Search
Search
 
Zoeken
 
 
Zoeken
Biotoop
Project
 
   
 
Groepen
 
 
 
   
 
Soorten
 
 
Data pager
Data pager
123
Page size:
PageSizeComboBox
select
 24 items in 3 pages
ZoekbeeldKenmerken
               
Data pager
Data pager
123
Page size:
PageSizeComboBox
select
 24 items in 3 pages
Blaasjeskrab
Hemigrapsus sanguineus

Blaasjeskrab
Hemigrapsus sanguineus

Krab. Marien en (licht) brak water. Rugschild tot 45 mm. Meest kenmerkend is de doorlopende dunne lijn net onder de ogen. Kleur groengrijs met donkere roodbruine tot donkerrode vlekken. Of donker met groenbeige vlekken. Meestal met duidelijk symmetrisch vlekkenpatroon op rugschild en lichte en donkere banden over de looppoten. Vierkant schild en drie tanden aan de zijkant. Poten van de mannetjes groter, met een bolle, lederachtige blaas aan de basis van het beweegbare schaardeel.  Zeeland, Waddengebied. Exoot, sterk toegenomen.
Main Image
 
Hemigrapsus sanguineus Krab. Marien en (licht) brak water. Rugschild tot 45 mm. Meest kenmerkend is de doorlopende dunne lijn net onder de ogen. Kleur groengrijs met donkere roodbruine tot donkerrode vlekken. Of donker met groenbeige vlekken. Meestal met duidelijk symmetrisch vlekkenpatroon op rugschild en lichte en donkere banden over de looppoten. Vierkant schild en drie tanden aan de zijkant. Poten van de mannetjes groter, met een bolle, lederachtige blaas aan de basis van het beweegbare schaardeel.  Zeeland, Waddengebied. Exoot, sterk toegenomen.Afmetingen: Rugschild tot 45 mm.
Kleur: Lichter groengrijs met veel donkere roodbruine tot zeer donkerrode vlekken. Of donker met lichtere, groenbeige vlekjes. Er is een duidelijk symmetrisch vlekkenpatroon op het rugschild aanwezig en er lopen opvallende lichte en donkere banden over de looppoten.
Rugschild: Een vierkant schild met een rechte voorrand en drie tanden aan de zijkant.
Poten: Mannetjes met een bolle, lederachtige blaas aan de basis van het beweeglijke bovendeel van de scharen. Niet aanwezig bij de vrouwtjes. De scharen van het mannetje zijn een stuk groter dan die van het vrouwtje.
Overig: Mannetjes worden groter dan vrouwtjes [N.B.: hier stond enige tijd per abuis vermeld dat juist de vrouwtjes groter worden; de praktijk wijst echter anders uit (met dank aan Mick Otten). Dit staat ook verkeerd aangegeven in de 'Basisgids strandvondsten' 2019].
 Exoot, afkomstig uit Azië of mogelijk Amerika waar de soort ook geïntroduceerd is. In 1999 voor het eerst ontdekt in Nederland. Sindsdien sterk toegenomen. Komt ook al voor in het Waddengebied.Getijdegebieden, vooral hoog in de getijdezone. 158417NederlandZoutwaterMOO|LIMP|SMP|Exoten
Blauwe zwemkrab
Callinectes sapidus

Blauwe zwemkrab
Callinectes sapidus

Krab. Mariene soort. Ook in brak water. Exoot uit Amerika. Schildbreedte tot 25 cm. Bovenkant rugschild olijfkleurig tot bruin, soms bijna zwart. Poten en (bij mannetjes) de scharen opvallend blauw. Vrouwtjes hebben rode scharen. Rugschild breed, aan beide kanten een  grote zijwaarts wijzende stekel. Achterste poten peddel-achtig afgeplat. Mannetjes worden groter dan vrouwtjes. Nu en dan individuen in (meestal) brak water.
Main Image
 
Callinectes sapidus Krab. Mariene soort. Ook in brak water. Exoot uit Amerika. Schildbreedte tot 25 cm. Bovenkant rugschild olijfkleurig tot bruin, soms bijna zwart. Poten en (bij mannetjes) de scharen opvallend blauw. Vrouwtjes hebben rode scharen. Rugschild breed, aan beide kanten een  grote zijwaarts wijzende stekel. Achterste poten peddel-achtig afgeplat. Mannetjes worden groter dan vrouwtjes. Nu en dan individuen in (meestal) brak water.

