kolonies, betaande uit tot 25 cm lange, stijve, veervormig vertakte, geelwitte tot oranjebruine stelen. Daarop staan afwisselend geplaatst, rechte zijtakken die in één vlak staan. Dit patroon zet zich ook op de zijtakken voort. Ook de trompetvormige kraagjes van de poliepen aan de uiteinden zijn om en om geplaatst.

Afmetingen: Kolonies kunnen enkele tientallen cm worden. De hoofdstelen kunnen tot ca 25 cm. worden.
Kleur:
Stelen geelwit, groengeel tot oranjebruin.
Vorm: De hoofdstelen hebben afwisselend geplaatste, rechte zijtakken, waarbij de zijtakken in één vlak staan. (Vandaar de naam Haringgraat). Ook op de vertakkingen zijn de zijtakken afwisselend geplaatst, evenals de beker- of trompetvormige kraagjes van de poliepen aan de uiteinden.

 Atlantische Oceaan van Noord-Noorwegen tot Zuid-Afrika. Oostkust van Amerika van de poolzee tot Cape Hatteras, westkust vanaf British Columbia tot Californië.Op hard substraat als stenen en schelpen, maar ook op zachter substraat als sponzen en andere hydroïdpoliepen. Van de laagwaterlijn tot ongeveer 1000 m. Vooral op plaatsen met een sterke stroming. De takken staan loodrecht op de stroming, zodat het voedsel zo effectief mogelijk uit het water kan worden gefilterd. Het voedsel bestaat uit plankton. De soort heeft geen kwalstasium (medusen-stadium) maar plant zich voor door het afscheiden van planula-larven. 

231751

SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Juweelanemoon
Corynactis viridis


Lees verder...
Juweelanemoon
Corynactis viridis
De juweelanemoon&nbsp;Corynactis viridis&nbsp;(witte kolonie in het midden van de foto) werd tijdens de Bruine Bank expeditie voor de eerste keer voor Nederland aangetroffen. Meerdere wit tot licht roze kolonies hadden zich op het wrak de Anna Graebe op de Bruine Bank gevestigd. In het verleden was deze typisch zuid Europese soort alleen op drijvende voorwerpen, aangespoeld langs onze kust aangetroffen. Hoewel zijn naam doet vermoeden dat het om een soort zee-anemoon gaat, behoort&nbsp;Corynactis viridis&nbsp;niet tot de gewone zee-anemonen (orde: Actiniaria), maar om een voor Nederland nieuwe orde van dieren: de Corallimorpharia. De Corallimorpharia zijn in feite nauw verwant aan de harde koralen (orde: Scleractinia). Ze komen daar in hun interne anatomie dan ook sterk mee overeen. Ze missen alleen het voor harde koralen zo typische harde skelet.

Lees verder...
Corynactis viridisDe juweelanemoon Corynactis viridis (witte kolonie in het midden van de foto) werd tijdens de Bruine Bank expeditie voor de eerste keer voor Nederland aangetroffen. Meerdere wit tot licht roze kolonies hadden zich op het wrak de Anna Graebe op de Bruine Bank gevestigd. In het verleden was deze typisch zuid Europese soort alleen op drijvende voorwerpen, aangespoeld langs onze kust aangetroffen. Hoewel zijn naam doet vermoeden dat het om een soort zee-anemoon gaat, behoort Corynactis viridis niet tot de gewone zee-anemonen (orde: Actiniaria), maar om een voor Nederland nieuwe orde van dieren: de Corallimorpharia. De Corallimorpharia zijn in feite nauw verwant aan de harde koralen (orde: Scleractinia). Ze komen daar in hun interne anatomie dan ook sterk mee overeen. Ze missen alleen het voor harde koralen zo typische harde skelet.     101016SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Klein tandhoornkoraal
Dynamena pumila


Lees verder...
Klein tandhoornkoraal
Dynamena pumila
Hydropoliep. Mariene soort. Hydrotheca in twee rijen en precies tegenover elkaar. Kolonie niet langer dan 5 cm.

