Search
Search

Soorten

Artikelen januari 2014

Ovale parelmoerneut

Mariene tweekleppige. Tot 13 mm. Grijswit, met een doffe geelgroene tot bruine opperhuid. Binnenkant met glanzend parelmoer. Opperhuid is mat roodbruin. Nooit radiaire kleurbanden. Stevig tot dikschalig. Afgerond driehoekig. Oppervlak met vage radiale groefjes en duidelijke groeilijnen. Slot taxodont. Onderrand gecreneleerd. Geen bocht in de mantellijn. Noordzee, ver van de kust. Spoelt zelden of nooit aan.

[Lees verder...]


Glimmende franjeschildvoet
Schildvoetige. Mariene soort. Tot 80 mm, diameter ca. 3 mm. Wormvormige dieren zonder schelp, met aan de achterzijde kwastvormige, geveerde kieuwen. Bruingrijs, met vaak een glimmende, zilverachtige glans Chaetoderma nitidulum is een van de grotere soorten in deze klasse, de meeste zijn veel kleiner.

[Lees verder...]


Geplaats in: Schildvoetigen
Pelikaansvoet
Mariene huisjesslak met een stevige, tot 4,5 cm grote schelp (horen). 10-12 vrij bolle, geknobbelde windingen. Mondrand uitlopend in stevige vingervormige uitsteeksels, de onderste is het sifokanaal. Onvolgroeide exemplaren missen deze ‘vlag’ van uitsteeksels. Leeft in dieper water in de Noordzee.

[Lees verder...]


Zeedahlia

Zeeanemoon. Tot 15 cm (tot 6 cm hoog, tentakels, 2 cm). Groot, breed, met korte dikke tentakels. Zuil met  bobbeltjes (zuigwratten), met soms aangeplakte voorwerpen. Bruin, oranjegeel, rood, groen, paars. Op de mondschijf vaak helderrode, zich splitsende dubbele lijnen, lopend van de tentakels naar de rand van de mondschijf en om de voeten van de tentakels. Tentakels vaak helderder, eenkleurig, of met een kleurverloop.

[Lees verder...]


Zeeanjelier
Zeeanemoon. Tot 3 keer langer dan breed. Zachte kleuren als lichtroze, oranje, bruin of beige, ook melkwit. Tentakels  meestal lichter dan de zuil, soms met lichte ringpatronen. Plumeauvormig, met veel korte, dunne tentakels op een geplooide golvende mondschijf, die breder is dan de zuil. Zuil in gunstige gebieden lang en slank. Grootte afhankelijk van omstandigheden: bij veel stroming en voedsel tot 20 cm lang, tentakelkrans tot 10 cm diameter. In de getijdezone, bij  minder stroming en lagere zoutgehaltes veel kleiner.

[Lees verder...]


Weduweroos

Zeeanemoon. Zuil 5-10 cm hoog, 1-2 cm in diameter. Mondschijf dubbel zo breed als de zuil. Lange tentakels die als bij een treugwilg omlaag hangen. Zuil slank, glad zonder schelpfragmenten en beige met vage wit/grijze lengtestrepen. Mondschijf meestal lichter, mondlippen vaak donkerder. Tentakels doorzichtig met zwartgerande, witte lijnen. Bij aanraking samentrekkend tot een plat bolletje waarop de strepen straalsgewijs naar de rand lopen. Vastgehecht op vaak deels met slib of zand bedekt substraat.

[Lees verder...]


Wasroos

De Wasroos is één van de bekendste Europese zee-anemonen. In de Nederlandse kustwateren is de soort echter zeldzaam: er zijn slechts enkele keren individuen waargenomen. Een soort om speciaal op te (blijven) letten dus! Kenmerkend voor deze relatief grote soort zijn de lange en dikke, vaak lichtgroene tentakels met paars/roze toppen. De zuil zit vaak tussen stenen verstopt. Wanneer meerdere exemplaren bij elkaar staan, lijkt het alsof over een groot oppervlak tentakels uit de rotsen naar voren komen. Kenmerkend is het feit dat de tentakels bij het droogvallen niet of nauwelijks worden ingetrokken, dit gebeurt hoogstens bij zeer sterke verstoring.

