Search
Search

Soorten

Zee-abrikoos

Polycarpa scuba

Monniot C., 1971

Zee-abrikoos
Zee-abrikoos (Foto: Marianne Ligthart). Zeelandbrug.


Zoekbeeld

Solitaire zakpijp. Mariene soort. 20 x 15 mm, vaak kleiner. Ovaalrond. De mantel is min of meer egaal oranjerood, tot abrikooskleurig. De sifonen zijn duidelijk bleker, met bovenaan, langs de buitenkant van de sifo een dun oranjerood lijntje. Oppervlak matig ruw, vaak begroeid met andere organismen. SInds 2017 bekend uit de Oosterschelde.   


Te verwarren met

Er zijn vooral overeenkomsten met de eveneens inheemse Zeebes Dendrodoa grossularia. Deze blijft echter nog wat kleiner, is gewoonlijk volledig éénkleurig oranjerood tot geeloranje, zonder de duidelijk veel blekere sifohalzen (deze kunnen wel ietsje bleker zijn) en mist het roodoranje lijntje bovenaan de sifonen, dat kenmerkend is voor de nu als zee-abrikoos aangeduide soort.

Overigens is de naam Polycarpa scuba niet 100% on-omstreden. Het is niet uitgesloten dat er in de toekomst na meer uitgebreid taxonomisch onderzoek, al dan niet gecombineerd met DNA-onderzoek, een andere wetenschappelijke naam prioriteit zal blijken te hebben voor deze soort.
Tot dan kan aan de wetenschappelijke naam misschien het beste de aanduiding 'cf' worden toegevoegd: Polycarpa cf scuba. Dit komt van 'confer' en betekent in de taxonomie -indeling en naamgeving- zoiets als: "de soort lijkt hier, naar mijn mening, van alle eventuele opties verreweg het meest op, maar ik ben niet voor de volle 100% zeker of voor het organisme deze wetenschappelijke naam de juiste is."


Kenmerken

Afmetingen: 20 x 15 mm.
Kleur: De buitenkant (de mantel) is meestal min of meer oranjerood, een beetje als van een abrikoos. Soms donkerder, tot bruinrood. De hals van de sifonen heeft meestal een veel blekere kleur, met langs de uiterste bovenrand van de sifo een heel dun oranjerood lijntje. Beide kenmerken (bleke sifonen en lijntje) zijn karaktristiek.
Vorm:  De in- en uitstroomopeningen in de sifonen zijn in doorsnee wat vierkant en worden aan het uiteinde iets wijder.
Sculptuur: De buitenzijde (mantel) is ruw en vaak begroeid met andere organismen, waaronder vaak mosdierkolonies en sponzen.


Habitat en ecologie

Op hard substraat aan de voet van dijken. Vaak vastgegroeid op stenen en op grotere oude schelpen. De soort ligt vaak met de onderkant, soms zijkant aan het substraat gehecht. Het meest gezien op diepten tussen 8 en 15 meter. Het zijn weliswaar solitaire zakpijpen, maar ze kunnen geaggregeerd in grote aantallen bijeen voorkomen.


Areaal en verspreiding

Polycarpa scuba is inheems in de Noordoost-Atlantische Oceaan en leeft onder meer bij de Azoren. Ook bekend uit het zuiden van Groot-Brittannië. Uit Nederland is de soort pas bekend sinds 2017. Onder andere bekend uit de Oosterschelde bij Zierikzee, nabij de Zeelandbrug. Sinds het najaar van 2017 duidelijk toegenomen.


Nadere informatie

Anders dan de diverse exoten waarmee de Nederlandse fauna steeds meer wordt verrijkt, is dit in het Europese faunagebied een inheemse soort. De dieren zijn onder andere bekend van de westkust van de Azoren en - dichterbij - van de Britse Eilanden. Inmiddels komen bij Zierikzee al flinke aantallen voor. De dieren bleken de extreme temperaturen van een zeer koude winter en een uiterst hete zomer van afgelopen jaar te kunnen overleven. Hoe deze zakpijp hier terecht is gekomen is onbekend. Er zijn meerdere scenario's mogelijk, waaronder het meeliften met materiaal voor de schelpdiervisserij.


Literatuur

Peter H. van Bragt en Marianne Ligthart, 2018. Abrikozen in zeewater: een nieuwe Nederlandse zakpijp. Nature Today 7 oktober 2018. (Natuurbericht Stichting ANEMOON.)


Code


Auteurs

IvL & RHB (okt. 2018)



Categorieën:

Soorten, Zakpijpen

Commentaar

Zee-abrikoos

Grafieken

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top