Search
Search
 
Zoeken
 
 
Zoeken
Biotoop
Project
 
   
 
Groepen
 
 
 
   
 
Soorten
 
 
1
Page size:
 6 items in 1 pages
ZoekbeeldKenmerken
               
1
Page size:
 6 items in 1 pages
Brokkelster
Ophiothrix fragilis

Brokkelster
Ophiothrix fragilis

Zeester. Mariene soort, bestaande uit een vijfhoekige centrale plaat met vijf dunne lange gestekelde armen. Schijf tot 2 cm, armen tot ca 8 cm. Variabel van kleur, met vaak een bruingrijze centrale plaat en op de armen o.a. roodbruine en gele banden. Leeft op en tussen allerlei bodemsubstraat op harde en zachte bodems. De armen kunnen omhoog gericht in de stroming staan.

Main Image
 
Ophiothrix fragilis 

Zeester. Mariene soort, bestaande uit een vijfhoekige centrale plaat met vijf dunne lange gestekelde armen. Schijf tot 2 cm, armen tot ca 8 cm. Variabel van kleur, met vaak een bruingrijze centrale plaat en op de armen o.a. roodbruine en gele banden. Leeft op en tussen allerlei bodemsubstraat op harde en zachte bodems. De armen kunnen omhoog gericht in de stroming staan.

Afmetingen: Het lichaam zonder armen is 2 cm in doorsnede. De armen kunnen een lengte bereiken van circa 8 cm.
Kleur: De kleur is zeer variabel. Vaak met een bruingrijze centrale plaat, aan de onderzijde en op het midden van de armen feller gekleurd, met o.a. roodbruine en gele lichte en donkere banden op de armen. De centrale plaat kan ook meerkleurig zijn en heeft meestal andere kleuren dan de armen. Egale  dieren komen echter ook voor.
Vorm: Het dier bestaat uit een vijfhoekige centrale plaat met vijf lange armen, bezet met lange stekeltjes. De armen kunnen omhoog gericht in de stroming staan om plankton te vangen.
Armen: De armen zijn volledig bezet met lange stekeltjes, waardoor ze een harig aanzien krijgen. De armen zijn niet vergroeid met de vijfhoekige centrale plaat.

 Atlantische Oceaan vanaf de Lofoten en IJsland tot in de Middellandse Zee, de Azoren en langs de kust van West-Afrika tot Kaap de Goede Hoop. In Nederland vaak massaal in de Oosterschelde en plaatselijk langs de Noordzeekust.

De Brokkelster is te vinden van het intergetijdengebied tot grote diepten. De dieren leven op en tussen allerlei substraat. Vooral op rotsen, stenen, wieren, ook tussen sponzen en op zachte bodems. Algemeen, vooral na zachte winters. Waar veel stroming staat kunnen ze massaal voorkomen. De dieren liggen dan in dikke plakkaten op elkaar. Vaak steken de armen in de stroming omhoog, om zo plankton te vangen. Op plaatsen met weinig stroming komt de Brokkelster ook voor, maar hier zijn ze veel minder algemeen en zitten ze vaker verscholen tussen het substraat. Brokkelsterren zijn zeer fragiel, waardoor armen makkelijk afbreken. Daar komt ook de naam vandaan. Temperatuursgevoelige soort: strenge winters overleven ze vaak niet.

 125131NederlandZoutwaterMOO|LIMP
Kleine kamster (Roze kamster)
Astropecten irregularis

Kleine kamster (Roze kamster)
Astropecten irregularis

Zeester. Mariene soort. Tot 20 cm, meestal 10 cm. Egaal vaalbruin tot paars. Onderzijde lichter van kleur. Duidelijke stervorm met vijf vrij korte, platte armen. Het dier voelt stevig aan. Behalve aan de platte vorm en het gladdere oppervlak te herkennen aan de rij tanden die een kam langs de randen van de armen vormen. Leeft  in de Noordzee voor de kust, maar spoelt weinig op de Hollandse stranden aan. Wordt nu en dan ook Roze kamster genoemd.

