Search
Search

Soorten

Schelpkokerworm

Lanice conchilega

(Pallas, 1766)

Schelpkokerworm


Zoekbeeld

Borstelworm. Mariene soort. Tot ongeveer 30 cm lang. Maximaal 300 segmenten, waarvan slechts een klein aantal met borstels; rest van het lichaam dun en kwetsbaar. Bij de kop drie paar rode, sterk vertakte kieuwen, en een aantal lange tentakels. Bouwt een koker van grof zand en schelpstukjes, die soms iets boven de bodem uitsteekt. Deze koker is bijzonder, omdat bovenaan een aantal zeer smalle gootjes van zandkorrels zit, die gewoonlijk uitgespreid liggen over de oppervlakte van het zand. In die gootjes liggen de hierboven genoemde tentakels, waarmee het dier voedsel (plankton en detritus) vangt.

Habitat en ecologie

Leefgebied: midden van het intergetijdengebied en dieper. Vooral in zandbodems, maar ook in slibbodems en in spleten tussen stenen en rotsen die met slib gevuld zijn. Prefereert niet al te ruwe golfslag. Soms in grote dichtheden.

Areaal en verspreiding

Verspreiding Nederland: langs de hele kustlijn algemeen. Ook in de geulen van de Oosterschelde.

Komt langs de Europese kusten voor van de Noordelijke IJszee tot de Middellandse Zee; ook in de Arabische Golf en de Stille Oceaan.


Literatuur

Leewis, Rob (2002): Veldgids flora en fauna van de zee. Utrecht: KNNV. ISBN 90 5011 153 X.

Hayward, P.J. en J.S. Ryland (eds.) (2000): Handbook of the Marine Fauna of North-West Europe. Oxford [UK]: OUP. ISBN 0 19 854055 8.


Code


Auteurs

Niels Schrieken, juni 2014 [Wim Voortman]


Categorieën:

Soorten, Borstelwormen

Commentaar

Schelpkokerworm Schelpkokerworm

Grafieken



Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top