Sponzen

Mariene spons. Bedekking tot 15 cm, dikte 2-5 cm.. De piekjesvorm steekt met grijsgele puntige en bredere 'schoorsteentjes' uit het slib omhoog. Soms heeft deze vorm een een groene waas.. Vormt soms ook oranje 'vingers'. Komt ook in korstvorm voor, vaak met aders. De uitstroomopeningen zijn onopvallend en onregelmatig over het oppervlak verdeeld.

[Lees verder...]

Sponges. Thick vases to thin inverted cones, sometimes becoming fans. Light gray with pinkish or bluish hues; surface spiny, especially on the rim of the atrium. Spicules are pointed oxea.

[Lees verder...]

Sponges. Rather soft and fluffy orange to orange-yellow cushions. Surface conulose, rather transparent, with scatered and membranous oscules. Naturally shrunk specimens look less transparent and show tufts of spicules at the tip of conules.

[Lees verder...]

Sponges. This thin, encrusting sponge is distinguished by several canals that radiate in a starshaped pattern from small groups of pitted excurrent openings. These "stars" are well separated. Unlike several similar appearing sponges, the canals are occasionally branched, and do no intertwine or interconnect. 

[Lees verder...]

Sponges. Huge barrel-shape with rough, often jagged, stone-hard exterior. Shades of gray, brown or red-brown. Generally solitary, but one or two smaller individuals occasionally grow around base.

[Lees verder...]

see custom fields

Sponges. Soft-walled tubes are medium brown to tan to grayish brown with lighter interiors. Although the exterior can be somewhat lumpy or pitted, the surface texture tend to be quite smooth.

[Lees verder...]

Sponges. Tubes are long, slender, thin, and soft-walled. Exterior, shades of lavender, shades of gray or brown. Tubes' interiors often cream colored, but may be lighter shade of exterior color. Grow as solitary specimens or in clusters.

[Lees verder...]

Mariene spons. Kalkspons. Tot ca 5 cm hoog. Grijswitte, soms iets glasachtige, cylindrische zakspons met dunne wanden waaruit zeer lange spicula (kalknaalden) steken. Hierdoor ontstaat een sterk 'harig' uiterlijk. Wanden soms met knobbelachtige papillen. Steeds met een stijf kruintje bovenop. Op wieren en hard substraat. Mogelijk inmiddels verdwenen uit Nederland (Zeeland).

[Lees verder...]

Mariene spons. Bedekt oppervlakken tot 30 cm of meer. De spons vormt een dunne gebobbelde laag op hard substraat met kleine opstaande (of neerhangende) plooien (lobbetjes) van 0,5 - 1 cm. Bleek oranjegeel, op ondiepe plaatsen kleuriger. Lobben lichtdoorlatend en aan de toppen vaak roodachtig. Vrij glad, enigszins slijmerig oppervlak met grotere spleten en gaten. Deze spons heeft geen spiculae, spongine of andere stevige delen.

[Lees verder...]

Spons uit zoet water. Korstvormende soort. Bedekking tot meerdere cm². Geelwit, bruinroze (dieper water) of groenachtig (ondieper water). De soort vormt aan het eind van de zomer gelige overwinteringsballetjes (gemmulae) met een doorsnede van enkele mm.

[Lees verder...]

Mariene spons. Een tot 2-5 mm dikke korstvormende spons, qua omvang afhankelijk van het substraat, tot enkele vierkante decimeters. Met duidelijke aders in een sterpatroon. Waar aders kruisen, zit een uitstroomopening (vaak moeilijk te zien). Oppervlak  ruw aanvoelend doordat de skeletnaalden in groepjes naar buiten steken. De ronde vrij grote uitsrtoomopeningen tussen de aders onderscheiden deze spons van andere korstvormende soorten.

[Lees verder...]

Mariene spons. Exoot. Kleine exemplaren van 1-2 cm hebben vaak een bolvorm. Grotere exemplaren zijn sliertig en kunnen andere organismen overwoekeren. Rose tot lichtbruin, vaak met een slijmerig witachtig vlies. De spons heeft een opvallend zachte (weke) structuur. Bij deze soort ontbreken kleine silicium- of kalknaaldjes die in andere sponzen voorkomen. Inmiddels algemeen in de Oosterschelde.

[Lees verder...]

Mariene spons. Kalkspons. Kan tot circa 5 cm hoog worden met een diameter van iets meer dan een halve cm. Meestal veel kleiner. Helder wit soms iets gelig. Een langgerekte zakvormige spons met een opvallend 'kruintje', bestaande uit relatief lange, uit kalk opgebouwde skeletnaalden (spiculae).

[Lees verder...]

Mariene spons. Tot ca. 30 cm hoog en 10 cm in diameter. Vormt geel-oranje, soms bleekgele korsten met grote, gladde lobben. Aan het uiteinde van die lobben zijn grote uitstroomopeningen zichtbaar.

[Lees verder...]

Mariene spons. Kalkspons. Vormt een stelsel van gevlochten, witte of iets doorschijnende, zachte buisjes van 1-3 cm, met een doorsnede van hoogstens 2 mm. Op willekeurige plaatsen gaan de buisjes omhoog en vormen de uitstroomopeningen. De buisjes zijn alleen vlak boven het substraat vertakt. Vaak op mosdiertjeskolonies, wier of stenen en schelpen.

[Lees verder...]

Mariene spons. Ook in brak water. Een brede korst met meerdere, tot ca 5 cm hoge, vrij brede buizen. Deze hebben vaak een plompe extra verbreding bij de uitstroomopening. De kolonie kan in diameter tot ca. 20 cm worden. Op 2-3 meter diepte meestal paars, dieper varieert de kleur per kolonie (lichtpaars, geelbruin). Het oppervlak is zacht en fragiel.

[Lees verder...]

Mariene spons. Vaak tot 20 cm hoog/breed, soms tot ruim 50 cm. Takken tot ca. 7 mm in doorsnede. Meestal grijsgeel. Boomvormig vertakt, de takken ontspringen uit een brede, op het substraat gehechte voet. De takken zijn dun op beschutte plaatsen en breed afgeplat in bewogen water. Jonge exemplaren zijn vingervormig. 

 

[Lees verder...]

Mariene spons. Bedekking ca. 20 cm, soms tot ruim 50 cm. Dikte tot ca. 0.5 cm, bij de schoorsteentjes tot 2 cm. Oranjegeel, groengeel, egaal lichtgroen. Groeit op hard substraat in niet te rustig water en op wrakken, maar ook in brak water in de getijdenzone.

[Lees verder...]

Mariene spons. Ook in brak water. Kolonies kunnen aanzienlijke afmetingen bereiken, tot enkele decimeters. Meestal bleekwit tot oranjegeel. De soort vormt plakkaten met tamelijk lange, slappe, soms vertakte slierten, feitelijk de uitstroomopeningen. De structuur ziet er korrelig uit, ongeveer zoals brood. Langs de gehele kust op hard substraat. Ook in het Veerse Meer en Grevelingenmeer.

[Lees verder...]