Search
Search
 
Zoeken
 
 
Zoeken
Biotoop
Project
 
   
 
Groepen
 
 
 
   
 
Soorten
 
 
Data pager
Data pager
1
Page size:
PageSizeComboBox
select
 3 items in 1 pages
ZoekbeeldKenmerken
               
Data pager
Data pager
1
Page size:
PageSizeComboBox
select
 3 items in 1 pages
Kleine zeeappel
Psammechinus miliaris

Kleine zeeappel
Psammechinus miliaris

Zee-egel. Mariene soort. Regelmatige zee-egel van 4,5 cm. Rond, met een platte onderkant en stevige stekels. tot 1,5 cm. Op en tussen de stekels zit vaak materiaal, b.v. zeesla of stukken schelp. De dieren zijn vaak te vinden tussen kieren en spleten van stenen op strekdammen etc., in het sublitoraal en soms litoraal langs de hele kust en op mossel- en oesterbanken. 

Main Image
 
Psammechinus miliaris 

Zee-egel. Mariene soort. Regelmatige zee-egel van 4,5 cm. Rond, met een platte onderkant en stevige stekels. tot 1,5 cm. Op en tussen de stekels zit vaak materiaal, b.v. zeesla of stukken schelp. De dieren zijn vaak te vinden tussen kieren en spleten van stenen op strekdammen etc., in het sublitoraal en soms litoraal langs de hele kust en op mossel- en oesterbanken. 

Afmetingen: Doorsnee 4-5 cm.
Kleur: Meer of minder groen, de uiteinden van de stekels zijn paars waardoor de zeeappel vaak geheel paars lijkt.
Vorm: Een ronde zee-egel met een platte onderkant. Aan de onderkant zitten de beweegbare zuigvoetjes en de mond.
Stekels: er zijn 2 soorten stekels, de korte stekels zijn zeer kort. De langere zijn stevig, spits en tot 1,5 cm lang.
Overig: Op en tussen de stekels wordt vaak materiaal meegedragen, b.v. zeesla of stukken schelp.
 

Oostelijke Atlantische Oceaan van Scandinavië tot in het zuiden tot Marokko, niet in de Middellandse Zee. Vooral algemeen in de Noordzee.

 

De kleine zeeappel zit meestal weggestopt tussen kieren en spleten van stenen en mossel- en oesterbanken. Elders ook tussen grote bruinwieren en in zeegrasvelden. Ze komen voor vanaf de laagwaterlijn tot ongeveer 100 m diepte, maar zijn vooral te beschouwen als een litorale en ondiep levende sublitorale soort. Per jaar kunnen de aantallen sterk verschillen, het ene jaar zijn ze zeldzaam, het andere jaar weer algemeen.
In Nederland komen ze voor in de Grevelingen, Ooster- en Westerschelde, Waddenzee en op natuurlijk en door de mens gemaakt hard substraat in de Noordzee. Het voedsel bestaat uit diatomeeën, wormen, hydroïdpoliepen, kleine kreeftachtigen en weekdieren, detritus en grotere wieren.

 124319NederlandZoutwaterMOO|LIMP
Zeeboontje
Echinocyamus pusillus

Zeeboontje
Echinocyamus pusillus

Zee-egel. Mariene soort. 10-15 mm grote,
onregelmatige zee-egel. Levende dieren grijswit of met een groene of zandkleurige tint. Skeletjes grijswit tot spierwit. De grijsgroene, dunne, vaak iets gekromde stekels vallen onmiddelijk na de dood van het dier uit. Het skeletje afgeplat en rond, met aan de onderzijde twee ronde openingen en aan de bovenzijde een sierlijke stervorm. Alleen in de Noordzee, ingegraven.
Main Image
 
Echinocyamus pusillus Zee-egel. Mariene soort. 10-15 mm grote,
onregelmatige zee-egel. Levende dieren grijswit of met een groene of zandkleurige tint. Skeletjes grijswit tot spierwit. De grijsgroene, dunne, vaak iets gekromde stekels vallen onmiddelijk na de dood van het dier uit. Het skeletje afgeplat en rond, met aan de onderzijde twee ronde openingen en aan de bovenzijde een sierlijke stervorm. Alleen in de Noordzee, ingegraven.
Afmetingen: Tot 15 mm in doorsnee. Vaak kleiner.
Kleur: Levende dieren met stekels zijn grijswit of hebben (vaak) een grijsgroene tot zandkleurige tint. Skeletjes grijswit tot spierwit.