Lees verder...
Dynamena pumilaHydropoliep. Mariene soort. Hydrotheca in twee rijen en precies tegenover elkaar. Kolonie niet langer dan 5 cm.  Noordzee  117888SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Kleine klokpoliep
Clytia hemisphaerica


Lees verder...
Kleine klokpoliep
Clytia hemisphaerica
Hydroidpoliep. Marine soort. Klein kwalletje. Kwalstadium van mariene hydropoliep. Vier korte gladde gonaden.

Lees verder...
Clytia hemisphaericaHydroidpoliep. Marine soort. Klein kwalletje. Kwalstadium van mariene hydropoliep. Vier korte gladde gonaden.     117368SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Klepelklokje
Sarsia tubulosa


Lees verder...
Klepelklokje
Sarsia tubulosa
Hydropoliep. Mariene soort. Kwalstadium van mariene Hydropoliep. 3-4 cm, doorsnede ca 1 cm. Transparante, glasachtige medusevorm (kwalvorm) van een kleine poliep die op stenen onder de laagwaterlijn groeit. Deze snoert in mei-juni kleine kwalletjes af in de vorm van een oude klok met een klepel in het midden. Aan de randen zitten vier tentakels. De klepel is de buisvormige mond van het dier. Vrij algemeen in het voorjaar. In sommige periode veel algemener.&nbsp;

Lees verder...
Sarsia tubulosaHydropoliep. Mariene soort. Kwalstadium van mariene Hydropoliep. 3-4 cm, doorsnede ca 1 cm. Transparante, glasachtige medusevorm (kwalvorm) van een kleine poliep die op stenen onder de laagwaterlijn groeit. Deze snoert in mei-juni kleine kwalletjes af in de vorm van een oude klok met een klepel in het midden. Aan de randen zitten vier tentakels. De klepel is de buisvormige mond van het dier. Vrij algemeen in het voorjaar. In sommige periode veel algemener. Afmetingen: 3-4 cm, doorsnede ca 1 cm.
Kleur: Transparant, glasachtig. 'Klepel' witachtig
Vorm: Kwalstadium (medusevorm) van een kleine poliep. Deze snoert in mei-juni kleine kwalletjes af die de vorm hebben van een oude klok met een klepel in het midden. Aan de randen zitten vier tentakels. De klepel in het midden is feitelijk de buisvormige mond van het dier.
Overig: Onschadelijk voor de mens. Te klein en te weinig netelgif om ons pijn te kunnen doen.
 Alle kusten van de Noordelijke Atlantische en Stille Oceaan en aangrenzende zeeën. Zuidelijk komt hij tot het Kanaal. In Nederland in Zeeland en in de Waddenzee. Het kwalstadium is vooral in het voorjaar te zien.Het klepelklokje komt voor langs alle kusten van de Noordelijke Atlantische, Stille Oceaan en aangrenzende zeeën. Zuidelijk tot het Kanaal. In sommige perioden (vaak van drie opeenvolgende jaren) is de soort veel algemener dan in andere perioden. De eigenlijke poliep groeit op stenen onder de laagwaterlijn en kan grote kolonies vormen. O.a. in het Grevelingenmeer en de Oosterschelde aanwezig. 117491SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Kompaskwal
Chrysaora hysoscella


Lees verder...
Kompaskwal
Chrysaora hysoscella
<p>Schijfkwal. Doorsnede hoed tot 35 cm. Parapluvormig lichaam, geelwit doorschijnend met kenmerkend patroon van V-vormige, bruinrode strepen, dat doet denken aan een kompasroos. 24 randtentakels in 8 groepen van 3. Dunne tentakels en vier met franjes bezette mondarmen, die langer en dikker zijn dan de tentakels. De dieren kunnen pijnlijk steken (netelen).&nbsp;</p>

Lees verder...
Chrysaora hysoscella

Schijfkwal. Doorsnede hoed tot 35 cm. Parapluvormig lichaam, geelwit doorschijnend met kenmerkend patroon van V-vormige, bruinrode strepen, dat doet denken aan een kompasroos. 24 randtentakels in 8 groepen van 3. Dunne tentakels en vier met franjes bezette mondarmen, die langer en dikker zijn dan de tentakels. De dieren kunnen pijnlijk steken (netelen). 