Main Image
 
Astropecten irregularis 

Zeester. Mariene soort. Tot 20 cm, meestal 10 cm. Egaal vaalbruin tot paars. Onderzijde lichter van kleur. Duidelijke stervorm met vijf vrij korte, platte armen. Het dier voelt stevig aan. Behalve aan de platte vorm en het gladdere oppervlak te herkennen aan de rij tanden die een kam langs de randen van de armen vormen. Leeft  in de Noordzee voor de kust, maar spoelt weinig op de Hollandse stranden aan. Wordt nu en dan ook Roze kamster genoemd.

Afmetingen: Volwassen tot 20 cm meestal 10 cm mm.
Kleur:
Egaal vaalgrijs, paars of geelbruin. Onderzijde en tanden lichter van kleur.  
Vorm: De Kamster heeft een duidelijke stervorm, met vijf vrij korte, platte armen. Het dier voelt stevig aan, het oppervlak is vrij glad, niet zo sterk gebobbeld als bij de (gewone) Zeester. Aan de onderzijde zitten wel umbulacraalvoetjes, maar deze hebben geen vergrote zuignappen zoals bij de Gewone zeester het geval is. De soort is het duidelijkst te herkennen aan de stekels die een kam langs de randen van het gehele lichaam vormen.

 

Komt in Nederland langs de gehele Noordzeekust voor, maar wel steeds verder uit de kust. Geen waarnemingen uit het Grevelingenmeer en de Ooster- en Westerschelde. In Noordelijk Waddengebied weer toenemend.

Verspreidingsatlas: roze kamster.

Een typische bewoner van zandbodems tussen 10 en ruim 1000 m. Het zijn nachtdieren, overdag zitten ze ingegraven in het zand en 's nachts gaan ze actief op jacht. Het voedsel bestaat uit in het zand levende schelpdieren, wormen, slangsterren en zeeklitten. Het dier is in staat om zich in minder dan een minuut in het zand in te graven. Omdat ze alleen in de Noordzee voorkomen en slechts 's nachts actief zijn, zijn waarnemingen door duikers in Nederlandse wateren bijzonder zeldzaam. Spoelde voor de jaren zeventig regelmatig op het strand aan, daarna zo goed als verdwenen in het aanspoelsel. Spoelt alleen op de meest Noordelijke waddeneilanden weer aan.

 

123867

NederlandZoutwaterMOO|SMP
Kleine slangster
Ophiura albida

Kleine slangster
Ophiura albida

Zeester. Mariene soort. Centrale schijf met 5 dunne gestekelde armen. Schijf in doorsnede ca. 1 cm. Armen tot 6-7 cm lang. Kleur oranjebruin met steeds bij de armaanhechting een licht vlekje op de schijf. Leeft overdag ingegraven en onder stenen (Noordzee, Waddengebied, Oosterschelde). Veel minder algemeen dan de Gewone slangster.
Main Image
 
Ophiura albida Zeester. Mariene soort. Centrale schijf met 5 dunne gestekelde armen. Schijf in doorsnede ca. 1 cm. Armen tot 6-7 cm lang. Kleur oranjebruin met steeds bij de armaanhechting een licht vlekje op de schijf. Leeft overdag ingegraven en onder stenen (Noordzee, Waddengebied, Oosterschelde). Veel minder algemeen dan de Gewone slangster.Afmetingen: De centrale schijf kan een doorsnede van ongeveer 1 cm bereiken. De vijf armen worden 6-7 cm lang. De Kleine slangster blijft dus altijd kleiner dan de Gewone slangster. 

Kleur: Oranjebruin. Op de centrale schijf staat aan iedere kant van de armaanhechting een licht vlekje.
Vorm: De Kleine slangster heeft een centrale schijf met 5 dunne armen. Deze armen zijn bezet met zeer korte stekeltjes. Ze hebben geen zuignapjes onder de armen zoals bij de gewone zeester.

