Europese zeekreeft
Homarus gammarus

|
Europese zeekreeft
Homarus gammarus
Grote langgerekte zwart-blauwe kreeft met grote scharen en rode voelsprieten.
Item 1 of 0
| Europese zeekreeft | Homarus gammarus | | Grote langgerekte zwart-blauwe kreeft met grote scharen en rode voelsprieten. | Afmetingen: De Europese Zeekreeft wordt meestal niet groter dan 50 cm,
maar soms worden exemplaren waargenomen van bijna één meter. De dieren
kunnen onder gunstige omstandigheden 20 jaar oud worden en wel vijf
kilogram. Deze grote oude exemplaren worden echter vanwege bevissing
bijna nooit waargenomen. De scharen zijn bijzonder groot: bijna even
groot als de kop en het rugschild.
Kleur: De dieren zijn
blauw-zwart, met soms hier en daar rood stippen. De kleur van de punten
en randen van de scharen verloopt vaak van wit naar geel, naar
oranje tot blauw-zwart op het midden van de scharen. De voelsprieten
zijn rood. De ogen zijn diep zwart. De randen van de staart en soms die
van het pantser zijn ook geel. De bovenkant van de knobbels op de
scharen zijn doorgaans wit tot geel van gekleurd.
Vorm: De kop is vergroeid met het rugschild en vormen de helft van het lichaam. Het rugschild is vrijwel glad, dit in tegenstelling tot het rugschild van de Noorse kreeft (Nephrops norveggicus). Het achterste deel van het lichaam bestaat uit zes zichtbare half ronde elementen die aan de onderkant puntvormig zijn. Daarachter bevindt zich een staart met aan iedere zijkant twee twee flappen die aan de randen dicht zijn bezet met gele haren. De staart kan breder zijn dan het gesegmenteerde achterlijf. Het achterlijf en de staart kan krachtig naar beneden onder de borst worden "gezwiept", waardoor het dier zich plotseling snel naar achteren kan bewegen.
Poten: De linker- en de rechterschaar zijn vaak verschillend van grootte en vorm. De rechter is doorgaans dik en zwaar gebouwd en heeft enkele grote stompe tanden om ondermeer schelpdieren mee te kraken. De linker is vaak kleiner en slanker en heeft vele kleine tanden, die meer geschikt zijn voor het snijwerk.
| | In Nederland vooral in Zeeland en verder in de open Noordzee. Vooral voor in de Oosterschelde en het
Grevelingenmeer, maar ze zijn ook waargenomen bij de Westerscheldemonding en aan de Noordzeekant van de Brouwersdam. In de
Oosterschelde worden ze ook vaak aangetroffen bij veenbanken,
waarin zich grote holtes kunnen vormen. In de oostelijke Oosterschelde
worden ook wel zeekreeften aangetroffen in holtes in kleibodems. | Vanaf de laagwaterlijn tot grotere diepten. In het buitenland zijn dieren waargenomen tot dieptes van meer dan 100 meter. Schuilgelegenheden zijn van belang, deze worden door de dieren, indien mogelijk, ook zelf gegraven. De soort is veel te vinden in gebieden met holen, bij voorkeur met een voor en achteruitgang. Rotsachtige omgeving hebben daarom de voorkeur. Bij dieren in holen zijn vaak alleen de scharen en voelsprieten goed zichtbaar. Ze gaan 's nachts op rooftocht en eten alles wat ze te pakken krijgen. Ook resten van dode dieren worden verorberd. Het zijn solitair levende dieren. Ze zijn geslachtsrijp als ze vijf jaar zijn. Ze planten zich ééns per jaar voort. De vrouwtjes dragen de tot circa 40000 eieren negen maanden tussen de
zwemboten onder het gesegmenteerde achterlijf. Als de larven uitkomen
zijn ze circa één centimeter groot en leiden daarna tot de derde
verveling een planktonisch bestaan. | | 107253 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Gevlekte Amerikaanse rivierkreeft
Orconectes limosus