Vorm: Onregelmatige zee-egel. Veel kleiner en platter dan de andere Nederlandse soorten. Het oppervlak is bedekt met zeer dicht op elkaar zittende, zeer dunne, vaak iets gekromde stekels. Deze vallen onmiddelijk na de dood van het dier uit.
Overig: Het skelet van het Zeeboontje is afgeplat, glad en rond, met aan de onderzijde twee ronde openingen: de anale opening en de mondopening, en aan de bovenzijde een sierlijke stervorm van kleine gaatjes.
Overig:
De kans om als duiker dit dier tegen te komen is uiterst klein, want de soort leeft ingegraven in zandbodems, voornamelijk op de Noordzee.

 

Noord-Oostelijke Atlantische Oceaan, van de Oostzee tot in de Middellandse Zee, de kusten van West-Afrika en de Azoren. In Nederland voornamelijk in de Noordzee. Algemeen.

Op het strand: De skeletjes spoelen zeer algemeen aan op het strand. Levende dieren of exemplaren met stekels zijn uiterst zeldzaam.

Ingegraven in gravel en - meestal - zandbodems, op 0 t/m 1250 diepte. Het dier brengt vrijwel het hele bestaan in het zand door. Algemeen in de Noordzee. Ze leven van in het zand voorkomende diatomeeën en foraminiferen. Het is niet duidelijk of de soort ook elders, bijvoorbeeld in de Oosterschelde leeft. 124273NederlandZoutwaterLIMP|SMP
Zeeklit
Echinocardium cordatum

Zeeklit
Echinocardium cordatum

Zee-egel. Mariene soort. Onregelmatige zee-egel. Tot 9 cm, vaak kleiner. Geel, grijs, bruin. Aan de voorzijde een inkeping, zodat een globale hartvorm ontstaat. Stekels dun, gebogen, 1,5 cm lang en plat naar achteren liggend. Onder het lichaam vijf rijen dubbele zuigvoetjes, waarvan één langer is en in een verdieping ligt. Leeft in gangen in de bodem. Algemeen langs de hele kust. Skeletten spoelen veel aan.
Main Image
 
Echinocardium cordatum Zee-egel. Mariene soort. Onregelmatige zee-egel. Tot 9 cm, vaak kleiner. Geel, grijs, bruin. Aan de voorzijde een inkeping, zodat een globale hartvorm ontstaat. Stekels dun, gebogen, 1,5 cm lang en plat naar achteren liggend. Onder het lichaam vijf rijen dubbele zuigvoetjes, waarvan één langer is en in een verdieping ligt. Leeft in gangen in de bodem. Algemeen langs de hele kust. Skeletten spoelen veel aan.Afmetingen: De dieren kunnen tot 9 cm groot worden maar meestal blijven ze kleiiner.
Kleur: Geel, grijs tot bruin.
Vorm: Hartvormige, onregelmatige zee-egel. Aan de voorzijde van het skelet zit een inkeping waardoor de zee-egel zijn hartvorm vorm krijgt. De tot 1,5 cm lange stekels liggen plat op het lichaam en zijn naar achteren gericht. Er zijn ook enkele langere stekels. Onder het lichaam zitten vijf rijen dubbele zuigvoetjes. Eén rij is langer en ligt in een verdieping van het skelet.
Overig: De kans om als duiker dit dier tegen te komen is uiterst klein, want de soort leeft ingegraven in zandbodems.
 In Nederland komt de Zeeklit langs de gehele Nederlandse kust voor, ook in de Waddenzee, Ooster- en Westerschelde.

De dieren komen voor vanaf iets beneden de laagwaterlijn tot een diepte van 230 m. Ze leven in zelfgegraven gangen van 80 tot 150 mm in zacht substraat (zand of slib) met veel organisch materiaal. Bij het graven maken ze snelle bewegingen met de stekels aan de buikzijde. De gangen bekleden ze met slijm dat ze zelf produceren. De Zeeklit kan grote dichtheden bereiken, tot wel 20 dieren per m2.

De soort wordt maar zelden gezien door duikers. Het enige dat de aanwezigheid van zeeklit verraadt zijn enkele boven het substraat uitstekende stekels. Wel nu en dan bij laagwater door waarnemers van het litoraal waar te nemen. Met name op fijnzandige plaatsen.

Op het strand: Het flinterdunne en zeer breekbare skelet is vaak te vinden na storm. De stekels vallen meteen na de dood van het dier uit .

 124392NederlandZoutwaterMOO|SMP
 
   
 
Instellingen
 
 


Kolommen
select
       
Indeling
select
        
Uiterlijk
select

Groepsnaam
select

Sortering groepsnaam
select



 
   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top