[Lees verder...]


Slibanemoon

Zeeanemoon. Mondschijf in diameter tot 3-4 cm. Tentakels tot ca. 1 cm. Zuil in de bodem tot 10 cm. Gewoonlijk zijn alleen de vaak horizontaal naar buiten gerichte tentakels en mondschijf te zien. De zuil in de bodem verstopt. Variabel in kleuren en patronen. Soms egaal, soms hebben de tentakels een andere kleur dan de mond. Van bijna zwart tot wit, of oranje met bruintinten, fel paars of rose. Vaak in cirkels gerangschikte kleuren op de tentakels en mond-schijf.

[Lees verder...]


Sierlijke slibanemoon

Zeeanemoon. Doorsnede tot 2,5 cm, h. 6 cm. Meerdere kleurvariëteiten. Var. nivea: tentakels en mondschijf wit, mondschijf ongetekend. Var. venusta: tentakels wit. mondschijf helder oranje, ongetekend. Var. miniata: (algemeenste in Nederland): donker kleurpatroon op mondschijf en tentakels als bij de Gewone slibanemoon. Bij lichte aanraking komen witte neteldraden uit de zuilwand. De voet staat vrijwel nooit in het slib. Bijeenstaande dieren zien er vaak hetzelfde uit.

[Lees verder...]


Golfbrekeranemoon
Zeeanemoon. Marien. Kleine, veelal oranje soort, met tamelijk korte, dunne tentakels. Tot 6 cm hoog, maar meestal veel kleiner. De dieren hebben een gladde slanke zuil die als de dieren volledig uitstaan veel hoger is dan breed. Leeft op hard substraat, maar ook op grootbladige wieren. Van de laagwaterlijn tot diepten van ca. 40 meter. Zeeland, Wadden, plaatselijk langs de Hollandse kust.

[Lees verder...]


Groene golfbrekeranemoon

Zeeanemoon. Marien. Exoot / ingevoerde soort. Tot 1,5 cm hoog. Meestal vuilgroen, soms met specifieke verticale oranje streepjes op de zuil. De zuil is glad en slechts weinig hoger dan breed, zodat een wat gedrongen beeld ontstaat. Bij beroering of stroming is de zuil nog korter. Leeft op hard substraat, meer verborgen dan de (gewone) Golfbrekeranemoon. Locaal in de Oosterschelde.

[Lees verder...]


Rode paardenanemoon

Zeeanemoon. Een vrij lage, brede soort, met een doorsnede tot 4 cm. De gladde zuil en tentakels zijn meestal rood, soms groen of bruin. Aan de buitenrand van de tentakelkrans blauwe knobbels. Vrijwel uitsluitend hoog in de getijdezone, daarom door duikers weinig gezien. Ingetrokken, bij laag water, zijn het stevige rode bolletjes (tomaatjes).

[Lees verder...]


Viltkokeranemoon

Zeeanemoon. Twee van elkaar verschillende soorten tentakels. Buitenste tentakelkrans in doorsnede 2-3, tot 6 cm. Binnenste rond de mond gelegen tentakels tot 1 cm. Zuil 20, soms 40 cm, in doorsnede 1 cm. De soort leeft in een koker van aaneengekit zand/slib in de bodem en is zo aan het oog onttrokken. Tentakelkleur  variabel: paars, bruin, oranje of wit. Soms donker gekleurde buitenste en lichtere mondtentakels of anders gekleurde ringen.

[Lees verder...]


Penneschaft

Hydropoliep. Mariene soort. Kolonies tot 30 cm of meer, met geelbruin gekronkelde buizen tot ruim 20 cm en 2 mm dik, aan de bovenkant oranjerood. Aan de uiteinden zitten roze poliepen in twee tentakelkransen. De tweede krans steekt als een steeltje boven de eerste uit en heeft ca 30 breed uitstaande, langere tentakels. De eerste krans heeft ca. 40 korte tentakels.

