Search
Search

Soorten

Grofgeribde fuikhoren

Nassarius nitidus

(Jeffreys, 1867)

Grofgeribde fuikhoren


Zoekbeeld

Mariene huisjesslak. Meestal in brak water. Tot 35 mm. Paarsbruin. Het eelt op de laatste omgang is dun, doorschijnend, paarsbruin of wit. Mondopening vaak paarsbruin. Opperhuid roestbruin. Dikschalig met vrij bolle windingen. Top matig spits, mondopening peervormig met kort siphokanaal. In de mondopening soms kleine,  knobbels. Oppervlak met brede verticale ribben, gekruist door horizontale vlakke ribben (traliewerk). Mondrand vaak verdikt door dwarsrib (varix). Slikbodems in het sublitoraal. Plaatselijk in Zeeland, o.a. Grevelingen.

Te verwarren met

Gevlochten fuikhoren Nassarius reticulatus (Linnaeus, 1758) AphiaID: 140513

Kenmerken

Afmetingen: H. 35 mm, B. 16 mm.
Schelpkleur: Paarsbruin onder een schilferige roestbruine opperhuid. Het eelt is vrij dun en doorschijnend, meestal paarsbruin met hier en daar wat wit. Ook de binnenzijde van de mond is vaak paarsbruin.
Schelpvorm: Dikschalige horen met vrij bolle windingen. Top matig spits, mondopening peervormig, uitlopend in een kort siphokanaal. Aan de binnenkant van de mondopening zitten kleine, onregelmatige tandvormige knobbels.
Sculptuur:
Met brede verticale ribben, gekruist door talrijkere horizontale vlakke ribben. Een deel van de laatste winding is door een dun laagje, glanzend eelt uit de mondopening bedekt. De mondrand is vaak verdikt met een extra dikke dwarsrib (varix).


Habitat en ecologie

De dieren leven gedeeltelijk ingegraven in een zachte, zandige slikbodem, waarbij alleen de lange sipho boven de bodem uitsteekt. In tegenstelling tot de meer mariene 'echte' Gevlochte fuikhoren, leeft de Grofgeribde gewoonlijk in lagune-achtige omstandigheden. Het zijn aaseters met een uitermate goed ontwikkeld 'reukvermogen'.


Areaal en verspreiding

In Nederland zowel in binnenwater met een verlaagd zoutgehalte (brak) als in zout water. In de zuidwestelijke delta algemeen in het Veerse Meer, de Grevelingen en langs de Oosterschelde. Ook in het Kanaal door Zuid-Beveland, Het Havenkanaal van Zierikzee, etc.


Nadere informatie

Uit onderzoek (Rolán & Luque, 1994; Sanjuan, Losada-Perez & Rolan, 1997) blijkt dat de twee soorten grotere fuikhorens naast elkaar kunnen leven in hetzelfde gebied. N. nitidus (Jeffreys, 1867) onderscheidt zich van N. reticulatus door het geringere aantal verticale ribben en de violetkleurige mondopening. "The absence of electrophoretically recognizable hybrids in sympatric populations provides clear evidence that the two morphs are reproductively isolated within the study area. These genetic results corroborate other reported biochemical, morphological and behavioural differences between the morphs. Consequently, these data strongly suggest that the taxa N. nitidus and N. reticulatus must be considered as separate species".

Trends

Deze slakken zijn gevoelig voor organotin-verbindingen in aangroeiwerende verf. Wetgeving heeft het gebruik van deze verf teruggedrongen.

Literatuur

Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.

Code


Auteurs

(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling, Daan et al, 2013 -Ecologische atlas- 2013)
[F. Titselaar, 2013; B. Oonk, jan. 2014; HR feb. 2014]




Commentaar

Grofgeribde fuikhoren

Grafieken



Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top