Mariene huisjesslak: Tot 4 mm (in kruipende toestand tot 6 mm). Licht glimmend of dof kalkwit. Dunwandig, cilindrisch, min of meer ovaal. Top verzonken in de schelp. De mondrand steekt slechts weinig boven de rest van de schelp uit. Schelpoppervlak bij vergroting met fijne spiraalgroefjes. Geen operculum. De slak kan zich geheel binnen de schelp terugtrekken. Noordzee, zeldzaam. Ver van de kust. Niet op het strand.

Gewone oubliehoren Retusa obtusa, Valse oubliehoren Cylichna cylindracea, Roxania utriculus.

Afmetingen: H. tot 4 mm, B. tot 1,9 mm. Schelpkleur: Licht glimmend of dof kalkwit, soms transparant wit.
Schelpvorm: Dunwandig cilindrisch horentje, min of meer ovaal van vorm. De top ligt verzonken in de schelp. De mondrand is gebogen en steekt slechts weinig boven de rest van de schelp uit. Geen operculum.
Sculptuur: Het schelpoppervlak lijkt glad, maar heeft bij vergroting zeer fijne spiraalgroefjes.

Dier: In kruipende toestand tot 6 mm. Kopschild klein met afgeronde voorzijden. Aan de achterzijde twee aanvankelijk brede, maar aan het einde vrij abrupt taps toelopende tentakelachtige flappen. In de maag 3 verkalkte kauwplaten. Voet kort, hoekig, met afgeronde zijkanten.

Een soort van diep water (30-2.000 m). De dieren leven in zand en in slibhoudende bodems, schijnbaar zonder voorkeur voor een van beide. Ze ploegen door de bovenste bodemlaag, waarbij het sterke kopschild het zand opzij duwt en zorgt dat er geen zandkorrels in de mantelholte komen. De dieren zijn carnivoor. Het voedsel bestaat uit foraminiferen. Hoogstwaarschijnlijk zijn de dieren net als de meeste andere soorten uit deze familie in staat actief te jagen, bijvoorbeeld op kleine tweekleppigen en slakken. De dieren zijn hermafrodiet

Van Noorwegen tot in de Middellandse Zee en tot aan Zuid-Afrika, ook in delen van de Oostzee. In de Nederlandse wateren bekend van de Oestergronden en de Doggersbank. Op beide plaatsen werd ooit één levend exemplaar aangetroffen.

Op het strand: Geen vers materiaal bekend.

Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.

(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling, Daan et al, 2013 -Ecologische atlas- 2013)
[HR feb. 2014; IvL mrt 2014]

Commentaar