Afmetingen: Schildbreedte tot 25 cm.
Kleur: De soort dankt de naam aan de blauwe kleur van de poten en (bij mannetjes) de scharen. De bovenkant van het rugschild is olijfkleurig tot bruin, soms bijna zwart.
Vorm: Makkelijk te herkennen aan de kleur en het brede rugschild met aan beide kanten een zeer grote zijwaarts wijzende stekel. Het achterste paar poten is, zoals bij alle zwemkrabben, peddel-achtig afgeplat. Mannetjes hebben twee, vrouwtjes vijf buikplaten.
Poten: Volwassen vrouwtjes hebben rode scharen, mannetjes blauwe.  mannetjes worden groter dan vrouwtjes.

 

Meerdere malen gevonden in Nederland, o.a. in de Amsterdamse havens langs het Noordzeekanaal.Oorspronkelijk uit Amerika afkomstige exoot. Al in de jaren dertig in Nederland aangetroffen. De dieren leven langs de kust bij riviermondingen en kan in zowel zoet, brak als zout water overleven. Ze hebben een hoge temperatuurstolerantie, van enkele graden boven nul tot ruim 30º C. Het voedsel bestaat uit aas, andere organismen, waaronder zeesterren en soms ook kleinere krabben of andere kreeftachtigen. De dieren kunnen zich in grote hoeveelheden voortplanten. Bijna volwassen vrouwtjes produceren een feromoon dat mannetjes lokt. Er worden minstens twee keer eieren afgezet, per keer gemiddeld meer dan een miljoen. Het eerste larvestadium is vrijzwemmend, later volgen nog 7-8 andere stadia, tot de krab volwassen is. De larven kunnen alleen vervellen in water rond de 20º C. 107379NederlandZoutwaterMOO|SMP
Blauwpoot zwemkrab
Liocarcinus depurator

Blauwpoot zwemkrab
Liocarcinus depurator

Krab. Marien. De Blauwpootzwemkrab is een opvallende krab met een steenrood- of bruinrood rugschild. De naam heeft dit dier te danken aan de opvallend blauw gekleurde 'zwemvliesjes' van de twee achterste poten. Het meest onderscheidende kenmerk is dat het rugschild ruw is en bezet met duidelijke richels. Bij volwassen dieren kan het rugschild een breedte bereiken van iets meer dan vijf centimeter. Tussen de ogen staan drie duidelijk tanden. Wijfjes met eieren zijn gemakkelijk te herkennen. De eieren van deze soort zijn opvallend zwart van kleur.
Main Image
 
Liocarcinus depurator Krab. Marien. De Blauwpootzwemkrab is een opvallende krab met een steenrood- of bruinrood rugschild. De naam heeft dit dier te danken aan de opvallend blauw gekleurde 'zwemvliesjes' van de twee achterste poten. Het meest onderscheidende kenmerk is dat het rugschild ruw is en bezet met duidelijke richels. Bij volwassen dieren kan het rugschild een breedte bereiken van iets meer dan vijf centimeter. Tussen de ogen staan drie duidelijk tanden. Wijfjes met eieren zijn gemakkelijk te herkennen. De eieren van deze soort zijn opvallend zwart van kleur.Afmetingen: Mannetjes rugschild tot 67 mm breed en wijfjes tot 56 mm breed.
Kleur: Rugschild is rood/bruinrood gekleurd. De twee achterste peddels (poten) zijn tevens blauw gekleurd.
Rugschild: Ruw oppervlak bedekt met vele kleine haartjes.
Overig: Eitjes zijn makkelijk te herkennen aan de zwarte kleur. Deze Blauwpoot zwemkrab beweegt zich tevens ook zwemmend zijdelings door het water.
 De Blauwpoot zwemkrab is een zeldzame verschijning. Deze soort komt voor vanaf Noord Noorwegen tot Noord Afrika en in de Middellandse Zee. Het gebied met de grootste trefkans voor het vinden van deze soort bevindt zich in de driehoeksvorm: Zierikzee, Goese sas en Stavenisse.Getijdenzones tot 550 m diepte. Levend op zacht substraat zoals zandbodems en zandbodems gemengd met schelpen. Hard substraat wordt gemeden door deze soort. 107387NederlandZoutwaterMOO
Breedpootkrab
Portumnus latipes