Afmetingen: Hoed in doorsnede tot 35 cm. De draadvormige tentakels en de mondarmen kunnen een lengte bereiken van 2 meter. 

Kleur: Het lichaam van de Kompaskwal is melkachtig wit. De kleur van de 'kompaslijnen' is donker bruinrood tot donker paars. Het patroon van de strepen doet denken aan een kompasroos, de strepen zijn vaak V-vormig, waarbij de punt van de V naar het centrum van de hoed wijst. De lobben aan de rand van de hoed hebben ronde vlekken in dezelfde kleur. Ook de basisstreng van de mondarmen waarop de franje is 'geplaatst' heeft deze kleur.
Vorm: Doorschijnend parapluvormig lichaam. De rand van de hoed heeft 32 lobben. Onder deze rand bevinden zich 24 lange tentakels in acht groepen van drie. Onder de hoed zijn vier van franjes voorziene mondarmen te zien, die langer zijn dan de tentakels.
Overig: De dieren kunnen ook voor de mens pijnlijk steken (netelen).

 

N.O. Atlantische Oceaan, van de Zweedse westkust, Kattegat, Noordzee, tot in de Middellandse Zee. In de Nederlandse kustwateren algemeen van het voor- tot het najaar, het meest algemeen in zomermaanden en najaar. Noordzee, Oosterschelde.

Volwassen dieren zwemmen en zweven enkele decimeters tot meters beneden het wateroppervlak. De Kompaswal komt vaak in grote groepen voor. Het voedsel bestat uit kleine visjes en andere zeedieren, die met de tentakels worden verdoofd en gevangen.
De dieren veranderen gedurende het leven verschillende malen van geslacht. Meestal zijn ze eerst mannelijk, vervolgens hermafrodiet en later vrouwelijk van geslacht. De eieren van de kwal worden in de maagholte bewaard tot de eerste larvale stadia zijn doorlopen. Dit in tegenstelling tot veel andere schijfkwallen, die de eieren direct in het water afzetten. Bij de Kompaskwal worden de eieren in het 'moederdier' bevrucht, de daar uitkomende Planula-larven worden vervolgens (pas) in het water afgegeven. In het hermafrodiete stadium is zelfbevruchting mogelijk. Na een planktonisch stadium zetten de Planulalarven zich op de zeebodem vast.

De poliepen van deze kwal snoeren jongen kwallen af (strobuleren) in de winter. Volwassen dieren worden langs onze kust waargenomen van april t/m september, met een duidelijke piek van juli t/m augustus.135304SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Kruiskopkwalletje
Nemopsis bachei


Lees verder...
Kruiskopkwalletje
Nemopsis bachei
Hydropoliep. Mariene en brakwater soort. Kwalletje (medusestadium). Mogelijk exoot / aangevoerde soort. Tot 12 mm. Transparant, kruis en rand zilvergrijs. Half bolvormig tot klokvormig. Randtentakels in vier geclusterde groepen, met tot 20 of meer tentakels per groep. De geslachtorganen (gonaden) van het dier vormen, van bovenaf door de schotel gezien een kruisje. Voornamelijk bekend uit de Oosterschelde, Westerschelde en het Noordzeekanaal, steeds schaars, losse waarnemingen. Periode mei-oktober.

Lees verder...
Nemopsis bacheiHydropoliep. Mariene en brakwater soort. Kwalletje (medusestadium). Mogelijk exoot / aangevoerde soort. Tot 12 mm. Transparant, kruis en rand zilvergrijs. Half bolvormig tot klokvormig. Randtentakels in vier geclusterde groepen, met tot 20 of meer tentakels per groep. De geslachtorganen (gonaden) van het dier vormen, van bovenaf door de schotel gezien een kruisje. Voornamelijk bekend uit de Oosterschelde, Westerschelde en het Noordzeekanaal, steeds schaars, losse waarnemingen. Periode mei-oktober.