|
Gevlekte Amerikaanse rivierkreeft
Orconectes limosus
Rivierkreeft. Onderscheidt zich door de stekels op de wang van alle andere soorten. Een ander typisch kenmerk zijn de oranje punten van de scharen, die worden begrensd door een zwarte band. De wijnrode vlekken op het achterlijf verschijnen in sommige populaties pas op latere leeftijd.
Item 1 of 0
| Gevlekte Amerikaanse rivierkreeft | Orconectes limosus | | Rivierkreeft. Onderscheidt zich door de stekels op de wang van alle andere soorten. Een ander typisch kenmerk zijn de oranje punten van de scharen, die worden begrensd door een zwarte band. De wijnrode vlekken op het achterlijf verschijnen in sommige populaties pas op latere leeftijd. | Afmetingen: tot 12 cm.
Kleur: Wijnrode vlekken op het achterlijf verschijnen in sommige populaties pas op latere leeftijd. Oranje punten van de scharen, die worden begrensd door een zwarte band.
Vorm: Stekels op de wang van het pantser. | | In alle provincies aanwezig met uitzondering van Zeeland. Minder algemeen in Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal, het noorden van Friesland en een deel van de hogere zandgronden. | Bewoner van grotere wateren als rivieren, meren en plassen. Hoewel deze soort burchten graaft is ze sterk geassocieerd met dekking in de vorm van steenstort, boomwortels of waterplanten. | | 234098 | Nederland | Zoetwater | MOO |
Rode Amerikaanse rivierkreeft
Procambarus clarkii

|
Rode Amerikaanse rivierkreeft
Procambarus clarkii
Het pantser is bezaaid met vele knobbels maar voelt niet ruw. Het zoekbeeld is de fel rode kleur van deze rivierkreeft. De scharen, poten en het lichaam hebben een rode kleur. De ogen zijn blauwgrijs. De rug van de kreeft is soms veel donkerder dan de poten en de scharen, soms tot bijna zwart. De scharen zijn lang en smal en zijn bezaaid met grote rode knobbels.Wanneer ze jong zijn kunnen ze een lichtere kleur hebben en zijn dan beige of geel-oranje.
Item 1 of 0
| Rode Amerikaanse rivierkreeft | Procambarus clarkii | | Het pantser is bezaaid met vele knobbels maar voelt niet ruw. Het zoekbeeld is de fel rode kleur van deze rivierkreeft. De scharen, poten en het lichaam hebben een rode kleur. De ogen zijn blauwgrijs. De rug van de kreeft is soms veel donkerder dan de poten en de scharen, soms tot bijna zwart. De scharen zijn lang en smal en zijn bezaaid met grote rode knobbels.Wanneer ze jong zijn kunnen ze een lichtere kleur hebben en zijn dan beige of geel-oranje. | Afmetingen: tot 15 cm.
Kleur: Zwart-rode lichaamskleur, in combinatie met duidelijke helderrode knobbels op de scharen.
Vorm: Het pantser is bezaaid met vele knobbels maar voelt niet ruw. | | Vooral in Zuid-Holland en Utrecht. Daarnaast op enkele plaatsen in Noord-Brabant en in de Maas en de IJssel. | Bewoner van stilstaande en langzaam stromende wateren. Graaft holen in de oever om zich na het vervellen in terug te trekken en waarin hij langere perioden van droogte en ook koude kan doorstaan. Ook natuurlijke openingen en schuilmogelijkheden op de waterbodem en in het litoraal gebruikt hij om zich te beschermen tegen predatie en kannibalisme.
P. Clarckii plant zich voort vanaf een lengte van circa 4,5 cm. Een wijfje van 10 cm lengte produceert 600 eieren. In 3-5 maanden tijden kunnen ze een lichaamsgewicht van 50 g bereiken. De Amerikaanse rode rivierkreeft is een alleseter. Hij eet plantaardig materiaal en bijvoorbeeld ook zoetwaterslakken. De soort is ook een vleeseter en eet kleine kreeftachtigen, kleine vissen, insectenlarven, weekdieren en broed van soortgenoten. | | 465540 | Nederland | Zoetwater | MOO |