Breedpootkrab
Portumnus latipes

Krab. Rugschild (carapax) tot 31 mm. Het schild is grijsbruin en wit gemarmerd, met vaak een egaal witte vlek. Vrijwel even hoog als breed, maar optisch langer lijkend door de versmallende achterzijde. Aan de voorrand van het schild, tussen de ogen, drie tanden. De middelste daarvan is het grootst. Op de voor-zijranden vijf stekelvormige tanden. Schaarpoten vrij kort, deels samengedrukt. De binnenhoek van de carpus van de schaarpoot heeft een stompe tand. 2e t/m 4e paar looppoten vrij kort, met puntige uiteinden. Laatste paar poten (zwempoten) aan het uiteinde ovaal, plat en bladvormig verbreed tot zwemvlies. Algemeen langs de kust, ingegraven in zand. Dieren en onderdelen spoelen regelmatig aan.

Main Image
 
Portumnus latipes 

Krab. Rugschild (carapax) tot 31 mm. Het schild is grijsbruin en wit gemarmerd, met vaak een egaal witte vlek. Vrijwel even hoog als breed, maar optisch langer lijkend door de versmallende achterzijde. Aan de voorrand van het schild, tussen de ogen, drie tanden. De middelste daarvan is het grootst. Op de voor-zijranden vijf stekelvormige tanden. Schaarpoten vrij kort, deels samengedrukt. De binnenhoek van de carpus van de schaarpoot heeft een stompe tand. 2e t/m 4e paar looppoten vrij kort, met puntige uiteinden. Laatste paar poten (zwempoten) aan het uiteinde ovaal, plat en bladvormig verbreed tot zwemvlies. Algemeen langs de kust, ingegraven in zand. Dieren en onderdelen spoelen regelmatig aan.

Afmetingen: Tot 31 mm (rugschild).
Kleur: Het rugschild (carapax) is grijsbruin gevlekt, in een gemarmerd patroon met lichtere (witte) vlekken. Achter het rostrum zit vaak een egaal witte, driehoekige vlek. (Bijna) egale grijsbruine exemplaren komen ook voor.
Rugschild: Vrijwel even hoog als breed, maar optisch gezien langer dan breed vanwege de sterk naar achteren versmallende achterzijde. Op de voorrand van het schild staan tussen de ogen drie tanden. De middelste is het grootst en steekt verder naar voren. Op de voor-zijranden (antero-Iaterale randen) staan vijf stekelvormige tanden.
Poten: De schaarpoten zijn vrij kort en deels samengedrukt. Aan de buitenkant zijn de pootsegmenten zwak gewelfd, aan de binnenzijde min of meer afgeplat. De binnenhoek van de carpus heeft een stompe tand, de buitenhoek is glad. Schaarvingers fijn getand op de snijvlakken. 2e t/m 4e paar looppoten vrij kort, aan de uiteinden puntig. Tot halverwege behaard. De overige segmenten van de looppoten zijn eveneens deels of geheel behaard. Van het laatste paar poten (de zwempoten) is het uiteinde ovaal, plat en bladvormig verbreed: het vormt een zwemvlies.
Overig: Antennen kort, Het omgeklapte abdomen van het vrouwtje is wat breder dan dat van het mannetje. Bij het mannetje zijn het derde tot en met zesde segment van het abdomen met elkaar vergroeid.

De Breedpootkrab vertoont in onze kustwateren opvallende fluctuaties in het voorkomen. Tot circa 1940 was het een vrij algemene krab aan het strand, maar vanaf die tijd begon een afname. Na 1948 nam de soort weer wat toe, om na 1956 zeer snel af te nemen. In 1958 werd het voorlopig laatste exemplaar waargenomen. Daarna was de Breedpootkrab volledig uit Nederland verdwenen tot 1979. Vanaf dat jaar nam de soort weer sterk toe.

De noordgrens van het verspreidingsgebied van de Breedpootkrab ligt in de zuidelijke Noordzee, ongeveer ter hoogte van ons land (er zijn ook meldingen uit Duitse en Deense wateren). Het voorkomen strekt zich zuidwaarts uit via de Britse eilanden (vanaf de Firth of Clyde in Schotland), Het Kanaal, de Atlantische Franse kust en die van het Iberisch schiereiland tot de Canarische Eilanden en de Azoren. Ook in de Middellandse Zee en Zwarte Zee. Een algemene verschijning langs onze kust. Schildjes, poten en complete, al dan niet nog levende dieren spoelen regelmatig aan langs de hele kust, met name vanaf het voorjaar tot in de herfst. Typische soort van de zandige, open Noordzeekust. In de Zeeuwse binnenwateren is de Breedpootkrab schaars of ontbreekt ze.

