Tekst: Inge van Lente en Adriaan Gmelig Meyling. Foto's Robin Gmelig Meyling. Laatste update: 1 juli 2015.
Aanleiding
Appelslakken worden vanwege hun vorm, kleur, afmetingen en
hun leuke gedrag veel in aquaria gehouden. Wanneer de dieren in de vrije natuur
terecht komen kunnen ze echter een groot gevaar vormen voor onze inheemse flora
en fauna en zelfs voor de Europese economie. Daarom heeft de Nederlandse
Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) aan Stichting ANEMOON gevraagd melding te
doen van appelslakken in de vrije natuur. ANEMOON doet daarom een oproep aan
iedereen uit te kijken naar appelslakken en hun eieren, in moerasgebieden maar
zeker ook in waterrijke woonwijken, stadsparken en bij tuincentra.
Heeft u de appelslak waargenomen meld dit dan aan anemoon@cistron.nl.
Doelstelling
- Vaststellen van aan- of afwezigheid van de soort in de
Nederlandse natuur
- Het maken van geografische kaarten mbt de voorkomens- uitbreekkans
- In dien de soort gevonden wordt:
- Het melden van waarnemingen aan de NVWA
- het vaststellen van
de verspreiding
Methode
- Het onder de aandacht brengen van de soort
- Het verzamelen van kennis over de soort.
- Het uitvoeren van gerichte inventarisaties
Bij dit project wordt nauw samengewerkt met Naturalis Biodiversity Centre
(Leiden)
Hoe zijn appelslakken te herkennen?
Er zijn verschillende soorten appelslakken. En deze zijn
soms moeilijk uit elkaar te houden. De meest algemene en meest beruchte soort is
vermoedelijk Pomacea canaliculata, waarvan de goudgele kleurvariant in de
aquariumhandel bekend staat als ‘Gouden appelslak’. Appelslakken zijn populaire
aquariumdieren vanwege hun aantrekkelijk uiterlijk en hun indrukwekkende
afmetingen. Sommige soorten kunnen een diameter van 15 cm bereiken en behoren
daarmee tot de grootste zoetwaterslakken. De meeste dieren die in de aquarium
handel zijn te vinden zijn echter zo’n 4 tot 8 centimeter. De schelp van de
meeste soorten is rechtsgewonden. Het schelpoppervlak is meestal glad. Een
opvallende sculptuur ontbreekt. Appelslakken hebben een hoornachtig plaatje met
concentrische groeilijnen waarmee ze de “mondopening” van de schelp kunnen
afsluiten. Zo’n afsluitplaatje noemen we een operculum.
Met welke andere soorten is verwarring mogelijk?
In Nederland komen twee inheemse moerasslakken voor die op
het eerste gezicht sterk lijken op appelslakken. Het gaat om de Spitse
moerasslak Viviparus contectus en de Stompe moerasslak Viviparus viviparus. De
huisjes van appelslakken kunnen zowel gestreept als egaal helder goudgeel of
bruin zijn, maar ze hebben gewoonlijk niet twee tot drie brede donker bruin banden
die onze beide inheemse moerasslakken meestal wel hebben. Ook is het huisje van
appelslakken veel plomper en is de laatste winding (lichaams-winding) veel
groter dan alle voorgaande. Voor onze inheemse moerasslakken geldt dat ze hoger
en torenvormiger zijn, met geleidelijker toenemende windingen. Zowel
appelslakken als onze inheemse moerasslakken hebben een ovaalrond afsluitdeksel
in de mondopening (operculum).
Hoe zijn de eieren van appelslakken te herkennen?
Nog opvallender dan de appelslakken zelf, zijn hun eieren.
Deze zijn al op tientallen meters afstand herkenbaar. De eieren zijn roze, wit,
oranje of paarsachtig van kleur. Ze worden in karakteristieke klompen of kluiten
boven de waterspiegel afgezet. Onderwater sterven de eieren af.
Door de kleur en de omvang kan men de eieren haast niet over het hoofd zien.
