Search
Search
 
Soorten
 
 
Data pager
Data pager
1
Page size:
PageSizeComboBox
select
 2 items in 1 pages
ZoekbeeldKenmerken
               
Data pager
Data pager
1
Page size:
PageSizeComboBox
select
 2 items in 1 pages
Gehoornde slijmvis
Parablennius gattorugine

Gehoornde slijmvis
Parablennius gattorugine

Zeevis. 17,5-20 (tot 30) cm. Langwerpige bodemvis met een gladde slijmerige huid. Geelgroen tot bruin, vaak met bruine en oranje vlekken en dwarsbanden op de flanken. Doorlopende, niet ingedeukte rugvin over de hele rug. Anaalvin half zo lang. Kenmerkend zijn de twee opvallende, vertakte tentakels boven de ogen. Ondiep water tussen stenen. Eieren bewaakt door het mannetje (broedzorg). Nu en dan in Zeeland.

Main Image
 
Parablennius gattorugine 

Zeevis. 17,5-20 (tot 30) cm. Langwerpige bodemvis met een gladde slijmerige huid. Geelgroen tot bruin, vaak met bruine en oranje vlekken en dwarsbanden op de flanken. Doorlopende, niet ingedeukte rugvin over de hele rug. Anaalvin half zo lang. Kenmerkend zijn de twee opvallende, vertakte tentakels boven de ogen. Ondiep water tussen stenen. Eieren bewaakt door het mannetje (broedzorg). Nu en dan in Zeeland.

Afmeting: 17,5-20 cm ( maximaal 30 cm).
Kleur: Geelgroen tot bruin, met roodbruine en oranje vlekken en vaak dwarsgestreepte kleurbanden op de flanken. Ogen vaak roodachtig.
Vorm: Langwerpige bodemvis met een gladde slijmerige huid. Twee opvallende vertakte tentakels boven de ogen.
Vinnen: Over de hele rug doorlopende, niet ingedeukte rugvin. Anaalvin half zo lang.

 Vooral in het zuidelijk deel van de Noordzee, verder langs de Oost-Atlantische Oceaan van Ierland tot West-Afrika (Marokko) en in de Middellandse Zee. Langs de Nederlandse kust vrij zeldzaam. Bekend uit de Waddenzee en vooral uit de Zeeuwse wateren, waar de soort vooral op stenige dijken en op mossel- en oesterbanken wordt gezien. De dieren zijn nieuwsgierig en komen vaak te voorschijn om duikers te bekijken.

Gehoornde slijmvissen leven in meestal ondiep water tussen stenen, op plaatsen met veel schuilplaatse waar ze een territorium hebben en waar de vrouwtjes tijdens de paaitijd in maart-mei, hun eieren in rotsspleten e.d. afzetten. Dit territorium wordt fel verdedigd en ook de eieren worden bewaakt door het mannetje (broedzorg). Gehoornde slijmvissen kunnen behalve in de getijdenzone langs rotsachtige kusten ook gevonden worden op wrakken ver op zee, op diepten van 30 m of meer. Jonge dieren leven vooral in wiervelden. De vissen gaan met name in de schemering en 's nachts op jacht. Het voedsel bestaat uit kreeftachtigen, wormen, stekelhuidigen en andere ongewervelden, maar ook zeeanemonen en wieren (algen) zouden worden gegeten.

 126770NederlandZoutwaterMOO
Steenslijmvis
Lipophrys pholis

Steenslijmvis
Lipophrys pholis

Zeevis. 15-20 (tot 30) cm. Langwerpige bodemvis met een gladde slijmerige huid. Grijsachtig tot groen en onregelmatig gevlekt. Geen hoorntjes boven de ogen. Rugvin over de gehele lengte doorlopend, met in het midden een lichte inkeping. In ondiep water tussen stenen en ander hard substraat. Vooral in voorjaar en zomer. Eieren bewaakt door het mannetje (broedzorg).  Soms wordt soort aangeduid met "slijmvis".

Main Image
 
Lipophrys pholis  

Zeevis. 15-20 (tot 30) cm. Langwerpige bodemvis met een gladde slijmerige huid. Grijsachtig tot groen en onregelmatig gevlekt. Geen hoorntjes boven de ogen. Rugvin over de gehele lengte doorlopend, met in het midden een lichte inkeping. In ondiep water tussen stenen en ander hard substraat. Vooral in voorjaar en zomer. Eieren bewaakt door het mannetje (broedzorg).  Soms wordt soort aangeduid met "slijmvis".

Afmetingen: Ca. 15-20 cm (maximaal 30 cm).
Kleur: Bruin, grijsachtig of groen, meestal onregelmatig gevlekt. Halverwege de rugvin zit vaak een donkere vlek.
Vorm: Langwerpige bodemvis met een gladde slijmerige huid, zonder schubben. De mannetjes hebben bollere koppen en forsere lippen dan de vrouwtjes. Boven de ogen geen tentakelachtige hoorntjes (vergelijk Gehoornde slijmvis).
Vinnen: De rugvin loopt over de gehele lengte door, van kop tot staart, met in het midden een lichte inkeping. De anaalvin is ongeveer de helft in lengte. De buikvinnen beginnen vóór de forse gestekelde borstvinnen en hebben één stekel en twee vinstralen.

 Noordoosten van de Atlantische Oceaan van Noorwegen en de Oostzee, via de Noordzee tot de West-Afrikaanse kust (Marokko) en in de Middellandse Zee. In Nederland vrij zeldzaam, in de Oosterschelde plaatselijk te vinden in ondiep water tussen stenen van pieren en dijken. Zo nu en dan ook elders (Waddengebied, piertjes langs de Noordzeekust).

Steenslijmvissen leven in ondiep water langs rotskusten, vaak vlak onder de laagwaterlijn. Ze kunnen boven water bij laag tij overleven door onder rotsen en wieren te schuilen. De paaitijd loopt van april tot augustus. Het vrouwtje legt kuit in een soort nest onder stenen, de eieren worden vervolgens door een mannetje bevrucht en daarna ook bewaakt (broedzorg). Ze leven van weekdieren, met name slakken, zeepokken, vlokreeftjes en andere kleine kreeftachtigen. Ook plantaardig voedsel (Zeesla, Darmwier) zou worden gegeten.

In de winter leven de dieren in dieper water.126768NederlandZoutwaterMOO|LIMP
 
   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top