De dieren leven vanaf de getijdenzone tot diepten van circa 30 meter, steeds op zandbodems. Ze graven zich overdag meerdere (tot 10) centimeters diep in het zand in en fourageren 's nachts.

 

107400

NederlandZoutwaterMOO|LIMP|KOR
Chinese wolhandkrab
Eriocheir sinensis

Chinese wolhandkrab
Eriocheir sinensis

Krab. Zoet, brak en zout water. Tot 8,5 cm breed bijna vierkant rugschild. Grijsgroene tot donkerbruin. Langs de zijkant van het rugschild aan beide zijden 4 tanden (achterste 2 minder opvallend), en aan de voorkant tussen de ogen ook 4 (2 maal 2) tanden. Looppoten normaal ontwikkeld en niet sterk verschillend. Schaarpoten sterk ontwikkeld, en voorzien van een forse dot haren (bij het vrouwtje iets minder dicht).   

Main Image
 
Eriocheir sinensis 

Krab. Zoet, brak en zout water. Tot 8,5 cm breed bijna vierkant rugschild. Grijsgroene tot donkerbruin. Langs de zijkant van het rugschild aan beide zijden 4 tanden (achterste 2 minder opvallend), en aan de voorkant tussen de ogen ook 4 (2 maal 2) tanden. Looppoten normaal ontwikkeld en niet sterk verschillend. Schaarpoten sterk ontwikkeld, en voorzien van een forse dot haren (bij het vrouwtje iets minder dicht).   

Afmetingen: tot 8,5 cm breed rugschild.
Kleur: Grijsgroene tot donkerbruin.
Rugschild: Vierkant.
Vorm:  Langs de zijkant van het rugschild aan beide zijden 4 tanden (achterste 2 minder opvallend), en aan de voorkant tussen de ogen ook 4 (2 maal 2) tanden. Looppoten normaal ontwikkeld en niet sterk verschillend. Schaarpoten sterk ontwikkeld, en voorzien van een forse dot haren (bij het vrouwtje iets minder dicht). 

  

Leeft zowel in stilstaande als stromende wateren, meestal in de buurt van de oever, vanwege meer schuilmogelijkheden en aanwezigheid van voedsel. De paaitijd is in het najaar in zoete en brakke wateren. De vrouwtjes trekken daarna naar zee. In deze tijd zijn ze vaak op strand te vinden, waar ze het volgende voorjaar hun eieren loslaten. De jonge krabben gaan terug naar het zoete water. Daarbij kunnen ze ver de rivieren op gaan, voornamelijk 's nachts. Na 2-5 jaar zijn de dieren volwassen.

 107451NederlandZoutwater|Brakwater|ZoetwaterMOO
Fluwelen zwemkrab
Necora puber

Fluwelen zwemkrab
Necora puber

Krab. Mariene soort. Rugschild vrouwtjes tot 9 cm, mannetjes >10 cm. Tussen de ogen 8-10 scherpe tandjes. Lichaam bedekt met fijne haren. Achterpoten afgeplat tot ovale zwemvliezen. Rugschild roodbruin, ogen rood, schaarpunten blauwpaars. Uiteinden poten plus zwemvliezen idem of roodachtig. Vrij agressieve krab. Vooral in Zeeland, ook elders langs de kust.

Main Image
 
Necora puber 

Krab. Mariene soort. Rugschild vrouwtjes tot 9 cm, mannetjes >10 cm. Tussen de ogen 8-10 scherpe tandjes. Lichaam bedekt met fijne haren. Achterpoten afgeplat tot ovale zwemvliezen. Rugschild roodbruin, ogen rood, schaarpunten blauwpaars. Uiteinden poten plus zwemvliezen idem of roodachtig. Vrij agressieve krab. Vooral in Zeeland, ook elders langs de kust.