  Kleine slangsterren leven vanaf  de laagwaterlijn tot enkele  honderden meters diepte. Ze worden gevonden in de Noordzee en Waddenzee, in Zeeland komt hij alleen in de Oosterschelde voor. Overdag mijden ze het licht en leven dan ingegraven in de bodem of onder stenen. Ze filteren eetbaar materiaal uit de bodem. Door hun eetgedrag worden Kleine slangsterren alleen gevonden op of in schone bodems en in wateren zonder verontreinigingen. 124913NederlandZoutwaterMOO|LIMP|SETL
Levendbarende slangster
Amphipholis squamata

Levendbarende slangster
Amphipholis squamata

De Levendbarende slangster heeft een kleine duidelijke centrale schijf met vijf dunne lange armen. Langs de arme zitten stekels die ongeveer half zo lang zijn als de breedte van de arm. Het gehele dier is vaak vaal gekleurd, soms met gekleurde banen over de armen. 
Main Image
 
Amphipholis squamata De Levendbarende slangster heeft een kleine duidelijke centrale schijf met vijf dunne lange armen. Langs de arme zitten stekels die ongeveer half zo lang zijn als de breedte van de arm. Het gehele dier is vaak vaal gekleurd, soms met gekleurde banen over de armen. Afmetingen Centrale schijf 5 mm, armen 20 tot 30 mm.  
Kleur De centrale schijf is oranje bruin tot grijs wit. De armen hebben de zelfde kleur, soms met bruine of groene banden. 
Habitat
Hard substraat (vaak tussen en onder stenen) soms op zachte bodems. Van 0 t/m 250 m diepte.  
Verspreiding Komt voor in de Noordzee, de Ooster- en Westerschelde. Het dier is ook bekend uit brakwater.  
Opmerkingen Zeldzame soort. Meestal verscholen onder stenen en in spleten. Kunnen vaak in hoge concentraties bij elkaar zitten. De dieren hebben een "hekel" aan licht en zijn vaker 's nachts te zien. Deze dieren zijn levendbarend en kunnen ± 25 embryo's voorbrengen. Liggen vaak stil op het zand maar kunnen wanneer verstoord (door aanraken of licht van duiklamp) opeens in "vlinderslag" zich voortbewegen Leven van zeer kleine dieren, algen en dood organisch materiaal.
    125064NederlandZoutwaterMOO|LIMP|SETL
Slangster
Ophiura ophiura

Slangster
Ophiura ophiura

Zeester. Mariene soort. Centrale schijf met 5 versmallende ronde armen. Aan weerszijden van elk armsegment zitten drie stekeltjes. Meestal egaal oranje, grijsroze of bruin gekleurd met een symmetrische tekening op de centrale schijf. De gewone Slangster is algemener dan de Kleine slangster. Wordt ook gewone - of grote slangster genoemd.
Main Image
 
Ophiura ophiura  Zeester. Mariene soort. Centrale schijf met 5 versmallende ronde armen. Aan weerszijden van elk armsegment zitten drie stekeltjes. Meestal egaal oranje, grijsroze of bruin gekleurd met een symmetrische tekening op de centrale schijf. De gewone Slangster is algemener dan de Kleine slangster. Wordt ook gewone - of grote slangster genoemd.

Afmetingen: Doorsnede centrale schijf tot 3,5 cm, de vijf armen worden 3,5 x de doorsnede van de centrale schijf. Hiermee is dit de grootste slangster  in onze wateren.
Kleur: Egaal oranje, grijsroze of bruin, aan de onderkant lichter. Op de bovenkant van de centrale schijf en de aanhechting van de armen is een duidelijke symmetrische tekening te zien.
Vorm: Centrale schijf met 5 versmallende ronde armen. De segmenten van de armen dragen aan weerskanten drie kleine stekels. Er zitten geen zuigvoetjes onder de armen zoals bij de gewone Zeester.

