Zoetwatersoort. Ringworm. Langgerekte cylindrische, olijfgroene tot grijsbeige soort, met heldere onderbroken dwarsstrepen. Tot 100 mm. Aan beide zijden een hechtschijf. Voorste hechtschijf half zo groot als de achterste. In alle binnenwateren en brak water. Zuigt bloed van vissen en amfibieën. Vooral vaak op stekelbaarsjes en snoek.

Afmetingen: tot. 100 mm, breedte 1-3 mm.
Kleur: Olijfgroen, grijsbeige, met heldere onderbroken dwarsstrepen.
Vorm: Lange cylindrische bloedzuiger, voorste hechtschijf is ongeveer half zo groot als de achterste hechtschijf. Op de voorste hechtschijf zit twee paar ogen.

Leeft in bijna alle binnenwateren waar vissen voorkomen, in vijvers, beken en sloten en ook in brakwater, echter niet in zee. Het voedsel bestaat uit het bloed van vissen en amfibieën. Zit vooral vaak vast aan stekelbaarsjes en snoek. Wanneer de op de bodem van de vijver gelegde eieren uitkomen, zwemmen de kleine bloedzuigertjes naar een waterplant en klimmen daarop. Zo gauw ze in de omgeving beweging waarnemen, maken de bloedzuigers zoekbewegingen en zuigen zich aan de voorbijzwemmende gastheer vast met de voorste hechtschijf. De achterste hechtschijf wordt naast de voorste gezet en de voorste laat los. Het dier hangt dan met de kop vrij in het water en kan nu met de voorste hechtschijf op zoek gaan naar een geschikte plaats op het lichaam van de gastheer om bloed te zuigen. Het verblijf op een gstgeer kan ca. 1 maand duren. Ze kunnen tot 6 maanden zonder voedsel. In het voorjaar worden diverse tot 1,5 mm grote eikokers afgezet op het substraat vastgehecht, die elk 1 ei bevatten. Afhankelijk van de temperatuur komen de  jongen na 2-6 weken uit.
P. geometra kan, indien ze in grote getalen op de gastheer voorkomen, de dood tot gevolg hebben.

IvL [jan. 2014]

Commentaar