Mariene huisjesslak. Tot 5 mm. Dunschalig. Cilindervormig, met 4-5 matig windingen, de laatste sluit de voorgaande in. Top vaak iets boven de laatste windingen uitstekend. Naad tussen de windingen diep. Navel spleetvormig. Schelpoppervlak glad, alleen groeilijnen. Schelpkleur transparant tot wit. Geen operculum. In de zuidoostelijke Noordzee schaars, op het strand enkele vondsten van lege exemplaren.

Soorten uit de families Cylichnidae en Retusidae.

Afmetingen: H. tot 5 mm, B. tot 3 mm.
Schelpkleur: Transparant tot wit.
Schelpvorm: Dun en breekbaar, cilindervormig horentje. 4-5 matig bolle tot vlakke windingen, de laatste sluit de voorgaande grotendeels in. De top steekt vaak iets boven de laatste windingen uit. De naad tussen de windingen is van bovenaf gezien diep. Binnenzijde van de mondopening met een  spleetvormige navel. Geen operculum.

Sculptuur: Oppervlak glad met alleen groeilijnen.

Dier: Kopschild met twee naar opzij wijzende, platte, breed-driehoekige tentakelachtige flappen. Voet vrij kort, aan de voorkant (propodium) verbreed en opzij uitlopend in brede hoekpunten. Aan de achterzijde ingekeept, waardoor een gevorkt uiteinde ontstaat. Lichaamskleur wit, iets transparant. In de maag geen verkalkte kauwplaten.  

De dieren leven ingegraven in een fijne zandbodem, vanaf iets beneden de laagwaterlijn tot diepten van ruim 350 m. Vermoedelijk carnivoor en aaseters, maar mogelijk eten ze ook detritus en kleine algen. De dieren zijn hermafrodiet. Voortplanting in het voorjaar.

Van het Arctisch Gebied tot de Canarische Eilanden en in de Middellandse Zee. In de zuidoostelijke Noordzee schaars, onder meer bekend van Helgoland. Op het NCP slechts eenmaal levend gevonden (zuidelijke Oestergronden).

Op het strand: Zeldzaam. er zijn enkele vondsten bekend van lege exemplaren die op het strand aangespoeld zijn.

Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.

(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling, Daan et al, 2013 -Ecologische atlas- 2013)
[HR feb. 2014; IvL mrt 2014]

Commentaar