Afmetingen: Breedte van het rugschild bij de wijfjes tot 9 cm, bij de mannetjes meer dan 10 cm. Meestal kleiner.
Kleur: Rugschild roodbruin, bedekt met fijne haren die het dier een modderbruin uiterlijk geven. De ogen zijn opvallend rood. De vingers van de scharen zijn  blauwpaars. De lijsten op de poten roodachtig, soms ook paars. De zwemvliesjes op de achterste poten zijn vaak ook paarsomrand en voorzien van een donkere streep in het midden.
Vorm: Vrij brede krab met krachtige, grote scharen. Tussen de op korte steeltjes staande ogen staan 8 tot 10 scherp en onregelmatig gevormde tandjes. De uiteinden van de achterpoten zijn afgeplat tot ovale, peddelachtige zwemvliezen. De dieren hebben een fluweelachtige beharing, waarin vaak slib blijft hangen. Hier komt ook de naam vandaan.
Poten: Scharen vrij groot, achterste poten met zwemvliezen.
Overig: De dieren kunnen opvallend agressief zijn en steken bij het minste of geringste de schaarpoten dreigend vooruit.

 De Fluwelen zwemkrab is een Oost-Atlantische soort, die voorkomt van Noorwegen tot de kusten langs de Spaanse Sahara en het uiterste westelijke deel van Middellandse Zee. In Nederland met name in Zeeland vrij algemeen, ook langs de overige kust aanwezig.De Fluwelen zwemkrab heeft voorkeur voor rotsachtig substraat en komt voor van de van de getijdenzone tot 70 meter diep.Tegen de winter trekken de dieren de Oosterschelde uit. Na de winter -wanneer het weer warmer wordt- trekken de dieren de Delta weer binnen.107398NederlandZoutwaterMOO
Gemarmerde zwemkrab
Liocarcinus marmoreus

Gemarmerde zwemkrab
Liocarcinus marmoreus

HerkenningBreedte tot 42 mm (carapax). Kleur: Lichtbruin, roodbruin, rood, donkerbruin of paarsblauw gemarmerd. Soms wit of lichtpaars tot blauwgrijs. Meestal zijn op de poten rode tot roodbruine banden aanwezig. Bij oude, dode exemplaren verdwijnt de kleur. Rugschild fijn gekorreld (gegranuleerd) maar lijkt glad. Op de voorrand tussen de ogen staan drie vrij stompe tanden, waarvan de middelste het kleinst is. Op de beide voor-zijranden staan vijf zijtanden, waarvan de voorste twee duidelijk minder spits zijn dan de laatste drie. Op de carpus van de schaarpoten staan 2 zeer vlakke, onduidelijke tanden. Een derde tand ontbreekt, waardoor de carpus is afgerond. De snijvlakken van de vingers zijn onregelmatig en grof getand. Op de binnenzijde van de beweegbare vinger van de grote schaar staat een grote, stompe tand. De looppoten zijn vrij kort; de randen van de leden zijn lijstvormig verdikt. De dactylus van het eerste tot en met het derde paar is stiletvormig. De propodus en de dactylus van het laatste paar zwempoten zijn bladvormig, breed-ovaal en langs de randen behaard. De merus van de zwempoten is tweemaal zo lang als breed. Op de leden van de zwempoten komen geen lijstvormige verdikkingen voor. Het omgeklapte abdomen van vrouwtjes is breed ovaal en langs de randen behaard, bij mannetjes puntig en kaal.
Main Image
 
Liocarcinus marmoreus HerkenningBreedte tot 42 mm (carapax). Kleur: Lichtbruin, roodbruin, rood, donkerbruin of paarsblauw gemarmerd. Soms wit of lichtpaars tot blauwgrijs. Meestal zijn op de poten rode tot roodbruine banden aanwezig. Bij oude, dode exemplaren verdwijnt de kleur. Rugschild fijn gekorreld (gegranuleerd) maar lijkt glad. Op de voorrand tussen de ogen staan drie vrij stompe tanden, waarvan de middelste het kleinst is. Op de beide voor-zijranden staan vijf zijtanden, waarvan de voorste twee duidelijk minder spits zijn dan de laatste drie. Op de carpus van de schaarpoten staan 2 zeer vlakke, onduidelijke tanden. Een derde tand ontbreekt, waardoor de carpus is afgerond. De snijvlakken van de vingers zijn onregelmatig en grof getand. Op de binnenzijde van de beweegbare vinger van de grote schaar staat een grote, stompe tand. De looppoten zijn vrij kort; de randen van de leden zijn lijstvormig verdikt. De dactylus van het eerste tot en met het derde paar is stiletvormig. De propodus en de dactylus van het laatste paar zwempoten zijn bladvormig, breed-ovaal en langs de randen behaard. De merus van de zwempoten is tweemaal zo lang als breed. Op de leden van de zwempoten komen geen lijstvormige verdikkingen voor. Het omgeklapte abdomen van vrouwtjes is breed ovaal en langs de randen behaard, bij mannetjes puntig en kaal.Zwemkrabben worden onderscheiden van de andere krabben doordat het laatste segment van het achterste pootpaar is afgeplat tot "peddels".
Rugschild: Tot 4,2 cm.
 Spoelt af en toe aan op het strand.  107390NederlandZoutwaterMOO|LIMP|SMP
Gewimperde zwemkrab
Liocarcinus navigator

