Search
Search

Soorten

Inktvissen

Common Octopus
See custom fields


Caribbean Reef Squid
See custom fields


Rugschild Grote pijlinktvis
Tienarmige inktvis. Mariene soort. Inwendig gelegen gladius. Tot ca. 65 cm lang. Zeer dun, lang, uit plasticachtige chitine bestaande 'pijl', die na droging snel opkrult en verbrokkelt. Aan het uiteinde een lancetvormig puntje. Spoelt zelden of nooit aan, wel nog aanwezig in aangespoelde dieren (uitprepareren).

[Lees verder...]


Rugschilden Inktvissen
Inktvissen. Mariene soorten. Tienarmige inktvissen (Zeekatten ['Sepia's]; Pijlinktvissen; Dwerginktvissen) en Achtarmige inktvissen (Achtarmen [Octopussen]). Inktvissen zijn goede zwemmers die grote afstanden kunnen afleggen. Soms spoelen op de kust dieren aan, maar veel vaker losse rugschilden. Deze deels uit brosse kalk bestaande inktvisschelpen (soms ook wel Zeeschuim genoemd) zitten bij het levende dier inwendig, aan de rugzijde. Ze hebben een goed drijfvermogen en kunnen aanspoelen op grote afstand van de plaats waar het dier doodgegaan is. Soms spoelt ook de kalkloze, chitine-achtige gladius aan van pijlinktvissen.

[Lees verder...]


Inwendige schelp van de Posthoreninktvis
Tienarmige inktvis. Mariene (diepzee-)soort. Inwendige schelp. Behoort zeker niet tot de Nederlandse fauna. Tot ca. 4 cm. Doorsnede buis: 8-13 mm. Matwit tot zilvergrijs, binnenkant glanzend zilver- tot geelgrijs parelmoer. In een plat vlak spiraalvormig losgewonden buis, met binnenin diverse schotjes. Buitenzijde vrij glad aan, met groeilijnen.

[Lees verder...]


Rugschild Gegroefde zeekat
Tienarmige inktvis. Niet inheems. Mariene soort. Inwendig rugschild. Tot 14,5 cm. Langwerpig met lengtegroeve in zachte zijde. Behoort zeker niet tot de Nederlandse fauna. Het rugschild is ten minste één keer op het Nederlandse strand aangetroffen.

[Lees verder...]


Rugschild Slanke zeekat
Tienarmige inktvis. Niet inheems. Mariene soort. Inwendig rugschild. Zeer slank schild, 4x langer dan breed. Behoort zeker niet tot de Nederlandse fauna. Het rugschild is ten minste één keer op het Nederlandse strand aangetroffen.

[Lees verder...]


Rugschild Japanse zeekat
Tienarmige inktvis. Niet inheems. Mariene soort. Inwendig rugschild. Tot 10,5 cm. Langwerpig-ovaal. Oppervlak aan harde zijde vrij glad Geen rostrum, wel met chitineuze kap. Behoort zeker niet tot de Nederlandse fauna. Het rugschild is ten minste één keer op het Nederlandse strand aangetroffen.

[Lees verder...]


Rugschild Afrikaanse zeekat
Tienarmige inktvis. Niet inheems. Mariene soort. Inwendig rugschild. Zeer slank met chitineuze kap en ring rondom. Geen rostrum. Behoort zeker niet tot de Nederlandse fauna. Het rugschild is ten minste één keer op het Nederlandse strand aangetroffen.

[Lees verder...]


Rugschild Gebochelde zeekat
Tienarmige inktvis. Mariene soort. Inwendig rugschild. Behoort zeker niet tot de Nederlandse fauna. Het rugschild is ten minste één keer op het Nederlandse strand aangetroffen.

[Lees verder...]


Rugschild Indische zeekat
Tienarmige inktvis. Niet inheems. Mariene soort. Inwendig rugschild. Behoort zeker niet tot de Nederlandse fauna. Het rugschild is ten minste één keer op het Nederlandse strand aangetroffen.

[Lees verder...]


Rugschild Gewone pijlinktvis
Tienarmige inktvis, mariene soort. Inwendig rugschild (gladius). 35 cm lang. Veervormig, plasticachtig chitineus, zonder kalk, met een langere steel en een brede schacht over het grootste deel van de lengte. Bij mannetjes is de lengte-breedte verhouding 8:1, bij vrouwtjes 5:1. De gladius spoelt vooral in augustus aan, vaak in de eblijn.

[Lees verder...]


Rugschild Gedoornde zeekat
Tienarmige inktvis, mariene soort. Inwendig rugschild. Tot 10 cm. Geelbruin, vaak oranjeroze. Langwerpig-ovale kalkplaat, uitlopend in een zeer duidelijk, scherp, omgebogen puntje (rostrum). Aan de ene zijde zacht, aan de andere hard, korrelig. Rugschilden spoelen regelmatig aan, het dier leeft niet in de Noordzee maar zuidelijker.