(Meduse)
Afmetingen: 12 mm.
Kleur: Transparant, kruis en rand zilvergrijs.
Vorm: Half bolvormig tot klokvormig. in de top van de subumbrellaire ruimte zitten meerdere vertakte mondtentakels, de vertakkingen daarvan nemen toe met de grootte. Randtentakels in vier geclusterde groepen, met tot 20 of meer tentakels per groep. De geslachtorganen (gonaden) van het dier vormen, van bovenaf door de schotel gezien, min of meer een kruis.

 Vroeger algemeen in de Zuiderzee. Tegenwoordig bekend uit Zeeland (Oosterschelde, Westerschelde, Noordzeekanaal). Steeds losse, locale waarnemingen.

Link telmee: Verspreiding kruiskopkwalletje in Nederland van 1995 t/m 2015.
Zoals alle kwallen en medusenstadia (kwalstadia) van poliepen zijn de dieren te vinden in de vrije waterkolom. Ze kunnen actief zwemmen door zich samen te trekken en pulserende bewegingen te maken, maar de voortbeweging in het algemeen geschiedt via stromingen en golven. 117348SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
Kruiskwal
Gonionemus vertens


Lees verder...
Kruiskwal
Gonionemus vertens
Schijfkwal. De diameter van de schotel is 2 tot 4 centimeter. Lengte van de tentakels tot ca. diameter van de schotel. Schotel geheel doorschijnend. Kenmerkend zijn de geelbruin tot oranje geslachtsorganen die een kruisvormen. De tentakels zijn bruin en tonen op 4/5 deel een kronkel. Op de rand van de schotel, aan de basis van de tentakels bevinden zich gele tot groene stipjes.

Lees verder...
Gonionemus vertens Schijfkwal. De diameter van de schotel is 2 tot 4 centimeter. Lengte van de tentakels tot ca. diameter van de schotel. Schotel geheel doorschijnend. Kenmerkend zijn de geelbruin tot oranje geslachtsorganen die een kruisvormen. De tentakels zijn bruin en tonen op 4/5 deel een kronkel. Op de rand van de schotel, aan de basis van de tentakels bevinden zich gele tot groene stipjes.

Afmetingen: De doorsnede van de schotel van volwassen exemplaren is 2 tot maximaal 4 cm. De tentakels kunnen een lengte bereiken die ongeveer gelijk is aan de doorsnede van de schotel.

Kleur: Geheel doorschijnend. De geslachtsorganen (gonaden) zijn bruin, geel tot oranje. Op de rand van de schotel bevinden zich fluoresceren gele tot groene stipjes op de plaats waar de tentakels ontspringen. Over ieder van de vier geslachtsorganen loopt een dunne bruine tot violette streep: een radiaalkanaal. De tentakels zijn donker tot lichtbruin.

Vorm: Klokvormig tot schotelvormig afhankelijk van het moment in de zwembeweging. Vlak onder de heldere glasachtige schotel is een bruin kruis te zien. Dit zijn de geslachtsorganen. Daarover loopt een dun paarsgekleurd radiaalkanaal.

Voor volwassen exemplaren geldt dat aan de rand van de schotel doorgaans 60 tot 80 tentakels ontspringen. Deze kunnen verschillende lengtes hebben. Het maximum aantal tentakels is ca. 110. Op 4/5 van iedere tentakels is een opvallende kronkel of knik zichtbaar, daar bevindt een hechtschijfje, waarmee het dier zich tijdelijk kan hechten aan wier of zeegras.

Centraal onder het lichaam zit de maag. Deze eindigt in een wat getuite mond met radiaire violette strepen en witte mondlippen met fijne franjes.

Extra: Aanraking met dit dier kan nare gevolgen hebben, waaronder allergische reacties, spierkrampen, zwellingen van de keel, druk op de borst en ademhalingsproblemen. Raadpleeg bij heftige reacties een arts. Bij heftige reacties kan ziekenhuisopname noodzakelijk zijn.

