Search
Search
 
Soorten
 
 
Data pager
Data pager
1
Page size:
PageSizeComboBox
select
 3 items in 1 pages
ZoekbeeldKenmerken
               
Data pager
Data pager
1
Page size:
PageSizeComboBox
select
 3 items in 1 pages
Gestreepte alikruik
Littorina compressa

Gestreepte alikruik
Littorina compressa

Mariene huisjesslak. Aangemerkt als exoot (onwaarschijnlijk). Tot 17 mm. Vaak geel met zwarte horizontale lijnen. Ook egaal in diverse kleuren. Dikschalig, top spits. Sculptuur van brede dikke spiraalribben met daartussen dunnere, vaak diepe groeven. Rotskusten, niet inheems in Nederland.
Main Image
 
Littorina compressa Mariene huisjesslak. Aangemerkt als exoot (onwaarschijnlijk). Tot 17 mm. Vaak geel met zwarte horizontale lijnen. Ook egaal in diverse kleuren. Dikschalig, top spits. Sculptuur van brede dikke spiraalribben met daartussen dunnere, vaak diepe groeven. Rotskusten, niet inheems in Nederland.

Afmetingen: H. 17 x B 15 mm. Meestal kleiner.
Schelpkleur:
Vaak geel met in groeven gelegen zwarte dwarslijnen. Komt echter ook egaal voor (Rood, bruin, andere kleuren). Eelt naast de mond vaak lichter.
Schelpvorm:
Dikschalig horentje. Top spits. 5-6 windingen. Mondopening langwerpig-ovaal. Operculum peervormig, dun, bruin. De sculptuur bestaat uit brede dikke spiraalribben met daartussen dunnere, vaak diepe groeven.

 Franse en Engelse kusten. Niet inheems in Nederland.Leeft op hard substraat (rotsen) in het litoraal en iets daar beneden. Vaak - maar niet altijd - op minder sterk geëxponeerde plaatsen. 140260NederlandZoutwaterMOO|SMP|Exoten
Stompe alikruik
Littorina obtusata

Stompe alikruik
Littorina obtusata

Mariene huisjesslak. Tot 17 mm. Meestal olijfgroen of donkerbruin. Soms geel of met kleurbanden of geblokt. De mondrand heeft vaak een paarslila zweem. Dikschalig, 5-6 iets gezwollen, vrijwel gladde windingen, top en eerste windingen steken weinig boven de lichaamswinding uit. Geen navel. Operculum dun, hoornachtig. Leeft tussen bruinwieren in het litoraal en bovenste sublitoraal. Algemeen in Zeeland, iets minder in het Waddengebied.
Main Image
 
Littorina obtusata Mariene huisjesslak. Tot 17 mm. Meestal olijfgroen of donkerbruin. Soms geel of met kleurbanden of geblokt. De mondrand heeft vaak een paarslila zweem. Dikschalig, 5-6 iets gezwollen, vrijwel gladde windingen, top en eerste windingen steken weinig boven de lichaamswinding uit. Geen navel. Operculum dun, hoornachtig. Leeft tussen bruinwieren in het litoraal en bovenste sublitoraal. Algemeen in Zeeland, iets minder in het Waddengebied.Afmetingen: 15 X 17 mm.
Schelpkleur: Variabel: meestal olijfgroen, oranjebruin of donkerbruin. Echter ook lichtoranje en (weinig) gele exemplaren komen voor, evenals vormen met brede kleurbanden of met een blokken- of vlekkenpatroon. De mondrand kan soms een paarslila zweem hebben. Het operculum is roodbruin.
Schelpvorm: Dikschalige horen met 5-6 platte of iets gezwollen windingen, waarvan de laatste de voorgaande grotendeels insluit. Geen navel. De top en eerste windingen steken nog iets boven de lichaamswinding uit. Operculum dun, hoornachtig en eivormig, aan de bovenzijde toegespitst.
Sculptuur: Het schelpoppervlak is glad met soms groeilijnen. 
 

In Europa van Noord-Noorwegen tot de Azoren en het zeegebied tussen Spanje en Marokko. Elders ook in de westelijke Atlantische Oceaan (Canada tot New Jersey). In Nederland autochtoon vooral algemeen in Zeeland. In het Waddengebied is de Stompe alikruik minder algemeen en leeft ze meer plaatselijk.

Op het strand: Spoelt vooral aan op stranden in de buurt van dijken en pieren waar de soort leeft. Waarnemingen van de Noord- en Zuid-Hollandse kust betreffen vermoedelijk dieren op aangespoelde bruinwieren. 

