Search
Search

Soorten

Neteldieren

Weduweroos

Zeeanemoon. Zuil 5-10 cm hoog, 1-2 cm in diameter. Mondschijf dubbel zo breed als de zuil. Lange tentakels die als bij een treugwilg omlaag hangen. Zuil slank, glad zonder schelpfragmenten en beige met vage wit/grijze lengtestrepen. Mondschijf meestal lichter, mondlippen vaak donkerder. Tentakels doorzichtig met zwartgerande, witte lijnen. Bij aanraking samentrekkend tot een plat bolletje waarop de strepen straalsgewijs naar de rand lopen. Vastgehecht op vaak deels met slib of zand bedekt substraat.

[Lees verder...]


Wasroos

De Wasroos is één van de bekendste Europese zee-anemonen. In de Nederlandse kustwateren is de soort echter zeldzaam: er zijn slechts enkele keren individuen waargenomen. Een soort om speciaal op te (blijven) letten dus! Kenmerkend voor deze relatief grote soort zijn de lange en dikke, vaak lichtgroene tentakels met paars/roze toppen. De zuil zit vaak tussen stenen verstopt. Wanneer meerdere exemplaren bij elkaar staan, lijkt het alsof over een groot oppervlak tentakels uit de rotsen naar voren komen. Kenmerkend is het feit dat de tentakels bij het droogvallen niet of nauwelijks worden ingetrokken, dit gebeurt hoogstens bij zeer sterke verstoring.

[Lees verder...]


Slibanemoon

Zeeanemoon. Mondschijf in diameter tot 3-4 cm. Tentakels tot ca. 1 cm. Zuil in de bodem tot 10 cm. Gewoonlijk zijn alleen de vaak horizontaal naar buiten gerichte tentakels en mondschijf te zien. De zuil in de bodem verstopt. Variabel in kleuren en patronen. Soms egaal, soms hebben de tentakels een andere kleur dan de mond. Van bijna zwart tot wit, of oranje met bruintinten, fel paars of rose. Vaak in cirkels gerangschikte kleuren op de tentakels en mond-schijf.

[Lees verder...]


Sierlijke slibanemoon

Zeeanemoon. Doorsnede tot 2,5 cm, h. 6 cm. Meerdere kleurvariëteiten. Var. nivea: tentakels en mondschijf wit, mondschijf ongetekend. Var. venusta: tentakels wit. mondschijf helder oranje, ongetekend. Var. miniata: (algemeenste in Nederland): donker kleurpatroon op mondschijf en tentakels als bij de Gewone slibanemoon. Bij lichte aanraking komen witte neteldraden uit de zuilwand. De voet staat vrijwel nooit in het slib. Bijeenstaande dieren zien er vaak hetzelfde uit.

[Lees verder...]


Golfbrekeranemoon
Zeeanemoon. Marien. Kleine, veelal oranje soort, met tamelijk korte, dunne tentakels. Tot 6 cm hoog, maar meestal veel kleiner. De dieren hebben een gladde slanke zuil die als de dieren volledig uitstaan veel hoger is dan breed. Leeft op hard substraat, maar ook op grootbladige wieren. Van de laagwaterlijn tot diepten van ca. 40 meter. Zeeland, Wadden, plaatselijk langs de Hollandse kust.

[Lees verder...]


Groene golfbrekeranemoon

Zeeanemoon. Marien. Exoot / ingevoerde soort. Tot 1,5 cm hoog. Meestal vuilgroen, soms met specifieke verticale oranje streepjes op de zuil. De zuil is glad en slechts weinig hoger dan breed, zodat een wat gedrongen beeld ontstaat. Bij beroering of stroming is de zuil nog korter. Leeft op hard substraat, meer verborgen dan de (gewone) Golfbrekeranemoon. Locaal in de Oosterschelde.

[Lees verder...]


Rode paardenanemoon

Zeeanemoon. Een vrij lage, brede soort, met een doorsnede tot 4 cm. De gladde zuil en tentakels zijn meestal rood, soms groen of bruin. Aan de buitenrand van de tentakelkrans blauwe knobbels. Vrijwel uitsluitend hoog in de getijdezone, daarom door duikers weinig gezien. Ingetrokken, bij laag water, zijn het stevige rode bolletjes (tomaatjes).

[Lees verder...]


Viltkokeranemoon

Zeeanemoon. Twee van elkaar verschillende soorten tentakels. Buitenste tentakelkrans in doorsnede 2-3, tot 6 cm. Binnenste rond de mond gelegen tentakels tot 1 cm. Zuil 20, soms 40 cm, in doorsnede 1 cm. De soort leeft in een koker van aaneengekit zand/slib in de bodem en is zo aan het oog onttrokken. Tentakelkleur  variabel: paars, bruin, oranje of wit. Soms donker gekleurde buitenste en lichtere mondtentakels of anders gekleurde ringen.

[Lees verder...]


Penneschaft

Hydropoliep. Mariene soort. Kolonies tot 30 cm of meer, met geelbruin gekronkelde buizen tot ruim 20 cm en 2 mm dik, aan de bovenkant oranjerood. Aan de uiteinden zitten roze poliepen in twee tentakelkransen. De tweede krans steekt als een steeltje boven de eerste uit en heeft ca 30 breed uitstaande, langere tentakels. De eerste krans heeft ca. 40 korte tentakels.