Als u eieren boven de waterlijn vindt zoals afgebeeld, dan is de kans groot dat
ze van de appelslak zijn. Er zijn in Nederland, voor zover ons bekend, geen
andere dieren die op een vergelijkbare manier dergelijke gekleurde klompen
eieren boven de waterlijn afzetten. Kijk daarom in moerasgebieden of langs
oevers vooral goed uit naar de eieren op takken en boomstammen die zo’n 10 tot
20 centimeter boven de water spiegel zijn afgezet. In havens kunnen ze
voorkomen op palen, scheepsrompen, stijgers en pontons. En in woonwijken of in
stadse omgevingen kunnen ze worden aangetroffen op kades van grachten en
kanalen.
Wat zijn de risico’s van Appelslakken?
Appelslakken, die van nature voorkomen in Zuid-Amerika, worden
steeds vaker waargenomen in Azië en sinds kort ook in de Spaanse Ebro-delta. In
Azië vormen appelslakken plaatselijk een ware plaag, met grote negatieve
economische gevolgen. In Spanje blijken de slakken een bedreiging te vormen
voor de rijstteelt. Spanje heeft daarom een risicoanalyse (Pest Risk Analysis)
uitgevoerd en de resultaten naar Brussel gestuurd, met het verzoek om de meest
risicovolle soorten op te nemen in de fytosanitaire regelgeving van de EU.
Geconcludeerd werd dat appelslakken niet alleen een risico vormen voor de
Zuid-Europese rijstteelt, maar dat deze ook forse schade kunnen toebrengen aan
wetlands in grote delen van de EU.
Vormen appelslakken ook in Nederland een risico?
Appelslakken worden geassocieerd met de tropen. Als exoot
hebben ze echter ook Japan weten te bereiken, waar ze de koude Noord-Japanse
winters blijken te kunnen overleven door zich in de grond in te graven.
Overleving is daarom ook in Nederland goed mogelijk. De kans dat de soort in de
Nederlandse wateren terecht komt is vrij groot, aangezien mensen geregeld de
inhoud van een aquarium of vijver legen in de een sloot. En er zijn al gevallen
bekend waarbij appelslakken in onze natuur zijn terechtgekomen. Tot op heden
(2014) heeft dit voor zover bekend nog niet tot een uitbraak en een vestiging
in de vrije natuur geleid. Overigens is het ook mogelijk dat de soort langzaam
oprukken vanuit Zuid-Europa en via de grotere rivieren al dan niet per schip of
door watervogels ons land bereikt.
Stichting ANEMOON heeft een risico analyse uitgevoerd. Dit
heeft geleid tot geografische kaarten waaruit kan worden afgelezen waar
potentieel biotoop voor de appelslak voorkomt en welke locaties de
uitbreekkansen relatief groot zijn. Binnenkort worden deze kaarten ook op deze
website geplaatst.
Hoe moet u een vondst melden?
Mocht u de slak of eieren vinden, maak dan een foto en mail
deze en de locatie (met datum en coördinaten) naar anemoon@cistron.nl. Nog
mooier is het als u uw vondsten van eieren en/of appelslakken geconserveerd in
alcohol verzendt naar Stichting ANEMOON, postbus 29, 2120 AA in Bennebroek.
Wat wordt er met die melding gedaan?
Stichting ANEMOON voert de eerste controle uit, potentiële
exemplaren en eieren worden doorgegeven aan Naturalis Biodiversity Centre
(Leiden) waar de verdere determinaties van slakken en eieren zullen worden
uitgevoerd onder meer met DNA-technologie. Definitieve vondsten dienen binnen
twee dagen te worden doorgegeven aan de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit
(NVWA) van het Ministerie van Economische zaken. Binnen enkele dagen moeten er door
dit Ministerie maatregelen worden genomen om de waargenomen populatie te
bestrijden.
Wordt er gericht onderzoek gedaan?
Stichting ANEMOON voert in kansrijke gebieden gericht
onderzoek. U kan daarbij zeker een bijdrage leveren. Indien u interesse heeft
neem dan contact op met Adriaan Gmelig Meyling e-mail anemoon@cistron.nl