Search
Search

Soorten

Slanke waaierslak

Microchlamylla gracilis

(Alder & Hancock, 1844)

Slanke waaierslak
Zeeland, Zeelandbrug, 17-03-2019 (bron: Patrick van Moer)


Zoekbeeld

Zeenaaktslak.Tot 18 mm. Transparant grijswit, vaak wit op koptentakels, rhinoforen en staartpunt (streep). Papilinhoud helder rood, soms geel, bruin of groen. Papiltoppen met witte ring, uiterste punt kleurloos. Slanke slak met gladde slanke papillen in 5-7 groepen. Rug niet geheel bedekt. Voet vooraan met zijpunten. Koptentakels lang, slank, rhinoforen glad. Eisnoer als gekronkelde dunne witte streng, meestal in Eudendrium takjes. Ooster- en Westerschelde, zeldzamer in Waddengebied.

Te verwarren met

- Gorgelpijp-knotsslak Cuthona gymnota door de slanke papillen met de meestal helderrode papilinhoud en de uitgetrokken voetpunten.
- Brede ringsprietslak Facelina bostoniensis door de gladde rhinoforen en het betrekkelijk kleine aantal papillen.


Kenmerken

Afmetingen: Lengte tot 18 mm. Geslachtsrijp bij 11 mm.
Kleur: De inhoud van de papillen is meestal helder rood, soms geel, bruinachtig of groen. De top van de papillen zijn gekleurd met een witte ring. De punt van de papillen is kleurloos, de top is opvallend wit. Het lichaam is transparant of witachtig. Vaak is witte pigmentering aanwezig op de koptentakels, de rhinoforen en op de staartpunt (als een streep).
Vorm: Een slanke, vrij snel kruipende zeenaaktslak met gladde slanke papillen op de rug. De papillen staan in 5 tot 7 groepen. Aan kopzijde is die groepstructuur duidelijker te zien dan op de achterzijde van de rug. De rug wordt niet geheel door papillen bedekt. De voorzijde van de voet is aan beide kanten zijwaarts puntig uitgetrokken. De koptentakels zijn lang en slank. De rhinoforen zijn glad. In volwassen dieren zijn vaak de ovotestis (ontwikkelende geslachtscellen) als witte bolletjes, goed zichtbaar in het centrale lichaam.

Eieren: Het eisnoer is een gekronkelde dunne witte streng, die meestal wordt afgezet in Eudendrium takjes. Exemplaren die zich voeden met E. album zetten hun eieren op zowel hard als zacht substraat af in de directe nabijheid van het voedsel. 


Habitat en ecologie

Op hard substraat, van de laagwaterlijn tot ongeveer 10 m. diepte. De soort is vrijwel altijd op zijn voedselsoort te vinden. De Slanke waaierslak leeft van hydropoliepen van het geslacht Eudendrium, zoals E. arbuscula en E. album. Soms, in het najaar, zijn ook dieren aangetroffen op Haringgraat Halecium halecinum. Afhankelijk van de voedselsoort heeft de Slanke waaierslak een typische kleur. Wordt E. arbuscula gegeten is de papil inhoud fel rood. Eten ze E. album dan is de papilinhoud geel tot groen. Dit kleurverschil noemen we ecofenotypische variatie. Het wordt bepaald door de omgeving en het gedrag van het dier en niet door de genetische code. 

Areaal en verspreiding

Wereldwijd komt de soort voor langs de kust van Noord-oost Amerika, Groenland, IJsland en van Noord-Noorwegen tot aan de Golf van Biskaje. In Nederland algemeen in de Oosterschelde en in de monding van de Westerschelde. Sinds 1996 wordt hij ook in de Grevelingen waargenomen. Hij is zeldzaam in het westelijk Waddengebied. Slakken met groen of geel gekleurde papillen zijn uitsluitend op Walcheren waargenomen. Zij voeden zich specifiek met E. album.

verspreidingsatlas: Link

Seizoenspatronen

De soort wordt vooral in de winter en het voorjaar gevonden (vanaf eind december tot juli). Incidenteel ook in het najaar (november).

Nadere informatie

Op de Noord-west Europese kust komen nog een aantal Flabellina soorten voor die sterk lijken op de Slanke waaierslak, en in het veld zelf lastig te onderscheiden zijn. Het zijn Flabellina browni, F. pellucida en F. verrucosa. Het is niet uitgesloten dat een of meerdere van deze soorten ook in de Nederlandse kustwateren voorkomen maar nog niet als dusdanig zijn herkend.

Literatuur

- Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.

Code


Auteurs

[B. Oonk, jan 2013; IvL feb. 2014]
Peter van Bragt (2013)

 




Commentaar

Slanke waaierslak Slanke waaierslak

Grafieken



Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top