Search
Search

Soorten

Slanke rolsprietslak

Hermaea bifida

(Montagu, 1815)

Slanke rolsprietslak
Oosterschelde, Zeelandbrug (bron: Joey Bokkers)


Zoekbeeld

Zeenaaktslak. Tot 20 mm. Transparant wit met rozerode waas. Middendarmklier met bruinrode vertakkingen. Opmerkelijk slank. Op de kop twee in de lengterichting opgerolde, gladde rhinoforen met uitstandige uitstulpingen. 15 onduidelijke rijen papillen,tot  3 per rij. Papillen lang, aan de punt  toegespitst, bezet met onregelmatige knobbeltjes. Staart zonder papillen. Eisnoeren als grijswitte worstvormige of wat spiraalvormige gelatineuze strengen tot een winding. Oosterschelde, Grevelingenmeer. Niet uit Waddengebied bekend.

Kenmerken

Afmetingen: Lengte tot 20 mm.
Kleur: Het lichaam is transparant wit met een roze-rode waas. De middendarmklier met vertakkingen is goed door het lichaam en de papillen zichtbaar en heeft een bruinrode kleur.
Vorm: Het lichaam is opmerkelijk slank. Op de kop staan twee in de lengterichting opgerolde, gladde rhinoforen met uitstandige uitstulpingen. Het lichaam is bezet met 15 onduidelijke rijen papillen, maximaal 3 per rij. De papillen zijn lang aan de punt toegespitst en hebben onregelmatige knobbeltjes. De staart is lang en heeft geen papillen.

Eieren: De eisnoeren worden afgezet tussen mei en oktober, in grijze tot soms witte, worstvormig tot grof spiraalvormige gelatineuze eisnoeren. Deze zijn hooguit iets meer dan een winding groot.


Habitat en ecologie

De soort is beperkt tot de wierzone, waar zij nagenoeg in de omgeving opgaat. De soort voedt zich met plantaardig voedsel; met name zachte struikachtige roodwieren uit de geslachten Dasysifonia, Griffithsia, Delesseria en Heterosifonia. Te vinden vanaf de laagwaterlijn tot een diepte van enkele meters. De Slanke rolsprietslak is in staat om cerata af te stoten bij bedreiging. Daarnaast kan de soort een penetrante geurstof afscheiden, die wel vergeleken wordt met een mengsel van waterstofsulfide, geraniums en zwavelzuur. Dit kan boven water al op grote afstand worden geroken. Waarnemingen zijn bekend uit de zomer tot de winter. Hermafrodiet. Eieren worden afgezet tussen mei en oktober in grijze tot soms witte, worstvormige tot grof spiraalvormige, gelatineuze eisnoeren die hooguit iets meer dan een winding groot zijn.


Areaal en verspreiding

Vanaf de Britse Eilanden tot in de Middellandse Zee en langs de centrale West-Afrikaanse kust. De soort komt sins 1989 in toenemende aantallen voor langs de noordelijke en zuidelijke oevers van de Oosterschelde. In 2007 werd de soort voor het eerst aangetroffen langs de zuidelijke oevers van het Grevelingenmeer. Niet bekend uit de Waddenzee.


Nadere informatie

De chemische verbinding van de stof met de penetrante geur is niet bekend. Mogelijk is er verwantschap met een stof die giftig is voor vissen; deze komt ook voor in andere kieuwloze zeenaaktslakken, zoals de Groene rolsprietslak.

Literatuur

  • Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
  • Spuisluisbericht maart 2008

Code


Auteurs

Floor Driessen (mei 2013)
[B. Oonk, jan 2013; IvL feb. 2014]



Commentaar

Slanke rolsprietslak Slanke rolsprietslak

Grafieken



Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top