 In Nederland komt de (gewone) Slangster algemeen voor in de Noordzee, Waddenzee en in Zeeland in de Oosterschelde. De soort is veel algemener dan de Kleine slangster.Op zachte bodems , oals zandbodems en modderige zandbodems. Vanaf de laagwaterlijn tot 200 m diepte. De dieren kunnen zich met hun armen snel voortbewegen, maar liggen meestal rustig op de bodem. Vaak ook ingegraven. 124929NederlandZoutwaterMOO|LIMP|SMP
Zeester
Asterias rubens

Zeester
Asterias rubens

Zeester. Mariene soort. Tot 50 cm, meestal 20-30 cm. Oranje, rood, paars of bruin, onderkant lichter. Lichaam met vijf brede, dikke armen. De huid is ruw met bobbeltjes, stekeltjes en tangvormige orgaantjes. Aan de onderzijde veel zuigvoetjes in rijen van vier. Zeer algemene soort, bekendste zeester. Op hard substraat en zandbodems langs de hele kust en in diep water. Spoelt vaak op het strand aan.
Main Image
 
Asterias rubens Zeester. Mariene soort. Tot 50 cm, meestal 20-30 cm. Oranje, rood, paars of bruin, onderkant lichter. Lichaam met vijf brede, dikke armen. De huid is ruw met bobbeltjes, stekeltjes en tangvormige orgaantjes. Aan de onderzijde veel zuigvoetjes in rijen van vier. Zeer algemene soort, bekendste zeester. Op hard substraat en zandbodems langs de hele kust en in diep water. Spoelt vaak op het strand aan.

Afmetingen: Tot 50 cm, maar deze grootte is zeldzaam. Meestal van armpunt tot armpunt 20-30 cm.
Kleur:
Variabel, oranje, rood, paars of bruin, de onderkant is lichter gekleurd. 
Vorm:
Het lichaam bestaat uit een nauwelijks als zodanig herkenbare schijf met meestal vijf brede, dikke armen. De huid is ruw en bevat bobbeltjes, stekeltjes en tangvormige orgaantjes.  De onderkant van de armen bevat veel zuigvoetjes die in rijen van vier gerangschikt zijn.
Overig: Het regeneratievermogen van de zeester is groot, losgeraakte armen kunnen weer aangroeien. Dit gaat niet altijd helemaal goed, heel af en toe zijn er zeesterren met zes of zelfs meer armen te vinden. Als aan een arm nog een deel van de centrale schijf zit kan deze arm ook weer uitgroeien tot een complete zeester.

 

In Nederland langs de hele kust en in dieper water van de Noordzee zeer algemeen. In Zeeland en het Waddengebied vaak tussen stenen en ander hard substraat, maar ook in de diepere delen en 'los' op de zeebodem.

Op het strand: Vaak in groten getale aangespoeld bij oostenwind, vorst en na storm. Sommige schijnbaar niet door weersomstandigheden veroorzaakte  aanspoelingen zijn wel toegeschreven aan de activiteiten van garnalenkoters vlak voor de kust.

Vanaf de laagwaterlijn tot in diep water, zowel op hard substraat als op zandbodems. Vaak op mosselbanken en kleinere oesterbanken. Het voedsel bestaat uit schelpdieren en andere organismen. Schelpdieren worden langzaam opengetrokken, waarna de maag wordt uitgestulpt en het dier in de schelp wordt opgelost. Bij actieve zeesterren staan de uiteinden van de armen iets omhoog. 123776NederlandZoutwaterMOO|LIMP|SMP
  • NoFilter
  • Contains
  • DoesNotContain
  • StartsWith
  • EndsWith
  • EqualTo
  • NotEqualTo
  • GreaterThan
  • LessThan
  • GreaterThanOrEqualTo
  • LessThanOrEqualTo
  • Between
  • NotBetween
  • IsEmpty
  • NotIsEmpty
  • IsNull
  • NotIsNull
  • Custom
 
   
 
Instellingen
 
 


Kolommen
select
       
Indeling
select
        
Uiterlijk
select

Groepsnaam
select

Sortering groepsnaam
select



 
   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top