Search
Search
 
Soortbeschrijving
 
 

Kleine boormossel
Barnea parva (Pennant, 1777)

Main Image

Item 1 of 3
 

Zoekbeeld:

Mariene tweekleppige. Tot 4,5 cm. Wit tot grijs, met een geelgrijze opperhuid. Onderrand onder de top naar binnen gebogen. Top bedekt door omgeslagen bovenrand. 1 vrij spits accessorisch schelpstuk. Voor- en achterrand gapen sterk. Oppervlak met concentrische en radiale ribben, met op de kruispunten raspvormige uitsteeksels. Voet rond, krachtig, gebruikt als zuignap of anker. Sifonen lang, vrijwel geheel vergroeid en  bedekt met opperhuid. Vroeger schaars, tegenwoordig vaker in aangespoeld veen en hout.

Kenmerken:

Afmetingen: L. tot 45 mm, H. tot 24 mm.
Schelpkleur: wit tot grijs, met een geelgrijze opperhuid.
Schelpvorm: Matig stevig. Onderrand onder de top naar binnen gebogen. Top bedekt door de omgeslagen bovenrand. Tussen de omgeslagen bovenranden ligt 1 vrij spits accessorisch schelpstuk. De voor- en achterrand gapen sterk.
Sculptuur: Oppervlak bedekt met concentrische en radiale ribben, met op de kruispunten raspvormige uitsteeksels.
Slot: Geen slottanden.

Binnenzijde schelp: Aan de binnenzijde een dunne, gebogen apofyse.

Dier: mantelranden vrijwel geheel vergroeid. Voet rond, krachtig, gebruikt als zuignap of anker. Sifonen lang, vrijwel geheel met elkaar vergroeid en overdekt met de voortzetting van de dikke perkamentachtige, bruingrijze opperhuid. Aan de uiteinden van de tentakels kransjes met vertakte tentakels. Lichaamskleur crèmewit, voet crème of met een lichtroze zweem.

Te verwarren met:

Andere boormossels: met name juveniele Zirfaea crispata.

Areaal en verspreiding:

Vanaf Groot-Brittannië tot Marokko en in de westelijke Middellandse Zee. Vanwege de ingeboorde leefwijze weinig bij bemonsteringen aangetroffen.Wel meermalen in opgeviste veenbonken gevonden. Vroeger spoelde de Kleine boormossel alleen bij hoge uitzondering aan op het strand. De laatste jaren lijkt de soort toegenomen in het nabije kustgebied, met diverse aanspoelingen van veenbrokken met nog levende dieren. Nabij de Noordelijke Waddeneilanden (Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog) is zeker een populatie aanwezig, getuige diverse recente vondsten van vaak nog levend aanspoelende dieren in veen.

Habitat en ecologie:

De dieren leven in zelfvervaardigde boorgaten in veen, stevige klei en diverse steensoorten, vanaf iets boven de laagwaterlijn tot diepten van ruim 30 m. De dieren zijn van gescheiden geslacht. Voortplanting in zomer en najaar. Leeftijd 2-3 jaar.

Literatuur:

Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.

Auteurs:

(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling, Daan et al, 2013 -Ecologische atlas- 2013)
[HR feb. 2014; IvL feb 2014]

Aphia ID:

140768

Gebied:

Nederland

Biotoop:

Zoutwater

Project:

SMP|ANM

 
   
 
Faunavoorspelling kaart
 
 

Juni


Legend with Growing Color Boxes
  • 0%-5%
  • 5%-10%
  • 10%-25%
  • 25%-50%
  • 50%-100%
  • Onvoldoende waarnemingen
 
   
Faunavoorspelling
  • Collapse
  • Close
SoortMaandTrefkans %Voldoende waarnemingenlocatienummerLocatie
No records to display.
Columns Display
Show/Hide Columns and Drag the Icon to Reorder
Show rows with value thatAndClear Filter
Export

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top