 De Kruiskwal is zeldzaam. De soort is waargenomen in de Oosterschelde, het Grevelingenmeer, het Veerse Meer en Goesse Meer en diverse brakwaterkanalen in Zeeland.Kruiskwallen zijn vooral te vinden tussen zeegras en wieren waaraan ze zich kunnen hechten, maar ze kunnen ook pelagisch worden aangetroffen. De soort leeft in de getijdenzones met wieren of zeegras. De dieren kunnen ook worden gevonden in afgesloten brakke en zoute wateren. 117768SoortenalbumNederlandZoutwater|BrakwaterMOO|Exoten
Lampenkapje
Aequorea vitrina


Lees verder...
Lampenkapje
Aequorea vitrina
<p>Hydromeduse. Mariene soort. Kwalstadium van vastzittende poliepensoort. Tot 17-20 cm. Tentakels kunnen ongeveer dezelfde lengte bereiken, maar zijn meestal kleiner. Doorschijnend lichaam. Rand bezet met tentakels. Vanaf het centrale deel lopen radiale kanalen naar de buitenrand, deze kanalen zijn wat kronkelig of golvend en zien er uit als twee wit oplichtende draden die soms spiraalsgewijs om elkaar heen draaien. Tentakels bezet met netelcellen die hevig kunnen steken. Zeeland (Oosterschelde, Grevelingenmeer). Ook elders langs de kust.</p>

Lees verder...
Aequorea vitrina

Hydromeduse. Mariene soort. Kwalstadium van vastzittende poliepensoort. Tot 17-20 cm. Tentakels kunnen ongeveer dezelfde lengte bereiken, maar zijn meestal kleiner. Doorschijnend lichaam. Rand bezet met tentakels. Vanaf het centrale deel lopen radiale kanalen naar de buitenrand, deze kanalen zijn wat kronkelig of golvend en zien er uit als twee wit oplichtende draden die soms spiraalsgewijs om elkaar heen draaien. Tentakels bezet met netelcellen die hevig kunnen steken. Zeeland (Oosterschelde, Grevelingenmeer). Ook elders langs de kust.

Afmetingen: Volwassen exemplaren kunnen een doorsnede bereiken tot 17-20 cm. De tentakels zijn bij sommige exemplaren kort, maar kunnen ook de lengte bereiken van de doorsnede.
Kleur: Het Lampekapje heeft een bijzonder doorschijnend lichaam. De soort heeft er ook z'n naam aan te danken; vitreus betekent van glas. Geheel doorzichtig is het centrale deel van de schotel. Het is als het ware een holte in de schotel. Het zeer heldere gedeelte heeft een diameter die ongeveer de helft is van de doorsnede van de schotel. Wanneer de dieren worden beschenen met een duiklamp kan men het inwendige van het dier goed bekijken.
Vorm: De rand van de schotel is bezet met tentakels. Vanaf de buitenrand van dit centrale deel lopen radiale kanalen naar de buitenrand van de schotel. De radiale kanalen zijn wat kronkelig of golvend van structuur. Ze zien er uit als twee wit oplichtende draden van wol, die paralel aan elkaar lopen en soms spiraalsgewijs om elkaar heen draaien.
Overig: De tentakels zijn bezet met netelcellen die hevig kunnen steken. Dus opgepast!

 

O.a. bij Denemarken, Noordzee, Britse eilanden, Het Kanaal, Franse en Spaanse Atlantische kust. Waar en of de poliepen in Nederland voorkomen is niet bekend. De Kwalstadia zijn voor in het Westen van Het Grevelingenmeer vrij algemeen, evenals in de Oosterschelde. Echter ook elders langs de kust gezien.

Het Lampekapje lijkt wel op een echte kwal, maar is een een hydromeduse, het kwalstadium van een hydropoliep. Het poliepstadium van deze soort is uit Het Kanaal beschreven onder de naam Campanulina paracuminata.

 

117273

SoortenalbumNederlandZoutwaterMOO
 
   
 
Instellingen
 
 


Kolommen
select
       
Indeling
select
        
Uiterlijk
select

Groepsnaam
select

Sortering groepsnaam
select



 
   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

  • Inventarisaties
  • Beheeradviezen 
  • Monitoring
  • Exoten

Mariene soorten en ecologie

  • Educatie
  • Artikelen
  • Exoten

 

Steun ANEMOON

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top