Search
Search

Soorten

Grote vlokslak

Aeolidia papillosa

(Linnaeus, 1761)

Grote vlokslak
Nederland (bron: Duncan van Vliet)


Zoekbeeld

Zeenaaktslak. Een zeer forse pluimvormige zeenaaktslak. Grootste zeenaaktslak van Nederland. Tot 12 cm. De voorrand van de voet is breed en kort spits uitgetrokken. Het lichaam is breder dan de voet, zodat deze er niet onderuit steekt. Rug dicht bezet met iets afgeplatte cerata, midden van de rug vrij. De cerata zijn glad en in 15 of meer rijen gerangschikt. De lichaamskleur is van spierwit tot lichtbruin of grijs. Grote exemplaren zijn dicht bezet met veel kleine witte vlekjes. Rhinoforen glad vaak iets donkerder met witte punten. Rhinoforen langer dan mondtentakels 
De eisnoeren worden afgezet op alle mogelijke harde en zachte substraten. De eieren zijn het grootste deel van het jaar te vinden, met uitzondering van de zomermaanden. De piek ligt in de periode november-mei. Ze vormen  een grote vlakke, linksom gewonden, spiraalvormige doorzichtige massa, bestaande uit één of enkele windingen. Het eisnoer bevat honderden kleine worstvormige pakketjes. 

Te verwarren met

  • Kleine vlokslak, Aelodiella glauca: Voet breder dan het lichaam. De lichaamskleur is transparant wit tot bleekgeel, met vooral op de rug en kop, maar in mindere mate ook op de rhinoforen, een duidelijke orange waas. 
  • Gekraagde vlokslak, Aeolidiella alderi: De eerste rij cerata achter de kop zijn licht gekleurd t.o.v. de overige cerata.
  • Gekrulde vlokslak, Aeolidia filomenae: Op de kop staat een Y-vormige tekening.
  • Verborgen vlokslak, Aeolidiella sanguinea:  De rug heeft geen vlekken.

Kenmerken

Afmetingen: Lengte tot 12 cm.
Kleur:
Vaak is er een witte V-vormige vlek boven op de kop aanwezig. De kleur is variabel van spierwit tot lichtbruin of grijs. Vooral bij oudere, grote exemplaren is de huid vaak dicht bezet met heel veel kleine witte en donker grijze piment vlekjes. De rhinophoriën zijn vaak iets donkerder gekleurd en hebben, net als de papillen, een witte punt.
Vorm: Grote, brede slak. De rug is dicht bezet met enigszins afgeplatte papillen, maar het midden van de rug is vrij. De voorrand van de voet is spits uitgetrokken. De papillen zijn in 15 of meer rijen gerangschikt. Maar omdat ze zo dicht op elkaar staan is meestal niet goed te zien dat ze in rijen staan.

Eieren: Het eisnoer vormt een grote dicht-gekronkelde spiraal met een doorsnede tot 5 cm. De kleur is wit tot vuil-geel of een lichte bruin-oranje tint. Het is een dikke doorzichtige gelatineuse worst,  met daarin kleine staafvormige eipakketjes. De spiraal wordt meestal op een vlakke ondergrond zoals oesterschelpen of stenen afgezet. Soms worden eisnoeren ook op zacht substraat zoals grote hydropoliepen aangetroffen.


Habitat en ecologie

De Grote vlokslak prefereert plaatsen met een gematigde stroomsterkte. Komt voor vanaf even boven de laagwaterlijn tot grote diepte (> 100 m) op  alle locaties waar anemonen die het voedsel vormen voorkomen. Hij is dus tussen de stenen en ander hard substraat en op zanderige slibbodems te vinden. De Grote vlokslak voedt zich met zee-anemonen, in Nederland vooral de Zeeanjelier Metridium senile. Ook slibanemonen en golfbrekeranemoontjes staan op de menukaart van de Grote vlokslak.  

Areaal en verspreiding

Van de Witte zee tot Noord Spanje, langs de Amerikaanse Oostkust en aan beide kanten van de Grote Oceaan (Japan en Californië). In Nederland is het een van de meest algemeen voorkomende zeenaaktslakken, die bijna overal te vinden is, behalve in het Veerse Meer. Nu het Veerse meer ook weer zout is geworden kan de soort echter ook daar waarschijnlijk in de toekomst weer opduiken..

Seizoenspatronen

Jonge dieren (3 mm) zijn vanaf juli te vinden. In oktober zijn deze jonge slakken al zo'n 2 cm lang. Vanaf januari zijn de slakken volwassen en beginnen ze eieren af te zetten bij een lengte vanaf 5-6 cm. De eiafzetting kan tot eind mei voortduren.

Nadere informatie


Literatuur

  • Brendan Oonk & Luna van der Loos, 2016. DNA laat een nieuwe vlokslaksoort in Nederland zien. Nature today.
  • Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.

Code


Auteurs

[B. Oonk, jan 2013; IvL feb. 2014]
Peter van Bragt (2013)

 




Commentaar

Grote vlokslak Grote vlokslak Grote vlokslak

Grafieken



Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top