[Lees verder...]


Chileense zakpijp
Mariene groepvormende zakpijp. Tot 8 cm. De Chileense zakpijp leeft in groepen die aan elkaar zitten vastgegroeid. De dieren, zijn grijsachtig, halfdoorzichtig van kleur, met bij de sifo's een soms helder oranje tekening die uit stipjes en/of streepjes bestaat. Meestal niet overgroeid door andere organismen. De individuen zijn rond of ovaal-eivormig en zijdelings afgeplat. De in- en uitstroomopening (siphonen) kunnen niet worden ingetrokken. De instroomsipho zit aan de bovenzijde en is opvallend langgerekt. De uitstroomsipho staat meestal in een rechte hoek op de zijkant van de zakpijp, op een derde tot de helft van de lichaamslengte.

[Lees verder...]


Geplaats in: Soorten, Zakpijpen
Harige zakpijp

Solitaire zakpijp. Mariene soort. De Harige zakpijp is wittig en halfdoorzichtig, meestal min of meer ovaal van vorm. De mantel is glad. De in- en uitstroomopeningen staan dicht bij elkaar. De uitstroomopening staat vaak net niet aan de bovenkant, maar iets opzij. De instroomopening is soms wat geribbeld. Soms zijn rondom kleine wratjes te zien. De soort 'ligt' vaak met de zijkant aan het substraat gehecht.

[Lees verder...]


Geplaats in: Soorten, Zakpijpen
Gele haarkwal
Schijfkwal. Mariene soort. Tot ca 50 cm in doorsnede Vaak geelachtig, maar lang niet altijd: kleurloos tot bruinrood komt ook voor. Plat, schotelvormig scherm (hoed), door insnijdingen in meestal 16 (tot 20) geplooide lobben verdeeld. Moeilijk te onderscheiden van de Blauwe haarkwal. Verschillen o.a. in septen van de kringspier en radiale rijen gaatjes in de spieren. Zeer veel dunne, haarachtige tentakels (meer en langer dan Blauwe haarkwal) Steekt zeer pijnlijk. Relatief zeldzame soort op onze kust.

[Lees verder...]


Glad porseleinkrabbetje
Kleine krab, met een bijna rond rugschild tot ca. 1 cm. Vaak roodbruin. De schaarpoten zijn bijna net zo groot als het rugschild. Op het eerste gezicht 3 paar looppoten; het vierde paar zit vaak verborgen onder het schild.

[Lees verder...]


Zwarte oprolkreeft

Kreeftachtige behorend tot de Anomura (Heremietkreeften). Mariene soort. Tot 6,5 (schild 3,5) cm. Plompe soort met ranke scharen en opvallende kleuren. Oude dieren donker (kastanjebruin of zwart) met lichtere dwarsstrepen. Scharen en looppoten gevlekt, uiteinde donkerder, uiterste punt lichter. Segmenten van het achterlijf kort. Staartstuk (telson) deels onder het lichaam gevouwen. Voorste poten gelijk met lange scharen. Het achterlijf kan samenklappen om snel weg te schieten. In kieren en holletjes in Zeeland. Schaars.

[Lees verder...]


IJslandse slanke noordhoren
Mariene huisjesslak. Tot 15 cm. Crème tot witte, dunschalige maar vrij stevige horen met 8-9 matig bolle windingen. Mondrand onverdikt, met een lang en vrijwel recht sifokanaal. Opperhuid groenbruin tot bruin, schilferig. Operculum hoornbruin, peervormig. Sculptuur van weinig verheven spiraalrichels , met name onder aan de windingen vervagend. Diepere Noordzee, zeldzaam. Enkele keren op het strand gevonden (leeg, oud).

[Lees verder...]


Pagina 6 van 8Eerste   Vorige   1  2  3  4  5  [6]  7  8  Volgende   Laatste   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top