In de getijdenzone, voornamelijk min of meer verborgen tussen bruinwieren die vastzitten op hard substraat, met name stenen aan de voet van dijken, strekdammen en op los in het slik liggende stenen, van halverwege het intergetijdengebied tot enkele meters beneden de laagwaterlijn. 140263NederlandZoutwaterMOO|LIMP|SMP|ANM
Vlakke alikruik
Littorina fabalis

Vlakke alikruik
Littorina fabalis

Mariene huisjesslak. Tot 12 mm. Schelpkleur: verreweg de meeste exemplaren zijn helder citroengeel. Daarnaast soms oranje, bruine en (zelden) olijfgroene exemplaren, evenals geblokte en gestreepte. Dikschalig met 5-6 afgevlakte windingen, waarvan de laatste de voorgaande vrijwel volledig insluit. De top is nog vlakker dan bij de Stompe alikruik, maar steekt zelden of nooit boven de zeer vlakke bovenzijde van de beginwindingen uit. Schelpoppervlak glad of licht gegroefd. Geen navel. Operculum eivormig, hoornachtig. Lichaamskleur dier meestal egaal en net als de schelpkleur. Sublitoraal en bovenste litoraal, op gezaagde zee-eik Fucus serratus.
Main Image
 
Littorina fabalis Mariene huisjesslak. Tot 12 mm. Schelpkleur: verreweg de meeste exemplaren zijn helder citroengeel. Daarnaast soms oranje, bruine en (zelden) olijfgroene exemplaren, evenals geblokte en gestreepte. Dikschalig met 5-6 afgevlakte windingen, waarvan de laatste de voorgaande vrijwel volledig insluit. De top is nog vlakker dan bij de Stompe alikruik, maar steekt zelden of nooit boven de zeer vlakke bovenzijde van de beginwindingen uit. Schelpoppervlak glad of licht gegroefd. Geen navel. Operculum eivormig, hoornachtig. Lichaamskleur dier meestal egaal en net als de schelpkleur. Sublitoraal en bovenste litoraal, op gezaagde zee-eik Fucus serratus.Afmetingen: H. tot 12 mm, B. tot 11 mm.
Schelpkleur: Variabel: oranje, bruine en (zelden) olijfgroene exemplaren komen voor, evenals geblokte en gestreepte exemplaren. Verreweg de meeste exemplaren zijn echter helder citroengeel. De geblokte en gestreepte vormen lijken meer beperkt tot onbeschutte locaties.

Schelpvorm: Dikschalig met 5-6 afgevlakte windingen, waarvan de laatste de voorgaande vrijwel volledig insluit. Lijkt sterk op de Stompe alikruik, maar de top is nog vlakker en steekt zelden of nooit boven de zeer vlakke bovenzijde vande beginwindingen uit en de mondopening is naar verhouding kleiner en aan de onderzijde aanzienlijk sterker verdikt. Het schelpoppervlak kan glad zijn of licht gegroefd, met soms duidelijkere groeilijnen. Geen navel. Operculum eivormig, bovenin spits, hoornachtig bruin.

Dier: Twee spits toelopende, platte koptentakels. Ogen op een smalle verdikking aan de tentakelbasis. Lichaamskleur meestal egaal en net als de schelpkleur, maar soms is de snuit donkerder of versierd met een fijn patroon van grillige lijnen.De koptentakels kunnen egaal zijn of in de lengte gestreept. De voetzool is vaak iets lichter. 

  Leeft rond de laagwaterlijn op bruinwieren die op hard substraat vastzitten. Vrijwel uitsluitend te vinden op Gezaagde zee-eik Fucus serratus. De gele vorm zit hoofdzakelijk op de bladschijf van het wier. De geblokteen gestreepte exemplaren zitten voornamelijk op het opgerichte deel van de stengel. Het voedsel bestaat niet uit het bruinwier zelf, maar uit op de Fucus-bladeren groeiende epifytische wiertjes. De dieren zijn van gescheiden geslacht. Voortplantingspiek in de zomermaanden. De eiermassa’s lijken sterk op die van de Stompe alikruik, maar zijn meer ovaal of langwerpig, ze worden voornamelijk vastgemaakt op Fucus serratus. De dieren hebben gewoonlijk een éénjarige levenscyclus. 140261NederlandZoutwaterLIMP|SMP|ANM
 
   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top