Gewimperde zwemkrab
Liocarcinus navigator

De Gewimperde zwemkrab wordt gekenmerkt door stugge haren die tussen de ogen recht vooruit staan. Tussen de ogen staan verder geen uitsteeksels. De dieren hebben net als de andere zwemkrabben afgeplatte uiteinden aan de achterpoten.
Main Image
 
Liocarcinus navigator  De Gewimperde zwemkrab wordt gekenmerkt door stugge haren die tussen de ogen recht vooruit staan. Tussen de ogen staan verder geen uitsteeksels. De dieren hebben net als de andere zwemkrabben afgeplatte uiteinden aan de achterpoten.

Afmetingen: Het rugschild is van de mannetjes 4,6 cm breed en van de vrouwtjes 3,8 cm. 

Kleur: de dieren zijn donkergroen of bruin, vaak met een vlekkenpatroon. Het rugschild is bruin. De toppen van de scharen zijn min of meer paarsachtig blauw, (maar er zijn ook dieren bekend met oranje schaarpunten, o.a. van Ameland)

 

De Gewimperde zwemkrab is een oost-Atlantische soort, die voorkomt halverwege Noorwegen tot zuidwaarts in Mauretanië. De soort ontbreekt in de Oostzee.

De Gewimperde zwemkrab komt voor in de getijde zone, maar ook ver daar beneden. Een duidelijk voorkeur voor een bepaald type bodem is er niet.De vrouwtjes dragen eieren van april t/m september107392NederlandZoutwaterMOO
Glad porseleinkrabbetje
Pisidia longicornis

Glad porseleinkrabbetje
Pisidia longicornis

Kleine krab, met een bijna rond rugschild tot ca. 1 cm. Vaak roodbruin. De schaarpoten zijn bijna net zo groot als het rugschild. Op het eerste gezicht 3 paar looppoten, het vierde paar zit vaak verborgen onder het schild.

Main Image
 
Pisidia longicornis 

Kleine krab, met een bijna rond rugschild tot ca. 1 cm. Vaak roodbruin. De schaarpoten zijn bijna net zo groot als het rugschild. Op het eerste gezicht 3 paar looppoten, het vierde paar zit vaak verborgen onder het schild.

Afmetingen: volwassen exemplaren met een tot 1 cm groot rugschild.
Kleur:
Roodbruin, bruin. Vaak met aangroeisels.
Rugschild: Vrijwel rond. Aan de voorzijde drie afgeronde tanden met kleine tandjes erop tussen de ogen. Aan de zijkant enkele kleine tandjes. De bovenkant is iets korrelig en heeft enkele haartjes.
Poten: De scharen van de voorste poten zijn links en rechts verschillend. De zijkant heeft een dubbele groeve. De vaste vinger heeft aan de buitenzijde een groeve en aan de bovenzijde in het midden een tand. De palm wordt naar voren toe breder. Het overige drie paar poten is ongeveer gelijk, glad met hier en daar een haartje. Op de uiterste twee segmenten van deze poten staan stekels. Het laatste paar poten is is klein en slank en heeft een klein schaartje. Deze poten zitten meestal onder het schild verstopt.
Overig:
Porseleinkrabbetjes behoren niet tot de echte krabben (Infraorde Brachyura) maar tot de Anomura, waartoe ook Heremietkreeften behoren. Door met hun kleine achterlijf, dat normaal onder het achterlijf gebogen zit, snel heen en weer te bewegen kunnen Porseleinkrabbetjes zwemmen.    

 

N-Atlantische Oceaan, Middellandse Zee, Noordzee, Oostzee. In Nederland in de Oosterschelde en  Westerschelde, in de open Noordzee veelvuldig op wrakken te vinden.

