Zoekbeeld:
Zoetwatervis. Lengte tot 2,5 meter, in Nederland niet langer dan 1,8 meter. Lichaam langgerekt en rond van vorm. Kop dorsoventraal afgeplat met zes bekdraden, twee op de onderkaak, twee in de mondhoeken en twee lange (beweegbare) op de bovenkaak. Ogen klein. Huid glad en onbeschubd. Vlak achter de kop een zeer kleine rugvin. Anaalvin erg lang (driekwart van de lichaamslengte). Rug donker, zwart tot bruin van kleur. Flanken gemarmerd. Buik vuilwit tot geel gekleurd.
Te verwarren met:
- Bruine dwergmeerval. Hebben acht bekdraden en een vetvin.
- Zwarte dwergmeerval. Hebben acht bekdraden en een vetvin.
- Kwabaal. Heeft één bekdraad.
Areaal en verspreiding:
Plassen in Noord- en Zuid-Holland, de grote rivieren en het IJsselmeer. Zeldzaam.
Habitat en ecologie:
Stilstaand en langzaam stromend water: grote meren, plassen, langzaam stromende delen van rivieren.
Literatuur:
Spikmans, F., Kranenbarg, J., & Creemers, R. C. (2006). Herkenning zoetwatervissen. Stichting RAVON.
Auteurs:
[Niels Schrieken, juni 2014]
Aphia ID:
154677
Gebied:
Nederland
Biotoop:
Zoetwater
Project:
MOO
Gerelateerde soorten:
Kwabaal