[Lees verder...]


Gele haarkwal
Schijfkwal. Mariene soort. Tot ca 50 cm in doorsnede Vaak geelachtig, maar lang niet altijd: kleurloos tot bruinrood komt ook voor. Plat, schotelvormig scherm (hoed), door insnijdingen in meestal 16 (tot 20) geplooide lobben verdeeld. Moeilijk te onderscheiden van de Blauwe haarkwal. Verschillen o.a. in septen van de kringspier en radiale rijen gaatjes in de spieren. Zeer veel dunne, haarachtige tentakels (meer en langer dan Blauwe haarkwal) Steekt zeer pijnlijk. Relatief zeldzame soort op onze kust.

[Lees verder...]


Trompet steelkwal
Steelkwal. Klein (2-3 mm) bekervormig kwalachtig dier met acht armen. Met het steeltje zitten ze vastgehecht aan het substraat, vaak wieren. Moeilijk te ontdekken vanwege de afmetingen en omdat de kleur van de steelkwal overeen komt met die van de omgeving. Ze worden gevonden op plaatsen met waterbeweging, stroming maar ook golfslag.

[Lees verder...]


Zoetwaterkwal

Zoetwatersoort. Medusestadium (kwalstadium) van een hydropoliep (Hydrozoa). Behoort tot de Limnomedusae een aparte orde met een aantal zoetwatersoorten. Doorschijnend kwalletje met een witte, soms wat kruisvormige tekening en afhangende relatief korte tentakels. Doorsnede hoed tot 2,5 cm. Volwassen dier met meer dan 600 met netels bezette, draadvormige tentakels. De maagsteel eindigt in vier mondlappen. De neteldraden zijn voor de mens onschadelijk.

[Lees verder...]


Dodemansduim

Zacht koraal. Mariene soort. Korstvormende kolonies ca 5-10 mm, grotere kolonies in de kustzone tot ca 10 cm, in de Noordzee tot 20 cm. Poliepjes 6-8 mm en wit. Kolonie vaak met witte stam, maar ook geel of oranje. Als kolonies ouder worden ontstaan bulten die uitgroeien tot duimdikke, vingerachtige uitstulpingen. Vorm en kleur doen denken aan een hand met vingers. Alleen plaatselijk voorkomend in de Oosterschelde, Grevelingen en Noordzee.

[Lees verder...]


Zeepaddestoel

Schijfkwal. Zeewater. Een vrij grote kwal, met een dikke 'huid'. De hoed is nogal bol van vorm. Doorsnede tot 90 cm. 

[Lees verder...]


Kruiskwal
Schijfkwal. Marien en brak water. Tot 2 cm (diameter schotel). Tentakels ca. 1 cm. Schotel geheel doorschijnend, tentakels lichtbruin. Geslachtsorganen geelbruin tot oranje. Op de rand van de schotel waar tentakels zitten staan gele stipjes. Klei, vrij plat kwalletje. De geslachtsorganen vormen een bruin kruis. De Kruiskwal is giftig en kan steken, met soms aanzienlijke gevolgen. Schaars, locaal in Zeeland.

[Lees verder...]


Blauwe haarkwal

Schijfkwal. Mariene soort. Tot 30 cm in doorsnede. Kenmerkend zijn de wratjes/bultjes op de hoed en het ontbrekenvan gaatjes in de spieren bij dieren >8cm doorsnede. Van kleurloos tot zilverachtig lilablauw, soms meer geel. De soort heeft een platte, schotelvormige scherm (hoed) met 20 of meer (tot 32) lobben, waaraan circa 60-65 dunne, haarachtige tentakels zitten. Kan pijnlijk steken (netelen).

[Lees verder...]


Kompaskwal

Schijfkwal. Doorsnede hoed tot 35 cm. Parapluvormig lichaam, geelwit doorschijnend met kenmerkend patroon van V-vormige, bruinrode strepen, dat doet denken aan een kompasroos. Dunne tentakels en vier met franjes bezette mondarmen, die langer en dikker zijn dan de tentakels. De dieren kunnen pijnlijk steken (netelen). 

[Lees verder...]


Oorkwal poliep
Poliepstadium Schijfkwal. Tekst nog in bewerking.

[Lees verder...]


Ruwe zeerasp

Hydropoliep. Mariene soort. Bedekking afhankelijk van het substraat. Een bruinachtige, tot 3 mm dikke korst met scherpe uitsteeksels en een groot aantal kleine, doorzichtige, wit of roze poliepjes. Groeit vooral op door heremietkreeften bewoonde slakkenhuisjes. De cementachtige korst blijft lang na de dood van de kolonie aanwezig.

[Lees verder...]


Klepelklokje

Hydropoliep. Mariene soort. Kwalstadium van mariene Hydropoliep. 3-4 cm, doorsnede ca 1 cm. Transparante, glasachtige medusevorm (kwalvorm) van een kleine poliep die op stenen onder de laagwaterlijn groeit. Deze snoert in mei-juni kleine kwalletjes af in de vorm van een oude klok met een klepel in het midden. Aan de randen zitten vier tentakels. De klepel is de buisvormige mond van het dier. Vrij algemeen in het voorjaar. In sommige periode veel algemener. 

[Lees verder...]


Pagina 4 van 5Eerste   Vorige   1  2  3  [4]  5  Volgende   Laatste   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top