Search
Search

Soorten

Rugschilden Inktvissen

Inktvissen - Cephalopoda

Rugschilden Inktvissen


Zoekbeeld

Inktvissen. Mariene soorten. Tienarmige inktvissen (Zeekatten ['Sepia's]; Pijlinktvissen; Dwerginktvissen) en Achtarmige inktvissen (Achtarmen [Octopussen]). Inktvissen zijn goede zwemmers die grote afstanden kunnen afleggen. Soms spoelen op de kust dieren aan, maar veel vaker losse rugschilden. Deze deels uit brosse kalk bestaande inktvisschelpen (soms ook wel Zeeschuim genoemd) zitten bij het levende dier inwendig, aan de rugzijde. Ze hebben een goed drijfvermogen en kunnen aanspoelen op grote afstand van de plaats waar het dier doodgegaan is. Soms spoelt ook de kalkloze, chitine-achtige gladius aan van pijlinktvissen.

Te verwarren met

Zowel de kalkachtige rugschilden van zeekatten, als de kalkloze gladius van pijlinktvissen, zijn qua uiterlijk onmiskenbaar. Tussen de onderlinge soorten bestaan meestal duidelijke verschillen, beschreven op de afzonderlijke pagina's van de rugschilden.
Zie voor de beschrijving van de dieren zelf de desbetreffende pagina's van de afzonderlijke inktvissoorten.


Kenmerken

De inwendig aan de rugzijde gelegen schelpen van de diverse soorten zeekatten Sepia spec. bestaan uit brosse kalk en zijn aan de ene zijde zachter dan aan de andere zijde. Tussen de kalklaagjes zit gas, waardoor ze blijven drijven en vaak op het strand aanspoelen. De inwendige schelpen (gladius) van de pijlinktvissen Loligo, Todarodes, Alloteuthis en dwerginktvissen Sepiola hebben geen kalk, maar bestaan uit plasticachtig chitine. Op het strand spoelt hierva  het meest aan de veervormige, vaak wat gelige gladius van de Gewone pijlinktvis Loligo vulgaris. De achtarmen Octopus en Eledone hebben geen inwendige schelp of gladius. De posthoreninktvis Spirula heeft een als een slakkenhuis gedraaide inwendige schelp. Zie verder bij opmerkingen en de betreffende afzonderlijke soort- en rugschildpagina's


Habitat en ecologie

Rugschilden (schelpen) van Inktvissen vinden we meestal in de vloedlijn. De chitine-achtige en kalkloze gladius van pijlinktvissen meestal meer naar de laagwaterlijn. Zie verder voor de beschrijving van de habitat en de ecologie van de inktvissen de pagina's van de afzonderlijke inktvissoorten.


Areaal en verspreiding

Zie voor de beschrijving van het areaal en de verspreiding van de inktvissen de pagina's van de afzonderlijke inktvissoorten.

Seizoenspatronen

Rugschilden van de verschillende soorten zeekatten kunnen vanwege het grote drijfvermogen het hele jaar door aanspoelen. Verreweg de meeste aanspoelingen vinden echter plaats in de zomer en het najaar. De meeste kans op het vinden van de gladius van pijlinktvissoorten is in de zomer (augustus).

Nadere informatie

De inktvissen die in en om het Nederlandse deel van de Noordzee leven, of waarvan resten zijn aangespoeld, kunnen worden ingedeeld in 4 groepen:

1. Soorten die in de Nederlandse kustwateren paaien:

2. Soorten die in de Nederlandse wateren fourageren

Deze soorten zijn wel levend in het Nederlandse deel van de Noordzee aangetroffen, maar voor zover bekend paaien ze zich niet in de Nederlandse wateren. Ze zijn nog nooit levend door sportduikers in de Oosterschelde gezien en ze planten zich er ook niet voort. Van de Grote pijlinktvis spoelen af en toe dode dieren aan op het Noordzeestrand.

3. Dwaalgasten die zelden in de Nederlandse Noordzee komen:

De Vergeten dwerginktvis Sepietta neglecta en de op een dwerginktvis lijkende Rondeletiola minor zijn enkele keren levend in de Nederlandse wateren gevonden. Twee andere soorten dwerginktvissen leven in diepere delen van de Noordzee: de Gouden dwerginktvis Sepiola pfiefferi en de Rode dwerginktvis Sepiola tridens. Deze soorten worden niet tot de Nederlandse fauna gerekend, maar ze zouden in het Nederlandse deel van de Noordzee als dwaalgast gevonden kunnen worden.

4. Soorten die niet in de Noordzee leven maar waarvan wel schilden zijn aangespoeld op het strand:

Op het Nederlandse strand zijn rugschilden van meerdere soorten inktvissen gevonden, zelfs van exotische soorten uit de Rode Zee of nog verder weg. Deze rugschilden kunnen over grote afstanden meegevoerd zijn op de golven en de wind, maar ze kunnen ook vanaf schepen overbood gezet zijn als maaltijdrestant. Alleen de twee hieronder als eerste genoemde soorten, de Gedoornde zeekat en de Sierlijke Zeekat, leven in de nabije omgeving, namelijk ten zuiden van de Noordzee. Hiervan spoelen regelmatig rugschilden aan op onze stranden. De overige schilden zijn incidenteel, sommige slechts één keer aangespoeld.

Er is eigenlijk nog een vijfde categorie: van de wereldwijd in diep water levende Posthoreninktvis Spirula spirula zijn ook een paar keer inwendige schelpen op d Nederlandse kust gevonden. Deze schelp heeft niet de vorm van een rugschild of chitineachtige gladius, maar lijkt op een in een plat vlak gedraaide schelp van een huisjesslak. Bij het -nooit aanspoelende - levende dier zit deze schelp inwendig aan de rugzijde. Na de dood kunnen de schelpen over grote afstanden worden vervoerd omdat ze drijven. De 'kamertjes' in de schelp zijn gecompartimenteerd en gevuld met gas. De schelp lijkt op die van de fossiele Ammonieten en de nog in Tropische wateren levende Nautilus-inktvissen, die eveneens een gedraaide schelp hadden en hebben.


Literatuur

Heij, A. de & J. Goud, 2013. Hoofdstuk 11 Inktvissen - Cephalopoda: 327-340. In:  Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.

  • Boer, P., 1971. Het voorkomen van inktvissen langs de Nederlandse kust. Het Zeepaard 31 (4): 65-77.
  • Heij, A. de, 1997. Inktvissen in de zuidelijke Noordzee. Corresp.-blad Ned. Malac. Ver. 296: 56-61.
  • Kristensen, I., 1966. De inktvissen langs de Nederlandse kust. Corresp.-blad Ned. Malac. Ver. 118: 1240-1243.
  • Lacourt, A.W. & P.H.M. Huwae, 1981. De inktvissen (Cephalopoda) van de Nederlandse kust. Wet. Med. KNNV 145: 32 p.

Code

Zie bij de betreffende soorten. (Zie ook: opmerkingen).

Auteurs

(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling, Daan et al. -Ecologische atlas mariene weekdieren - 2013)
[S. van Leeuwen, 2013; F. Driessen, 2013; B. Oonk, jan. 2014; IvL feb. 2014]



Commentaar

Rugschilden Inktvissen Rugschilden Inktvissen

Grafieken

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top