[Lees verder...]


Rugschild Sierlijke zeekat
Tienarmige inktvis. Mariene soort. Inwendig rugschild. Tot 8 cm. Vaak met geeloranje of meer rozige zweem. Langwerpige, lancetvormige kalkplaat. Het rostrum is niet of nauwelijks waarneembaar. De ene zijde is zacht, de andere hard, korrelig. Rugschilden spoelen regelmatig aan, het dier leeft niet in de Noordzee maar zuidelijker.

[Lees verder...]


Rugschild Zeekat
Tienarmige inktvis. Mariene soort. Inwendig rugschild. Tot ruim 40 cm. Wit, met rondom en aan het uiteinde bij het rostrum een geelbruin plastic-achtig vlies. Ovale, langwerpige kalkplaat. De ventrale (buik-) zijde is zacht, de dorsale (rug-) zijde harder. Spoelt regelmatig op het strand aan (zomer en najaar). Soms massaal.

[Lees verder...]


Noordse pijlinktvis
Tienarmige inktvis. Mantellengte tot 45 cm, hele dier 75 cm. Grijs tot rozebruin, met bruinrode strepen en vlekkerige plekken gevormd met meer/minder chromatoforen. Lichaam pijlvormig, achterpunt afgerond. Op de vangarmen 2 rijen zuignappen, op de lepels van de tentakels 4 rijen vrijwel even grote  zuignappen. Middelste 6-8 zuignappen nauwelijks groter dan overige. Vinnen ruitvormig, beginnend op 1/4 van de mantellengte, eindigend in een hoek tussen 65-70o. Schelp/rugschild veervormig, in vorm gelijk aan dat van de Gewone pijlinktvis Loligo vulgaris, maar groter, tot 45 cm. Noordelijk deel Noordzee. Schelp, eieren en dier spoelen zelden aan.

[Lees verder...]


Kleine achtarm
Achtarmige inktvis. Mariene soort. Mantellengte tot 15 cm, hele dier tot 45 cm. Bruinrood tegen een donkere achtergrond, maar de kleur kan flitsend overgaan in vuilwit met bruinrode vlekken. De mantel is buidelvormig en op de rug met de kop vergroeid. Aan de kop 4 paar armen, die gelijk in lengte zijn, elke vangarm met één rij zuignappen. Geen inwendig rugschild. Op de huid staan kleine wratjes, waardoor die wat ruw aanvoelt. Boven de ogen een stekeltje van ten hoogste 0,5 cm (moeilijk te vinden). Schaarse dwaalgast, paait vermoedelijk niet in de Noordzee.

[Lees verder...]


Grote pijlinktvis
Tienarmige inktvis. Mariene soort. Dier tot 120 cm. Rugzijde donker roodbruin, paars of oranje, buikzijde bleker. Groot, slank pijlvormig dier. Vangarmen met twee rijen zuignappen. Lange smalle lepel aan het eind van de tentakels met vier rijen zuignappen, de twee buitenste rijen zijn weinig ontwikkeld. De beide vinnen beginnen op 3/5 van de mantelrand en vormen een duidelijke hoekige pijl. Spoelt af toe aan op het strand.

[Lees verder...]


Gewone Europese achtarm
Achtarmige inktvis. Mariene soort. Mantellengte 25 cm, hele dier 100 cm. Lichaamskleur variabel: geelbruin, roodbruin, paars, gevlekt, gestreept. Onderzijde vaak lichter. Het dier kan flitsend van kleur veranderen. Relatief grote ogen, huid gebobbeld, wrattig. Om de bek acht even lange vangarmen, tot drie keer langer dan de mantellengte. Op de vangarmen twee rijen zuignappen. Geen in- of uitwendige schelp. Eieren in lange strengen, vastgemaakt onder stenen of in holen. Lange tijd werd de soort beschouwd als verdwenen uit de Nederlandse wateren, maar de laatste jaren zijn weer weer enkele waarnemingen gedaan, waaronder relatief dicht bij de kust.

[Lees verder...]


Dwerg-pijlinktvis
Tienarmige inktvis. Mariene soort. Mannetjes tot 20, vrouwtjes tot 17 cm. Lichaamskleur vuilwit tot bruinrood met regelmatig verdeelde chromatoforen. Lichaam slank pijlvormig. Vangarmen met twee rijen zuignapjes. Op de lepels van de tentakels vier rijen zeer kleine zuignapjes. Vinnen beginnend op ca. een derde van de mantellengte. Inwendig gelegen gladius (schelp/rugschild) veervormig, alleen bestaand uit chitine zonder kalk. Schelpkleur: deels doorschijnend bruingeel.

[Lees verder...]


Pagina 1 van 2Eerste   Vorige   [1]  2  Volgende   Laatste   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top