Gladde porseleinkrabbetjes leven op en tussen tussen allerlei organismen, voornamelijk op hard substraat. De kaakpoten hebben geveerde aanhangsels, waarmee ze door het water slaan en zo eetbaar spul vangen. Het voedsel bestaat uit dierlijke en plantaardige organismen; het zijn alleseters.

Meldingen van vrouwtjes met eieren zijn sporadisch en bekend uit het zomerhalfjaar.

 107188NederlandZoutwaterMOO
Gladde sponspootkrab
Inachus phalangium

Gladde sponspootkrab
Inachus phalangium

Krab. Mariene soort. Rugschild tot 2,2 cm. Bruinachtig met wat rood. Uiteinden rostrum en scharen roder. Spinachtige krab met zeer lange looppoten, waarvan het eerste paar langer. Schaarpoten en scharen kort en breed. Rugschild driehoekig, het rostrum is gesplitst door een nauwe spleet. Achter de oogstelen staat een stekel met daarachter een brede bobbel. Schild met vage bobbels en in het midden één omhoog stekende punt. Scharen met weinig stekels, poten en lichaam met haakvormige haren. Hele dier gewoonlijk door sponzen overdekt. Zeldzaam (Zeeland).

Main Image
 
Inachus phalangium 

Krab. Mariene soort. Rugschild tot 2,2 cm. Bruinachtig met wat rood. Uiteinden rostrum en scharen roder. Spinachtige krab met zeer lange looppoten, waarvan het eerste paar langer. Schaarpoten en scharen kort en breed. Rugschild driehoekig, het rostrum is gesplitst door een nauwe spleet. Achter de oogstelen staat een stekel met daarachter een brede bobbel. Schild met vage bobbels en in het midden één omhoog stekende punt. Scharen met weinig stekels, poten en lichaam met haakvormige haren. Hele dier gewoonlijk door sponzen overdekt. Zeldzaam (Zeeland).

Afmetingen: Maximale lengte en breedte van het rugschild tot 2,2 cm.
Kleur: Rugschild deels bruin, deels roodachtig, de uiteinden van het rostrum en de scharen zijn rood. De kleuren zijn overigens zelden zichtbaar omdat er sponzen op geplakt zijn.
Rugschild: Schild driehoekig, ongeveer even lang als breed. De punt tussen de ogen is kort, met twee brede, afgeronde punten. Deze liggen dicht bij elkaar, alleen een nauwe spleet scheidt ze. Korte, brede oogstelen met direct erachter een grote stekel en daarachter een grote bobbel. Verder naar achteren zijn er wat onduidelijke bobbels op het rugschild, behalve in het midden. Daar staat één duidelijk ontwikkelde punt recht omhoog.
Poten: De schaarpoten zijn korter dan de looppoten. Die van het mannetje zijn dikker dan die van het vrouwtje. Bij het vrouwtje zijn de schaarpoten ongeveer even dik als de looppoten. De scharen zijn vrij glad met maar een paar stekels. Het eerste paar looppoten is duidelijk langer/groter dan de andere looppoten.
Overig: Het lichaam is geheel bedekt met korte rechte en haakvormige haren.

 

Osst-Atlantische Oceaan, vanaf Noorwegen via de Britse eilanden en de Noordzee tot de West-Afrikaanse kust en in de Middellandse Zee. In Nederland schaars tot zeldzaam, bekend van de Westerschelde-monding en uit de Oosterschelde.

Leeft vooral op diepten tussen 10–50 meter, vaak op de bodem van geulen. Ook gevonden in de getijdenzone, meestal tussen stenen en sponzen. De dieren zoeken graag de beschutting van zeeanemonen. Vooral de in Nederland zeer zeldzame wasroos Anemonia sulcata schijnt favoriet te zijn; hiermee leeft de soort vaak als commensaal samen. Zoals alle sponspootkrabben geeft ook de Gladde sponspootkrab er voorkeur aan zich te camoufleren met sponzen, in dit geval voornamelijk met stukjes van de Broodspons Halichondria panicea.

 

107333

NederlandZoutwaterMOO
 
   
 
Instellingen
 
 


Kolommen
select
       
Indeling
select
        
Uiterlijk
select

Groepsnaam
select

Sortering groepsnaam
select



 
   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top